De szp’er, beter bekend als schoonmaker zonder personeel, vormt een steeds grotere groep. Eén van de redenen is de toenemende populariteit van platforms als Helpling en iemand.nl. Het model van de platformeconomie staat daarentegen onder druk. Zo kunnen szp’ers vaak geen eigen tarieven opstellen. De Autoriteit Consument en Markt (ACM) onderzoekt nu of kwetsbare zzp’ers als schoonmakers, maar ook pakjesbezorgers, geholpen kunnen worden. Eén van de onderzochte mogelijkheden is het invoeren collectieve prijsafspraken.
Foto: © Udo Geisler – Flickr
Maar collectieve prijsafspraken, die zijn toch niet toegestaan in Nederland? Inderdaad, als ondernemingen samen een marktaandeel van tien procent of meer bezitten, en besluiten om prijsafspraken te maken, kan er sprake zijn van kartelvorming. En dat mag niet volgens de wet. Dus de uitspraak van bestuursvoorzitter bij de ACM Martijn Snoep is op zijn minst opmerkelijk te noemen.
Sociale dumping voorkomen
De Autoriteit Consument en Markt onderzoekt de mogelijkheden om szp’ers geholpen kunnen worden bij het maken van collectieve tariefafspraken. Letterlijk verklaart Sneep tegenover het Financieele Dagblad: “We bekijken of we binnen de wettelijke regels een uitzondering kunnen maken voor deze groep om sociale dumping te voorkomen.”
Een woordvoerder van de ACM verklaart aan ons dat het verboden is om prijsafspraken te maken, maar dat er uitzonderingsregels zijn. Er wordt onderzocht wat de mogelijkheden binnen deze uitzonderingsregels om zzp’ers die aan de onderkant van de arbeidsmarkt staan te ondersteunen. Een concrete invulling van een potentieel nieuw schoonmaakkartel is er overigens niet. “Het aantal zzp’ers in Nederland is de laatste jaren flink toegenomen. Binnen de wettelijke kaders heeft de ACM een kleine rol in de vorm van de Mededingingswet. We staan aan het begin van het onderzoeken van de mogelijkheden waarbij het uitgangspunt is om voor de groep zzp’ers een degelijk bestaansminimum te creëren.”
Bewust szp’er
Nu moeten we niet vergeten dat er in de schoonmaakbranche voldoende zzp’ers zijn die bewust de keuze hebben gemaakt om als zzp’er actief te zijn. Denk aan de glazenwasser in het busje met de ladder op het dak die veelal zijn eigen tarieven bepaalt. Daar doelt bestuursvoorzitter Snoep dan ook niet op. Het gaat nadrukkelijk om de kwetsbare groep die gedwongen worden om lage tarieven te handhaven waarmee een bestaansminimum niet of lastig op te bouwen is.
Vakbondsbestuurder CNV Jan Kampherbeek maakt ook duidelijk onderscheid. “De glazenwasser die alleen opereert, daar is niets mis mee. Toch vinden wij wel dat een landelijke pensioenregeling een vereiste is. Wanneer het mensen betreft die via de regel Dienstverlening aan Huis werken, zijn we voorstander van minimale arbeidsvoorwaarden. Al moet gezegd worden dat een minimumprijs een stapje in de goede richting is, maar lang niet alles oplost. Zo zijn er nog stappen te zetten in de verzekeringen, arbeidsongeschiktheid en (on)zekerheid.”
Wanneer het woord ‘schoonmaakplatform’ valt, is de vakbondsbestuurder stellig: “Deze schoonmakers zijn geen zzp’ers, maar werknemers. Het riekt naar werkgeverschap voor een lager tarief en daar zijn wij pertinent tegenstander van.” Duidelijke taal.
Schoonmaakkartel?
Kunnen we dan een kartel van schoonmakers zonder personeel verwachten? Dat lijkt niet te gebeuren. Allereerst omdat zzp-ers zich moeilijk organiseren. Collega’s praten namelijk regelmatig met elkaar, in tegenstelling tot concurrenten. Szp’ers die bewust voor het bestaan als freelancer hebben gekozen, kunnen over het algemeen prima een bestaan opbouwen van de tarieven die ze kunnen vragen. Een schoonmaakkartel is dus wat vergezocht, maar dat de onderhandelingspositie van een deel van de freelancers in Nederland beter kan, moge duidelijk zijn. Gezamenlijke prijsafspraken kunnen een eerste aanzet vormen.