Eén van de baantjes die ik als middelbare scholier had was schoonmaker. In het voormalige ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in aanbouw tegenover het Rijswijkse winkelcentrum In de Bogaard. Het net afgebouwde ministerie moest schoon worden opgeleverd en scholieren werden ingezet om de restanten bouwafval en -stof op te ruimen. Ik combineerde dit vakantiewerk in de late middaguren met een baantje bij een broodbakker in de vroege ochtend.
Henk Strating (info@hsarbeidsvoorwaarden.nl) is oprichter HS Arbeidsvoorwaarden | CAO-advies en onderhandelingen.
Dat was niet zo'n doordachte combinatie, want eigenlijk was ik aan het eind van de dag te moe om nog veel uit te voeren. Dat was overigens niet zó veel. We werkten tegen een door het uitzendbureau vastgesteld uurloon en werden niet afgerekend op de hoeveelheid en kwaliteit van ons werk. Dat bleef dan ook vooral beperkt tot de aanwezigheid van de opzichter die onze verrichtingen af en toe kwam controleren. De moderne lift van het nieuwe gebouw die hij daarvoor gebruikte kondigde zijn komst keurig met een doordringend belgeluid aan, waardoor we altijd ijverig aan het werk waren als de liftdeuren open gingen. Het doet me denken aan mijn militaire dienstplicht bij de Koninklijke Marechaussee. Daar kondigden de rinkelende nestelpennen van het uniform van de opper-wachtmeester zijn komst aan, zodat we ons in zijn aanwezigheid altijd precies zo gedroegen als hij van ons verwachtte.
Het gedrag dat wij als scholier-schoonmakers vertoonden hoort natuurlijk niet thuis in een volwassen arbeidsverhouding. Die is als het goed is gebaseerd op wederzijds respect en vertrouwen. Van werkgevers en medewerkers die elkaar nodig hebben om diensten te verlenen die klanten waarderen en die ze willen blijven afnemen, zodat de continuïteit van de bedrijfsvoering gewaarborgd wordt. Dat is een wederzijds belang. Maar respect en vertrouwen zijn van huis uit geen kenmerken van de arbeidsovereenkomst die de werkgever met 'zijn' werknemers aangaat. 'Zijn' werknemers, want de arbeidsovereenkomst geeft hem het gezag over hen. Die gezagsverhouding is naast arbeid en loon wél één van de drie kenmerken van de arbeidsovereenkomst. Dat was al zo toen ik als scholier mijn bezem pas pakte als de lift met de opzichter zich meldde. Net zo min als toen staat het eenzijdige gezag van de werkgever over de werknemer nu garant voor wederzijds respect en vertrouwen. Integendeel misschien wel.
Wederzijds respect en vertrouwen vereisen een arbeidsverhouding die gebaseerd is op wederkerigheid. Op gedeelde belangen van werkgevers en medewerkers, zonder wie de door de klant gewenste dienstverlening niet kan worden geleverd. Bij zo'n arbeidsverhouding horen zaken als medezeggenschap, gezonde arbeidsomstandigheden, adequate bedrijfsmiddelen en een faire beloning. Toen ik in 2010 bemiddeld had in het toenmalige conflict over de CAO Schoonmaak en een schoonmaakster op TV werd gevraagd wat de stakingsacties hadden opgeleverd, was haar antwoord: 'een loonsverhoging én betere schoonmaakmiddelen'. Dat brengt me bij de kómende onderhandelingen over de CAO Schoonmaak. Volwassen arbeidsverhoudingen, gebaseerd op wederzijds respect en vertrouwen, ontstaan niet aan de CAO-tafel, maar eigentijdse CAO-onderhandelingen kunnen ze wel stimuleren en ondersteunen. Daarover meer in mijn volgende column.
www.hsarbeidsvoorwaarden.nl