Basisschoolleraren beoordelen jongenstoiletten significant viezer dan de toiletten van de meisjes. Bijna alle basisschoolleraren (90%) zijn dan ook van mening dat de toiletten schoner blijven als jongens zittend plassen. Tweederde (66%) van de leraren vindt zelfs dat het in het basisonderwijs een regel kan worden voor jongens om zittend te plassen. Dit en meer blijkt uit onderzoek van Kantar (voorheen TNS Nipo) in opdracht van het wereldwijde hygiëne- en gezondheidsbedrijf Essity, bekend van onder andere Tork.
In het onderzoek werden bijna 600 ouders en ruim 400 leraren uit het basisonderwijs ondervraagd over de oorzaken en de mogelijk oplossingen voor de belabberde toilethygiëne op basisscholen. Het is een vervolgonderzoek op het recente onderzoek uit 2018, waaruit blijkt dat de hygiëne op Nederlandse scholen ernstig tekort schiet.
Gedragsverandering noodzaak
Uit het onderzoek blijkt dat ruim de helft van de leraren (54%) het staand plassen als een van de belangrijkste oorzaken ziet van vieze en stinkende toiletten. Zes op de tien leraren (59%) zijn bovendien van mening dat jongens de wc viezer achter laten dan meisjes. Zittend plassen wordt door de leraren in het basisonderwijs aangedragen als oplossing van het probleem. Maar liefst negentig procent van de ondervraagden verwacht dat de jongenstoiletten daardoor schoner blijven. Tevens vindt een meerderheid dat het een regel kan worden om zittend te plassen.
Overigens valt op te merken dat ouders hier minder vaak voorstander van zijn. Net aan de helft (51%) van ouders met dochter(s) zien het belang van deze regel. Wanneer ouders een zoon hebben, vindt slechts een derde (35%) dat zittend plassen verplicht moet worden.
Rol van schoonmaak onderbelicht?
In het uitgegeven persbericht valt niet één keer het woord ‘schoonmaak’. Wordt daarmee de rol van schoonmaak bewust klein gehouden? Volgens Essity communications director Benelux Gertie Eikenaar zeker niet: “mede door de vraagstelling en de daarop gegeven antwoorden, ligt de focus ditmaal meer op gedrag en beïnvloeding. Schoonmaak is zeker een zeer belangrijk aspect binnen toilethygiëne. Daarentegen ligt de schoonmaak buiten ons bereik. Het is niet zo dat wij vijf miljoen euro per jaar uitgeven voor een extra schoonmaakronde. Wel kunnen wij de bewustwording vergroten en hebben wij de ijdele hoop dat wij kunnen bijdragen bij gedragsverandering.”
Schoonmaakbudget ontoereikend
Eikenaar verwijst in het gesprek terug op het onderzoek uit 2018 (hele rapport hier) waaruit blijkt dat de werkdruk voor het schoonmakend personeel te hoog is en dat het schoonmaakbudget onvoldoende is. Zo gaf toentertijd een derde van de ondervraagden aan dat het schoonmaakbudget zelfs te laag is om de hygiëne te kunnen waarborgen.
Een leraar uit het basisonderwijs laat in dat onderzoek het volgende weten: “Na iedere lesdag maken twee vaste schoonmakers het hele schoolgebouw, waaronder natuurlijk ook de wc’s, schoon. Onze school is daar erg kritisch op en is in de afgelopen twintig jaar ook meerdere malen gewisseld van schoonmaakbedrijf wanneer de resultaten niet naar tevredenheid waren. Ook de toiletten zien er iedere ochtend weer heel netjes uit. Maar gedurende de dag worden ze al gauw vies. Urine op en naast de wc, rondslingerend wc-papier en handdoekjes, et cetera.” Volgens de leraar zou één of twee schoonmaakrondes gedurende dag enorm helpen. Want “(…) als de wc’s steeds schoon zijn, zijn de leerlingen ook eerder geneigd om ze schoon te houden.”
Vooralsnog kunnen we uit beide onderzoeken stellen dat de hygiëne op de toiletten in het basisonderwijs regelmatig onder de maat is. Als verplicht zitten bijdraagt aan een betere toilethygiëne, waarom niet?