Tja, hoe zou die verdringing op de schoonmaakmarkt nu zijn ontstaan. Dat heeft wellicht niet alles, maar toch wel veel met de beeldvorming te maken. De taal mag dan wel het voertuig zijn van de geest, maar als de desbetreffende partijen niet in hetzelfde voertuig (willen) zitten, heb je een probleem. Goed schoonmaken zou een professionele bezigheid moeten zijn, maar is in veel gevallen gedegradeerd tot een activiteit die desnoods door een blind paard kan worden uitgevoerd.
Henk Mulder (henk.m.advies@planet.nl) is adviseur consultant building maintenance en redacteur van het Clean Totaal katern “Kijk Op Gevels”.
Wat wordt eigenlijk onder schoonmaken verstaan. Hebben we het over de voedselindustrie, de petrochemische industrie, ziekenhuizen, onderwijsinstellingen, overheidsgebouwen of over het vegen van de straat. Tegenwoordig mag tijd niets kosten en niets mag tijd kosten. Er worden schitterende offertes geschreven met de meest fraaie omschrijvingen, maar uiteindelijk bepaalt helaas de prijs wie ‘koopman’ is.
Ik hoorde onlangs een manager van een zogeheten dienstverlenende organisatie een belachelijk lage prijs noemen die hij wilde besteden aan de glasbewassing van een groot aantal overheidskantoren. Hierbij kreeg ik de indruk, dat een krantenjongen (of meisje) voor zijn/haar bezorgdiensten beduidend méér zou ontvangen dan de desbetreffende glazenwassers.
Dat sommige kantoren zich bevonden in de onmiddellijke omgeving van de kust en dat in die gevallen de vervuiling bestond uit onder meer grote hoeveelheden vogelpoep, maakte voor de manager niet uit. Wil je de opdracht hebben, dan neem je de vogelpoep op de koop toe, zo redeneerde hij. ‘Schoon’ was voor hem een willekeurige verzameling letters die nu eenmaal in de offerte moest staan. Natuurlijk had de manager geen boodschap aan de extra tijd die gemoeid was met het goed reinigen van de beglazing in de extreem vervuilde gebieden. Dat er ‘wat’ bleef zitten en de beglazing niet geheel schoon werd, was volgens hem niet zo’n probleem.
Gekscherend merkte hij op, ‘dat die ambtenaren anders toch maar naar buiten bleven kijken.’ Soortgelijke voorbeelden zijn niet uniek. Ook hoorde ik laatst een prijs noemen waarvoor toiletten moesten worden schoongemaakt in een verpleegtehuis. Bepaalde toiletgroepen mochten 38 seconden door de overigens goedwillende schoonmakers m/v worden ‘bewerkt’. Het ontbrak er nog aan, de ze rolschaatsen moesten onderbinden. Gezien de ‘residuen’ die ik tegenkwam, zouden ook 76 seconden niet voldoende zijn geweest.
Als de verantwoordelijke (overheids) opdrachtgevers zich zouden realiseren, dat professioneel schoonmaken een echt beroep is, waar in veel gevallen ook de hygiëne een uiterst belangrijke rol speelt, dan zou er wellicht iets minder neerbuigend met deze beroepsgroep worden omgegaan. Inderdaad, het kost wel iets, maar dan durf ik tenminste bij een van mijn bezoeken aan het eerder genoemde verpleegtehuis ook weer naar het toilet te gaan.
Het wordt de hoogste tijd om te laten merken dat we schoon genoeg hebben van de denigrerende wijze waarop in veel gevallen met de professionele schoonmaakwereld wordt omgegaan. Vakmensen zijn hun gewicht in goud waard, maar kosten slechts een fractie ervan.