In de schoonmaak zijn de mensen het kapitaal. En dat is goed te merken in deze krappe arbeidsmarkt, waar werkgevers vechten voor de beste mensen en de werknemer nu veelal in zet is en voorwaarden wil stellen.
Hoe haal je mensen binnen en hoe houd je mensen binnen, is nu de vraag? In de vorige editie van Clean Totaal ben ik ingegaan op wat je -los van alleen het CAO loon – aan aanvullende arbeidsvoorwaarden uit de CAO kunt halen. In deze editie zal ik het hebben over de arbeidsmarkt en personeel. Daarbij besteed ik dit keer ook speciale aandacht aan de positie van de vrouw in de schoonmaak, de technologische ontwikkelingen en kijk ik vast vooruit naar 2025, als de Belastingdienst wil gaan handhaven op schijnzelfstandigheid. Gaat dat tot gevolg hebben dat er vanaf 2025 weer meer werknemers in dienst willen komen die nu nog ZZP-er zijn?
1. Arbeidsmarkt en personeelstekort
Het structurele tekort aan arbeidskrachten is één van de meest urgente problemen in de schoonmaaksector. De vergrijzing speelt hierin een grote rol, wat ook resulteert in een verminderde instroom van jong talent. Dit tekort aan personeel maakt het moeilijk voor schoonmaakbedrijven om aan de (groeiende) vraag te voldoen. Bij de (vaak kleine) klanten waar het personeelsprobleem minder speelt, merk ik dat zij in deze krappe arbeidsmarkt vaak juist mooie opdrachten krijgen aangeboden, die ze in de jaren daarvoor niet hadden. Als je de mensen hebt, heb je goud in handen.
Volgens rapporten zal de krapte op de arbeidsmarkt in 2025 zeer waarschijnlijk blijven bestaan. Er is een grote behoefte aan scholing en betere of andere arbeidsvoorwaarden om nieuw talent aan te trekken. Innovaties zoals robotica en automatisering bieden op de lange termijn verlichting, maar op de korte termijn blijft de druk hoog om over voldoende mensen te beschikken.
Nieuwe CAO 2024-2026
Een belangrijke ontwikkeling in 2024 is de nieuwe CAO voor de schoonmaakbranche, die loopt van 2024 tot halverwege 2026. In deze CAO is veel aandacht voor de verbetering van arbeidsvoorwaarden, waaronder loonsverhogingen en vergoedingen. Ook zijn er initiatieven om het welzijn van werknemers te vergroten, zoals maatregelen tegen menstruatie- en overgangsklachten en aanpassingen in verlofsituaties. Verder biedt de CAO ruimte voor betere scholing en loopbaanontwikkeling. Daarover hieronder meer.
Positie van de vrouw in de schoonmaak
Het voorjaar was ik te gast bij een seminar in de RAI over de positie van de vrouw in de schoonmaak. Speciale aandacht was er voor de vrouw en de menopauze. Ik was daar als enige mannelijke deelnemer aanwezig en mij werd al snel duidelijk dat alles begint met aandacht hebben voor het onderwerp: maak het bespreekbaar binnen je bedrijf, door het praten over overgangs- of menstruatieklachten. Laat het onderwerp regelmatig op de agenda terugkomen. Soms kun je als werkgever met relatief kleine aanpassingen (het ter beschikking stellen van maandverband en tampons, de kolfruimte aan alle vrouwen ter beschikking stellen, of het makkelijker verstrekken van extra bedrijfskledingsets in verband met transpiratie) al helpen om de werkvloer toegankelijker en comfortabeler te maken voor vrouwen in de menopauze.
Door het onderwerp, en de gerelateerde klachten bespreekbaar te maken, komt er meer kennis en meer begrip. Dat kan vrouwen stimuleren om uiteindelijk meer uren te gaan werken en er zal minder sprake kunnen zijn van uitval of ziekmeldingen omdat er ook meer aandacht is voor de (arbo-) omstandigheden.
Als dat nodig is, bijvoorbeeld in verband met lichamelijke klachten, kun je ook maatwerkafspraken met de werknemer maken. In andere Europese landen is er hier al wetgeving over. In Nederland is dat zo ver nog niet, maar in de nieuwe Schoonmaak CAO 2024-2026 is er wel al een apart artikel (artikel 52) over opgenomen: “Je hebt menstruatie- of overgangsklachten. Je werkgever stimuleert je om met je leidinggevende te praten over je welzijn en welbevinden. Heb je klachten door menstruatie of de overgang (menopauze)? Dan kun je hier met je leidinggevende over praten. Je werkgever kan binnen het bedrijf ook iemand anders aanwijzen om mee te praten. In dat gesprek maak je afspraken die passen bij jouw situatie.” Het is daarom aan te raden dit onderwerp intern te adresseren.
Recent initiatief op de arbeidsmarkt
Het ministerie van Sociale Zaken & Werkgelegenheid (SZW) heeft eind juli jl. de subsidieregeling ‘Ondersteuning werkgevers inzet statushouders’ gepubliceerd. Deze subsidieregeling biedt werkgevers een financiële tegemoetkoming voor de extra begeleiding van statushouders op de werkvloer, gericht op het verkleinen van de taal- en cultuurverschillen
Scholing en personeel
Enkele initiatieven om door scholing meer mensen binnen te halen voor de branche.
- Facilidoor voor PROVSO
Op 25 juni jl. hebben de schoonmaakbedrijven Gom, Vebego Cleaning Services en CSU, met Schoonmakend Nederland en aan drietal onderwijsinstellingen de samenwerkingsovereenkomst ‘Facilidoor voor PROVSO’ ondertekend. Werkgevers in de schoonmaaksector werken nauw samen met scholen om leerlingen van het praktijkonderwijs en voortgezet speciaal onderwijs te helpen om vanaf 1 september jl. makkelijker de stap van school naar schoonmaak werk te laten zetten. Het project begint in de regio Rotterdam-Rijnmond, maar kan bij succes uitgerold worden. - Praktijkverklaring MBO
Cao-partijen onderzoeken hoe een praktijkverklaring MBO gelijk te stellen is aan een door de branche erkend vakdiploma zoals dat genoemd in artikel 44 lid 3 van de CAO. Verdere uitwerking daarvan vindt plaats binnen de RAS.
- Meer inzet op scholing in CAO
In de CAO 2024-2026 zijn de scholingsmogelijkheden uitgebreid. Voor meer informatie, kijk ook bij het Scholingfonds op de website van de RAS. Het scholingsfonds biedt schoonmakers ontwikkel- en doorgroeimogelijkheden. Dat bindt ze aan de branche en jou als werkgever.
2. Technologische Innovaties en Automatisering
De introductie van geavanceerde technologieën is een belangrijk kenmerk van de schoonmaakbranche in 2024. Innovaties zoals schoonmaakrobots, AI-aangedreven desinfectiesystemen, en draagbare technologie (zoals slimme polsbandjes) verbeteren de efficiëntie van schoonmaakwerkzaamheden en verlagen de fysieke belasting van werknemers. Deze ontwikkelingen zorgen ervoor dat bepaalde werkzaamheden die nu door werknemers moeten worden uitgevoerd, worden “uitbesteed” aan robots of slimme machines waardoor er minder menskracht nodig is, bedrijven sneller kunnen werken, en er op termijn ook kosten kunnen worden bespaard. Het kan ook betekenen dat het werk leuker wordt als bepaalde repeterende werkzaamheden niet meer door de werknemers hoeven te worden uitgevoerd.
Er wordt dus niet verwacht dat deze technologische vooruitgang in 2025 de personeelskrapte zal oplossen. Robots en automatisering zullen vooral in grote bedrijven en specifieke sectoren, zoals ziekenhuizen en kantoren, worden toegepast, maar menselijke schoonmakers blijven onmisbaar voor meer complexe of persoonlijke schoonmaaktaken.
3. Werknemer versus ZZP-er.
Vanaf 1 januari 2025 gaat de Belastingdienst handhaven tegen “schijnzelfstandigheid”. Dat kan grote gevolgen hebben voor de schoonmaakbranche. In de schoonmaak werkt er een toenemend aantal ZZP-ers tegen een laag tarief. Vaak zijn dit ook nog eens oud werknemers die besloten hebben ZZP-er te worden omdat de omstandigheden de afgelopen jaren gunstig leken: geen controle van de Belastingdienst, een krappe arbeidsmarkt en een uurtarief dat hoger ligt dan het bruto CAO loon. Daarbij kiezen ze er vaak voor om geen pensioen op te bouwen en geen arbeidsongeschiktheidsverzekering af te sluiten. Ook kunnen ze gebruik maken van fiscale voordelen van ondernemers.
Maar let op: juist in de schoonmaak is het lastig om vanaf 1 januari 2025 aan de Belastingdienst aan te tonen dat je werkt met een zelfstandige en niet met een verkapte werknemer. Dat er géén sprake is van een gezagsrelatie. Want de ZZP-er wordt vaak ingepland door het schoonmaakbedrijf, loopt in bedrijfskleding van het schoonmaakbedrijf en gebruikt de gereedschappen en het schoonmaak materiaal van de schoonmaakonderneming. Dat zijn nog maar een paar punten van de toets die pleiten voor een werknemerschap. De Belastingdienst gaat bij haar controles uit van de huidige wetgeving (de huidige wet DBA) én van alle recente jurisprudentie over (schijn-) zelfstandigheid. En dat betekent dat er ook gekeken mag worden of de werkzaamheden (het schoonmaken) een structureel karakter hebben binnen de organisatie en of de werkzaamheden die worden uitgevoerd zij aan zij worden verricht naast werknemers die hetzelfde (schoonmaak-) werk voor je doen.
Los van de handhaving door de Belastingdienst vanaf 1 januari 2025 is er ook een wetsvoorstel in behandeling genomen (de Wet VBAR). Onderdeel van dat wetsvoorstel is ook het zogenaamde “rechtsvermoeden”. Dat komt erop neer dat alle ZZP-ers die werken onder een tarief van 33 euro (en dat geldt voor bijna alle ZZP-ers in de schoonmaak) het vermoeden gaat gelden dat ze werken in dienstverband, en de ZZP-er zo makkelijk een dienstverband met een arbeidsovereenkomst kan claimen bij de schoonmaakondernemer. Die moet daarmee akkoord gaan, tenzij hij kan aantonen dat er wél sprake is van zuivere zelfstandigheid. Dat is -gezien ook de bovenstaande argumenten- heel erg lastig. Tijdens de behandeling van dit wetsvoorstel bleek er met name voor dit onderdeel van de wet dat gaat over het “rechtsvermoeden” een Kamermeerderheid te zijn. De gedachte is dat er onder de 33 euro überhaupt geen sprake van een echte ZZP-er kan zijn, en dat zo de schijnzelfstandigheid kan worden aangepakt.
De verwachting is, en dat merk ik ook in mijn eigen advisering aan schoonmaakbedrijven, dat er vanaf 2025 veel minder ZZP-ers in de schoonmaak zullen worden ingehuurd omdat bedrijven het risico niet willen nemen een boete of een naheffing van de Belastingdienst te riskeren. Het is te hopen dat de ZZP-ers terug in een dienstverband willen en zo behouden blijven voor de schoonmaakbranche en ze de branche niet zullen verlaten om elders te gaan werken. We hebben al de handen hard nodig voor de schoonmaakbranche, ook in 2025!
Up to date blijven over de actualiteiten in het arbeidsrecht?
Blijf bij in de altijd boeiende wereld van arbeidsrecht met de Masterclass Actualiteiten Arbeidsrecht! The Legal Company heeft deze masterclass speciaal ontworpen voor HR-managers en -medewerkers, die weten dat arbeidsrecht voortdurend in beweging is en dat het belangrijk is om bij te blijven met de laatste ontwikkelingen.
In onze interactieve Masterclass geven mr. Marit Mulder en mr. Dietrich Loos een update over de nieuwste juridische ontwikkelingen. Naast theoretische kennis bieden we ook praktische inzichten en strategieën die je direct kunt toepassen.
Waar gaan we het zoal over hebben tijdens de masterclass Arbeidsrecht?
- Arbeidsovereenkomst versus ZZP-ers
- Effectief omgaan met arbeidsongeschiktheid
- Wie schrijft, die blijft; het omgaan met arbeidsconflicten
- Concurrentiebeding en nevenwerkzaamheden; hoe staat het er voor?
- Recente jurisprudentie en stand van zaken wetgeving
Met deze Masterclass breng je je HR expertise naar een hoger niveau, blijf je up-to-date en compliant!
Praktische informatie
- Datum: donderdag 14 november 2024
- Locatie: Kantoor TLC, Laan Nieuwer-Amstel 4B te Amstelveen
- Tijd: 8:30 uur – 10:30 uur, inclusief ontbijt
- Kosten €295,- ex BTW per deelnemer
Aanmelden? Bekijk onze pagina: Legal ontbijtsessie: Actualiteiten arbeidsrecht – The Legal Company