Reactie op het bericht: ‘Overheid moet niet zelf blijven schoonmaken’. OSB trekt hierin ten strijde tegen de Rijksschoonmaakorganisatie RSO. OSB eindigt als volgt: “De vraag is of het hebben van een eigen schoonmaakorganisatie als overheid, in deze tijd nog de beste oplossing is.” Voor mij is dat geen vraag. Het is niet de primaire taak van de overheid om als schoonmaakbedrijf te functioneren.
In het verleden zullen er ongetwijfeld redenen zijn geweest om zelf het heft in eigen hand te nemen. Maar dat was in het verleden; het is nu 2019 en er is in de schoonmaakwereld veel veranderd en verbeterd. In de CleanTotaal-nieuwsbrief lees ik via een link ook de visie van de RSO. Hierbij moet worden bedacht dat de ‘wervende’ teksten van deze overheidsinstantie door u en mij worden betaald. Volgens algemeen heersende opvattingen bij de overheid mogen commerciële advertenties en publicaties best wat kosten. RSO presenteert zich in de desbetreffende teksten als een bedrijf met ‘bevlogen’ en ‘gedreven’ medewerkers. Natuurlijk zijn alle ‘bevlogen’ en ‘gedreven’ schoonmaakmedewerkers ambtenaar.
Er wordt gesproken over ‘klanten’ en plezierige werkplekken, kortom, de hele opzet van de presentatie vind ik getuigen van een tunnelvisie waarin het eigen gelijk de enige waarheid is. De overheid die zichzelf ‘promoveert’ tot bedrijf en dat ook nog op kosten van de belastingbetaler, mag op z’n minst enige terughoudendheid betrachten. De RSO zou zijn ontstaan door gebrek aan kwaliteit die werd geleverd door het bedrijfsleven. Waar hebben we het dan over en kan de overheid betere kwaliteit leveren?
Onder kwaliteit verstaan we een bepaalde gesteldheid, hoedanigheid, mate waarin iets geschikt is om voor een bepaald doel te worden gebruikt. De overheid is een instantie waar het openbaar gezag berust. Een ambtenaar is een persoon die is aangesteld in een door de overheid beheerde dienst. Dit zijn drie verklaringen dan wel omschrijvingen die u kunt vinden in Van Dale Groot woordenboek van de Nederlandse taal.
Nu worden regelmatig grapjes gemaakt over ambtenaren terwijl die grapjes echt niet allemaal terecht zijn. Toch berusten ook de niet terechte grapjes ergens op. Er is ooit een aanleiding voor geweest en in bepaalde gevallen is die aanleiding er nog steeds. Vaak heeft het met het tempo te maken waarin iets plaatsvindt. Zo ontstond de uitdrukking: ‘Gods molens malen langzaam, maar die van de overheid malen nog langzamer.’ De gebruikers van deze uitspraak verwijzen dan bijvoorbeeld naar het CBR waar de vervanging van een rijbewijs soms maanden kan duren. Ook de afhandeling door de overheid bij het aanvragen van een vergunning kan ontzettend lang duren. En als het gaat over ‘kwaliteit’ wil nog wel eens gewezen worden naar de soms onbegrijpelijke en kostbare handelingen van het UWV.
Dan heb ik het nog niet over een dienst als de RDW. Ook hier vinden zowel goede als slechte handelingen plaats. Er mag worden geconcludeerd dat de levering van een overheidsdienst geen garantie is voor kwaliteit. En dan al die honderden miljoenen die onder verantwoordelijkheid van overheidsinstanties in bodemloze putten zijn verdwenen en waar de verantwoordelijken in veel gevallen nooit voor zijn gestraft. In soortgelijke situaties zou een bedrijf failliet gaan. De zogeheten Pikmeerarresten hebben in het recente verleden duidelijk gemaakt hoe moeilijk het is een ambtenaar ergens voor te straffen. De overheid dient niet te concurreren met het bedrijfsleven. De overheid moet zich bezighouden met kwalitatief hoogwaardige uitvoering van bestaande overheidstaken en moet schoonmaken overlaten aan professionele, particuliere bedrijven.
Henk Mulder