De speerpunten vanuit FNV Bondgenoten in het schoonmaak cao overleg zijn een beter ziekteverzuimbeleid, lagere werkdruk, uitbreiding vakopleidingen en een verhoging in centen in plaats van procenten. Bij centen denkt FNV aan 50 eurocent per uur/ per jaar ongeacht de loonhoogte. CNV Vakmensen zit wel op de lijn van de procenten en denkt aan 3% per jaar. Bovendien zet CNV in op multi-functionele inzet van de medewerkers naar facilitair medewerker. Dit vereist een verbreding van de opleidingen. In de (pro)centen zit naar onze mening de onderhandelingsruimte. Moeilijker onderhandelbaar voor de bonden lijkt vooralsnog het aspect ziekteverzuimbeleid en met name ook de wens/eis tot het afschaffen van de wachtdagen. De bonden voelt zich hierin gesterkt door de uitkomsten van het rapport met betrekking tot de pilot ziekteverzuimbeleid zoals dit door ITS en Dexis Arbeid werd uitgevoerd. Maar ja, het afschaffen van de wachtdagen brengt kosten voor de werkgevers met zich mee en dat moet weer ergens vandaan komen. Het wordt namelijk niet volledig gecompenseerd door niet tijdige vervanging. Worden de wachtdagen echt de wacht aangezegd?
Door Henk Cornelisse, lid redactie Clean Totaal
De opdracht
Het rapport, uitgebracht in opdracht van RAS, bevat de resultaten van een onderzoek naar wachtdagen en ziekteverzuim. RAS wil het wetenschappelijk en onafhankelijk onderbouwd bewijs voor de invloed van het afschaffen van wachtdagen op ziekteverzuim. De onderzoekscommissie bestond uit werkgevers – en werknemers vertegenwoordigers, voorgezeten door een onafhankelijke voorzitter. In het onderzoek zijn naast de reguliere schoonmaak ook specialismen betrokken. Evenals een juiste mix van grote en kleinere bedrijven, en een regionale spreiding.
Onderzoeksvraag
De onderzoeksvraag luidde: Wat is het effect van het afschaffen van wachtdagen op het ziekteverzuim?
Het zogeheten quasi experimentele onderzoek ging uit van 3 condities, en de effecten hiervan, te weten:
- er verandert niets en de wachtdagen gehandhaafd blijven;
- de wachtdagen worden afgeschaft;
- de wachtdagen worden afgeschaft en er wordt een interventie gericht op verzuimbegeleiding uitgevoerd.
Dit met als doel een antwoord te geven op de vraag of het afschaffen van wachtdagen, al of niet in combinatie met een interventie, leidt tot significante verschillen in de ontwikkeling (stijging, daling) in het ziekteverzuim .Bij dit onderzoek diende er wel aan een aantal voorwaarden voldaan te worden.
Voorwaarden
De voorwaarden luidden ruwweg:
- Participatie vanuit voldoende groepen en werknemers , verspreid over specialismen, regio’s (randstad versus niet-randstad) en kleine versus grote bedrijven;
- Middels een nulmeting bepalen of de groepen in de drie condities voldoende overeenkomen;
- Opzet van het onderzoek (herhaalde metingen van verzuimcijfers per maand) vereiste ruwe data over het ziekteverzuim en aanstellingen van de medewerkers;
- De gegevens dienden van goede kwaliteit zijn (geen missende waarden) en kracht hiervan moet voldoende zijn om eventuele significante effecten te kunnen aantonen;
- Het analysemodel moest centraal staan voor een zuivere meting van het effect van afschaffen van de wachtdagen op het ziekteverzuim, hierbij ook rekening houdend met variabele factoren en neveneffecten. (bijvoorbeeld: verandering in opnemen van verlof).
Hoge respons
In het najaar van 2012 zijn bij de bedrijven de groepen medewerkers voor het onderzoek geworven. Daarbij is rekening gehouden met een evenwichtige verdeling van de groepen in de specialismen, grote en kleine bedrijven en bedrijven in de Randstad en daarbuiten.
Het onderzoek vond plaats in de periode november 2012 (de nulmeting) en januari tot en met september 2013 (negen metingen). Tot slot is een aanvullende eindmeting uitgevoerd.
De respons op het onderzoek was hoog. De nulmeting is ingevuld voor 183 groepen met daarin 4077 medewerkers. De eindmeting telde 174 groepen en 4033 medewerkers. De onderzoekspopulatie was stabiel (de onderzoeksgroep bestond bij de laatste meting voor 88% uit dezelfde werknemers als bij de nulmeting).
Data
Van de medewerkers in de groepen zijn, geanonimiseerd, de gegevens over ziekteverzuim en verlof verzameld. Ziekteverzuim is gemeten aan de hand van de volgende verzuimmaten:
- Kortdurend verzuim (KVP): Ziekteverzuimpercentage tot en met zeven dagen;
- Zeer kortdurend verzuim (ZKDVP): Ziekteverzuimpercentage tot en met twee dagen;
- Langer verzuim (LZV): Ziekteverzuimpercentage langer dan zeven dagen;
- Meldingsfrequentie (MF): Het aantal nieuwe ziekmeldingen per maand ten opzichte van het aantal medewerkers, gecorrigeerd voor het aantal dagen in de maand;
- Nulverzuim: Het percentage medewerkers dat zich in een maand niet ziek gemeld heeft.
Resultaten
Effecten
Het antwoord op de onderzoekvraag: “Wat is het effect van het afschaffen van wachtdagen op het ziekteverzuim?” luidt volgens dit rapport dat het afschaffen van wachtdagen niet leidt tot een verschil in de ontwikkeling van ziekteverzuim in de schoonmaaksector.
Er is echter één opmerkelijk aspect. De ziekmeldingsfrequentie vertoont bij het afschaffen van de wachtdagen een dalende trend over alle metingen heen. Bij het vasthouden aan de wachtdagen is deze dalende trend ook aanwezig maar alleen tot en met meting 7 (van de 9) , daarna is er zelfs sprake van een stijgende trend.
Neveneffect
Het afschaffen van wachtdagen leidt volgens het onderzoek niet tot een verandering in het opnemen van verlof.
Samenhang
In het onderzoek is sprake van significante samenhang tussen specialismen en omvang van het bedrijf aan de ene kant en het ziekteverzuim aan de nadere kant.
Het specialisme glasbewassing en specialistische reiniging heeft een hoger (zeer) kortdurend verzuimpercentage (tot zeven dagen ziek) en een lager nulverzuim (meer medewerkers die zich ziek melden) dan de overige specialismen. De verschillen tussen de glasbewassing & specialistische reiniging en de overige specialismen (zorg, transport en food) zijn significant en consistent gedurende de meetperiode.
De algemene schoonmaak, de schoonmaak in de zorg en de schoonmaak in transport en food laten onderling geen significante verschillen zien in de ontwikkeling van de verzuimmaten.
Grote bedrijven laten een lager (zeer) kortdurend verzuim (tot zeven dagen) zien dan kleine bedrijven, maar dit komt door de glasbewassing en de specialistische reiniging, waar veel kleine bedrijven te vinden zijn. In de algemene schoonmaak vindt het onderzoeksteam geen verschil in de ontwikkeling van verzuim tussen grote en kleine bedrijven en/of bij de regionale spreiding.
Andere opvallende opmerkingen
Andere opvallende opmerkingen uit het rapport zijn:
- Bedrijven waarbij sprake is van een verzuimbeleid kennen de laagste kort verzuim percentages;
- Medewerkers die langer dan formeel gepland moeten doorwerken kennen een hoger verzuimpercentage en een lager nulverzuim dan bij medewerkers die (bijna) nooit langer dan gepland hoeven door te werken. Langer doorwerken betreft circa 20% van de medewerkers. Denk hierbij aan vervanging bij ziekte of verlof van collega’s i.v.m. niet tijdige vervanging;
- Medewerkers die een nieuwe leidinggevende krijgen hebben vaak als uitgangspositie dat er sprake is van een hoog ziekteverzuimpercentage. Gevolg: daling van het ziekteverzuim;
- Betrokkenheid van direct en indirect leidinggevenden leidt tot minder medewerkers die zich ziekmelden en vaak tot daling van het aantal ziekmeldingen.
Conclusies
Op basis van de onderzoekresultaten uit dit rapport blijkt dat het afschaffen van de wachtdagen niet leidt tot significante verhoging van het ziekteverzuim, hetgeen nogal eens veronderstelt wordt, maar juist wel in verschil tot verzuim frequentie, deze is bij het afschaffen van de wachtdagen namelijk lager.
Daarnaast betaalt een goed verzuimbeleid zich dubbel en dwars uit. Het lijkt te lonen om de direct en indirect leidinggevenden goed op te leiden op het gebied van verzuimbeleid. De contractwisselingsparagraaf staat dikwijls het investeren van naast de medewerkers ook deze leidinggevenden in de weg. Mogelijk biedt of het ter discussie stellen van de overnameparagraaf dan wel een RAS subsidie op dit specifieke opleiding thema professionalisering ziekteverzuimbeleid de nodige soelaas. Dit compenseert mogelijk deels de meerkosten bij het doorbetalen van de huidige wachtdagen.
Het voldoet ook aan de eis van de bonden tot reductie van het ziekteverzuim en verlaging van de werkdruk. Voor de werkgevers zullen de meerkosten van het eventueel afschaffen van de wachtdagen naar onze inschatting zeker onderdeel uitmaken van de cao onderhandelingen. Maar bovenal verwachten wij dat het thema inbesteden hoop op de agenda van OSB staat.
De redactie wilde dan ook “wachten” wat er de komende “dagen” te gebeuren stond tijdens de cao onderhandelingen.
CAO onderhandelingen
Maar zover kwam het niet…
De cao onderhandelingen zijn vandaag namelijk door OSB gelijk opgeschort. Zij verlangden van de bonden eerst een gemeenschappelijke stellingname richting Minister Blok om af te zien van het inbesteden van de schoonmaak binnen de Rijksgebouwen. Het als sociale partners gezamenlijk optrekken. De bonden wilden eventueel wel meedenken over het benoemen van criteria waaraan bij inbesteden dient te worden voldaan. Zij kunnen zich niet vinden in het gezamenlijk optrekken met OSB in haar stellingname.
OSB kwalificeert het voornemen van Minister Blok als een schijnzekerheid met desastreuse gevolgen voor de werkgelegenheid in de schoonmaakbranche. En in het verlengde hiervan de omzet. De bonden stellen het belang van de medewerkers centraal. Inbesteden heeft naar de mening van de bonden voor– en nadelen die goed afgewogen/onderhandeld moeten worden.
OSB gaat na de weigering van de bonden om zich achter standpunt te scharen eerst met haar leden overleggen en schortte de onderhandelingen op. Dit zal 12 december tijdens de ALV aan de orde komen, zodat het vervolg van de onderhandelingen tot begin januari 2014 op zich laat wachten. FNV Bondgenoten kwam gelijk in actie door de deuren van de onderhandelingsruimte symbolisch te barricaderen en de wens de schoonmaakbazen op de stoelen vast te lijmen met als thema: “Onderhandelen Nu!”
Het is vroeg onrustig in de polder…