Minister Karien van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) heeft gisteren een pakket samenhangende maatregelen voor de arbeidsmarkt aan de Tweede Kamer gestuurd. Samen met bonden en werkgeversorganisaties heeft het kabinet afspraken gemaakt op weke wijze medewerkers en zelfstandigen meer zekerheid krijgen over hun inkomen en op welke wijze, met name bij kleinere ondernemers, de angst wordt weggenomen om medewerkers in vaste dient te nemen.
Er bestaan al lange tijd zorgen over de werking van de arbeidsmarkt. Het geheel aan regels, verzekeringen, rechten en plichten leidt tot teveel werkenden die als gevolg flexibele contracten onzeker werk en daarmee een onzeker inkomen hebben. Werkgevers ervaren op hun beurt niet genoeg wendbaarheid om in te spelen op veranderingen. Daar komt nu verandering in via een beter evenwicht op de arbeidsmarkt, waarbij voor structureel werk een (vast) contract het uitgangspunt is.
Meer zekerheid voor werkenden
Wat verandert er volgens de plannen? Werkenden met een oproepcontract krijgen voortaan een vast basiscontract voor het aantal uur waarvoor ze ten minste standaard worden ingeroosterd. Nul-urencontracten worden verboden. Een uitzendmedewerker krijgt sneller een contract met meer zekerheid.
De draaideurconstructie komt ten einde: na drie aaneengesloten tijdelijke contracten bij dezelfde werkgever, mag pas na vijf jaar een nieuw contract worden gegeven in plaats van na de huidige termijn van zes maanden. Voor zelfstandigen komt er een verplichte, betaalbare arbeidsongeschiktheidsverzekering, zodat ze een vangnet hebben als ze arbeidsongeschikt worden.
Meer wendbaarheid voor ondernemers
Vooral kleine ondernemingen zijn minder wendbaar als één van de werknemers onverhoopt langdurig ziek wordt. Deze werkgevers blijven nu lang in onzekerheid of een zieke werknemer nog terugkeert, waardoor zij lange tijd geen vervanger in (vaste) dienst kunnen nemen. Daarom kunnen kleine werkgevers na één jaar ziekte van een medewerker duidelijkheid krijgen over de vraag of ze een medewerker structureel kunnen laten vervangen.
Ook komt er een Crisisregeling Personeelsbehoud voor werkgevers die worden getroffen door een crisis of calamiteit die buiten het ondernemersrisico valt (zoals de coronacrisis). Gedurende maximaal 6 maanden kunnen werknemers tijdelijk op een andere plek in het bedrijf aan het werk of tijdelijk minder werken met behoud van hun ww-rechten. Zo behoudt de werknemer een baan en inkomen en kan de werkgever de crisisperiode overbruggen. Daarnaast worden de kosten in de ww-premie voor overwerk beperkt bij grote vaste contracten. Ook het vaste basiscontract gaat onder de lage ww-premie vallen.
Reacties op de maatregelen voor de arbeidsmarkt
De plannen moeten nog goedgekeurd worden door de Tweede Kamer. De eerste reacties zijn positief van toon, alleen over de verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen klinkt hier en daar wanklank.