In maart werden er twee conferenties gehouden in Brussel en Berlijn waarbij circulaire economie en het schoonhouden van de oceanen als belangrijkste topics aan bod kwamen. Reinhard Schneider, CEO van Werner & Mertz, sprak een internationaal publiek toe over welke acties de producent al heeft ondernomen om van duurzaamheid de norm te maken.
In Brussel werd er op 9 maart de Circular Economy Stakeholder Conferentie gehouden waarbij de stand van zaken werd besproken nadat de Europese Commissie zich achter het actieplan voor circulaire economie had geschaard in december 2015. In Berlijn werd de G20 Workshop over Resource Efficiency georganiseerd op 16 en 17 maart waarbij G20-landen good practices met elkaar konden delen.
Circulaire economie
Reinhard Schneider, CEO van Werner & Mertz, bewees aan het internationale publiek dat een middelgroot bedrijf perfect een circulaire economie kan implementeren. Vooral zijn Recyclaat Initiatief haalt hij als groot voorbeeld aan: “We volgen het principe van een circulaire economie, met als doel de consumptie van ruwe olie voor de productie van kunststofverpakkingen terug te dringen. In plaats van nieuwe grondstoffen maken wij gebruik van gerecycleerd materiaal om onze verpakkingen te produceren. Daarbij garanderen wij zo’n hoge kwaliteit dat onze verpakkingen zelfs voor levensmiddelen gebruikt kunnen worden.”
Niet alleen de typische PET-flessen, maar ook HDPE, de meest gebruikte soort plastic ter wereld, kan Werner & Mertz hergebruiken zonder enig verlies van kwaliteit.
Circulaire economie kan ook voorkomen dat er nog meer plastic in de oceanen terechtkomt. “Microplastic wordt een steeds belangrijker probleem”, voorspelt Schneider. Deze minieme deeltjes plastic komen in zee terecht door plastic afval. Door dit afval in de productie te houden, kan er al veel schade voorkomen worden.
“Oplossing op land, niet in de oceaan”
Via het Recyclaat Initiatief wil Schneider ook duidelijk maken dat we niet alleen de schade van plastic verontreiniging moeten bestrijden, maar ook de oorzaak van deze verontreiniging moeten wegnemen, zijnde te veel afval. “De oplossing voor het probleem ligt op het land en niet in de oceaan”, aldus de CEO.