Brancheorganisatie voor het mkb SieV wil dat de eindejaarsuitkering in de schoonmaaksector wordt aangepast. Voorzitter Rutgrink is niet tegen een goede beloning van de schoonmaakmedewerkers, maar vindt dat de huidige regeling te ingewikkeld is.
“Als SieV- bestuur hebben we geageerd op het telkens weer verhogen van de eindejaarsuitkering. Niet omdat wij tegen een goede beloning van onze medewerkers zijn, maar omdat deze regeling te veel haken en ogen heeft. Daarnaast is het huidige percentage (4,7%) nu al meer dan de helft dan de vakantiegeldregeling (8%). De regeling is dermate lastig, doordat de betaling van de eindejaarsuitkering plaats dient te vinden voor 15 december. Dat betekent dat de werkgever bij het uitbetalen van het maandloon over de maand december al de hoogte van de uitkering moet inschatten, omdat de berekening over een heel jaar gaat”, legt Maurice Rutgrink, voorzitter van de mkb-branchevereniging voor de schoonmaak SieV, uit.
Eerder gaf SieV het al aan: de belastingdruk voor de werkgever is bij extraatjes als een eindejaarsuitkering extreem hoog. Rutgrink: “Ik heb al vaker gehoord en in eerdere columns geschreven: van het bedrag rechtsboven ga je drie weken met je hele gezin met het vliegveld naar een all-inclusive resort in een warm land, van het bedrag rechtsonder ga je twee weken op de fiets naar de camping met je tent. Daarom heeft het verhogen van deze uitkering naar onze mening weinig zin, omdat de werknemers hier amper van profiteren. Van elke euro extra leveren zij meer dan de helft in. Dus het effect van 0,25% verhoging van deze uitkering betekent, dat de werknemer daar amper iets van merkt. Daarbij aangetekend: het bedrag kan via de zogenaamde vrije ruimte deels worden betaald, maar zo groot is deze ruimte niet.”
Tegenvoorstel eindejaarsuitkering
Het SieV bestuur vindt 3% eindejaaruitkering voldoende. Rutgrink: “Dat we dat voor de 15e betalen, is een hindernis waarop ik nu niet te veel wil ingaan. Wat ik voor ogen heb, is: de eindejaaruitkering terugbrengen van 4,7% naar 3%. Het verschil van 1,7% wil ik dan uitwisselen tegen een verhoging van het brutoloon van 1%. Deze verhoging is een eenmalige uitwisseling. Dus in 2022 wil ik de lonen verhogen met 1%, los van het bereikte cao-akkoord. In 2023 is het dan automatisch vastgelegd.”
Voordelen
Rutgrink besluit: “De werknemer merkt nu, dat van 1% loonsverhoging meer overblijft dan diezelfde 1% verhoging van de eindejaarsuitkering. De werkgever merkt qua werkgeversbijdrage amper het verschil, maar de werknemer krijgt wel iets meer nettoloon, iedere betaalperiode. En de werknemer merkt daar meer dan van de eindejaaruitkering. Dit komt dus prettig in het voordeel van de werknemer te liggen. Op 15 december ontvangen de werknemers dan de reguliere eindejaaruitkering van 3%. Dus, iedereen blij!”