Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Koolmees heeft met werkgevers gesproken over de effectievere invulling van de Wet tegemoetkoming loondomein (Wtl). Uit de uitkomsten van deze gesprekken blijkt dat de Wtl (nog meer) een arbeidsmarktinstrument wordt dat werkgevers stimuleert om mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt in dienst te nemen en te houden. Het betreft een gerichte lastenverlichting voor werkgevers.
Wet tegemoetkoming loondomein
De Wtl is per 1 januari 2017 ingevoerd en biedt werkgevers een tegemoetkoming in de loonkosten als ze mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt in dienst nemen of houden. Dit gebeurt via drie instrumenten. De loonkostenvoordelen (LKV), het lage-inkomensvoordeel (LIV) en het jeugd lage-inkomensvoordeel (JLIV). De loonkostenvoordelen zijn bedoeld om het arbeidsmarktperspectief van specifieke groepen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt, zoals oudere werknemers en arbeidsgehandicapten, te verbeteren. Werkgevers ontvangen het LIV voor alle werknemers die tussen de 100 en 125 procent van het wettelijk minimumloon verdienen en die op jaarbasis ten minste 1.248 uur werken.
Uit de gesprekken met werkgevers is gekomen dat de Wtl als geheel moet bijdragen aan de inclusieve arbeidsmarkt. Koolmees informeert de Kamer hierover in een brief: ‘Dit wordt bereikt door aan werkgevers een gerichte lastenverlichting te bieden in de vorm van een tegemoetkoming in de loonkosten. Zo worden werkgevers gestimuleerd om mensen met een (potentieel) kwetsbare positie op de arbeidsmarkt in dienst te nemen en te houden. Hoe gerichter een instrument wordt ingezet op een specifieke groep hoe effectiever dit instrument zal zijn.’
Veranderingen in LIV
Het LIV wordt gerichter ingezet en zal omgevormd worden tot een LKV voor potentieel kwetsbare jongeren. Koolmees: ‘Met een gerichte lastenverlichting in de vorm van een nieuw loonkostenvoordeel voor jongeren met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt worden werkgevers gecompenseerd en gestimuleerd deze jongeren in dienst te nemen en te houden.’
In 2020 zijn het hoge LIV en de Jeugd-LIV al gehalveerd. In 2024 zal de Jeugd-LIV volledig worden afgeschaft. Het loonkostenvoordeel voor jongeren maakt gebruik van de bestaande parameters van het huidige LIV en Jeugd-LIV. Dit betekent dat de werkgever aanspraak kan gaan maken op het LKV jongeren als een jongere van 18 tot 27 jaar een loon ontvangt tussen 100% en 125% van het minimum(jeugd)loon en minimaal 1.248 uren per kalenderjaar heeft gewerkt. Werkgevers hoeven voor het LKV jongeren geen doelgroepverklaring aan te vragen. Het LKV jongeren wordt net als het huidige LIV automatisch uitbetaald.
Structurele loonkostenvoordeel doelgroep banenafspraak
Koolmees wil mensen werkgevers stimuleren om de groep mensen die behoren tot de doelgroep banenafspraak niet alleen in dienst te nemen, maar ook in dienst te houden. Daarom wil Koolmees het loonkostenvoordeel banenafspraak structureel beschikbaar stellen voor de doelgroep banenafspraak. Daardoor kan het loonkostenvoordeel toegepast worden zolang het dienstverband duurt, in plaats van de maximale termijn van drie jaar. ‘Dit komt de duurzaamheid van deze banen ten goede, omdat dit werkgevers stimuleert de werknemers in dienst te houden. Anderzijds kunnen werkgevers het LKV banenafspraak toepassen voor alle werknemers uit de doelgroep banenafspraak die ze in dienst hebben, en niet, zoals dat in de huidige situatie het geval is, alleen voor de werknemers die onlangs in dienst zijn getreden.’
Koolmees neemt hiermee een belangrijk knelpunt voor werkgevers weg. Bovendien, zo is de bedoeling, komen hierdoor meer werkgevers in aanmerking voor het loonkostenvoordeel banenafspraak.
Wetsvoorstel in 2021 naar de Kamer
De voorgestelde wijzigingen moeten worden bekrachtigd door de Tweede Kamer. Het ministerie verwacht dat het wetsvoorstel in de loop van volgend jaar naar de kamer gaat. In de tussentijd worden de plannen verder uitgewerkt en worden zowel Belastingdienst als UWV betrokken.