Brancheorganisatie OSB en bonden FNV en CNV zijn van mening dat alle mensen die werkzaam zijn als schoonmaker dezelfde arbeidsrechten en sociale zekerheid zouden moeten krijgen, ongeacht of ze als platformmedewerker schoonmaken bij particulieren of als werknemer in dienst zijn bij een schoonmaakbedrijf.
De sociale partners gaven hun wensen aan bij de Tweede Kamercommissie die op donderdag 16 november 2017 een rondetafelgesprek voerde over de platformeconomie. Platformorganisaties brengen vraag en aanbod rondom een bepaalde dienst bij elkaar. Er zijn allerlei initiatieven op gebied van particuliere dienstverlening zoals Uber voor taxivervoer, Deliveroo voor het rondbrengen van eten en Helpling voor schoonmaak.
Ongelijke rechten
Platformmedewerkers hebben niet dezelfde rechten als schoonmakers die onder de CAO Schoonmaak vallen. In de notitie roepen de sociale partners daarom op om de werkenden in schoonmaakplatforms dezelfde arbeidsrechten, sociale zekerheid en arbeidsomstandigheden te geven als schoonmakers in onze branche. Daartoe moet allereerst het ILO-verdrag 189 door Nederland worden geratificeerd. Vervolgens zal de politiek serieuze afspraken moeten maken over verbetering van de (rechts) positie van schoonmakers in huishoudens. Daarmee hoopt OSB tegelijkertijd ook een gelijk speelveld te creëren voor schoonmaakbedrijven en de diverse schoonmaakdiensten in de platformeconomie.
Huidige situatie
Op dit moment werken platformmedewerkers die bij particulieren schoonmaken op basis van de Regeling dienstverlening aan huis (RDAH). Door deze regeling kunnen particulieren op een ‘witte’ manier schoonmaakhulp inhuren. De RDAH regelt voor de schoonmaakhulp minimale rechten. Hierdoor moet de schoonmaakhulp zelf nog sociale verzekeringen en het pensioen regelen. Deze komen ook op eigen rekening van de schoonmaakhulp.
Ratificeren
Met ILO-verdrag 189 worden dezelfde arbeidsrechten aan huishoudelijke hulpen toegekend als aan reguliere werknemers. De sociale partners dringen er bij de Tweede Kamercommissie op aan om in het licht van de discussie over de platformeconomie serieus werk te maken van verbetering van de (rechts)positie van schoonmakers zodat ratificatie van het ILO-verdrag kan worden gerealiseerd.