“Met een bouw- en installatiebedrijf binnen de groep zijn wij uniek in Nederland”. vervolgt Gennissen. “We kunnen daarmee een totaalconcept leveren, beter bekend als DBFMO (Design, Build, Finance, Maintenance and Operating). Normaal zit je als schoonmaakbedrijf alleen in de O van operating, nu doen we het totale traject als hoofdaannemer. Er is steeds meer belangstelling uit de markt, al moet je het niet groter maken dan het is. Er is maar een beperkt aantal organisaties in ons land dat voor zo’n totaal concept open staat. We bouwen bijvoorbeeld nu op deze manier een pand voor de Belastingdienst in Doetinchem. waarbij we al in het ontwerp van een pand het onderhoud en de schoonmaak meenemen. Daarmee voorkom je dat er zo dadelijk een nieuw gebouw staat waarvan de kosten voor schoonmaak en onderhoud onverantwoord hoog zijn. Het betekent natuurlijk wel dat de binding tussen opdrachtgever en ons als totaalleverancier groter wordt dan in de traditionele verhoudingen. Ik zie het echter ook als een wederzijdse afhankelijkheid. We zouden het ons niet kunnen permitteren om een slecht pand neer te zetten of onvoldoende te presteren op het onderhoud daarvan. Ik denk zelf niet dat dit concept ooit meer dan tien procent van onze omzet zal gaan uitmaken. Dat wil overigens niet zeggen dat we niet bij een opdrachtgever met meer bedrijfsonderdelen actief zijn. Je kunt denken aan een ziekenhuis waar we de beveiliging, catering, het onderhoud en de schoonmaak doen. Het onderscheid met DBFMO is dat je inschrijft op een bepaalde taak en je voor ieder onderdeel apart wel of niet gekozen wordt uit een hoeveelheid mededingers.
Integrated facility concept
Wij zien eigenlijk veel meer in ons totaalconcept of integrated facility concept, waarbij we alle dienstverlening in één pakket willen aanbieden zoals bij 3M. Ons doel is om in 2012 met dit concept 15% van onze omzet te genereren. Ik denk dat het lukt, maar als je een ding uit de afgelopen decennia kan leren, is dat de markt voor dit soort dienstverlening al een kwart eeuw veelbelovend is, maar zich in feite maar heel langzaam ontwikkelt. Je ziet dat andere aanbieders in het verleden ook een integraal pakket hebben aangeboden en dat die daarvan vrijwel allemaal terug zijn gekomen omdat de markt ervoor vrij klein is. De omzet is dus nog relatief gering. Dat vind ik niet zo erg. Facilicom heeft andere inkomstenbronnen en bovendien gaan wij voor kwaliteit in plaats van kwantiteit. Ik verwacht zeker nog enkele van dergelijke contracten te scoren in de komende jaren.”
Lees het complete interview in Clean Totaal nr. 4.