In een fraaie zaal met uitzicht op het Haagse Bos werd dinsdag 5 maart 2019 in het SER-gebouw te Den Haag het gratis toegankelijk congres ‘Van Principe naar Praktijk: zó werkt het!’ gehouden. Een congres dat werd georganiseerd door de Stichting Code Verantwoordelijk Marktgedrag, FMN (Facility Management Nederland) en NEVI (Nederlandse Vereniging Van Inkopers) en waarbij de Code Verantwoordelijk Marktgedrag centraal stond. Ruim 140 vertegenwoordigers uit een breed spectrum van de facilitaire wereld lieten zich tijdens dit congres door enkele prominente sprekers inspireren.
Door Henk Cornelisse, redactielid Clean Totaal
Code: wie kent hem niet?
Voor wie het nog niet weet: De Code werd in 2011 in het leven geroepen om een eerlijke marktwerking in de facilitaire sector te stimuleren. Aanvankelijk gold dit met name de schoonmaak- en glazenwassersbranche, maar inmiddels is de werking van de Code uitgebreid met de sectoren catering, beveiliging en verhuisondernemers. Zo’n 1.400 organisaties hebben de Code ondertekend, waarmee zij te kennen geven netjes zaken te zullen doen en waarbij zeker ook de belangen van de medewerkers centraal staan. Dit aantal is gestaag groeiend. Andere branches sluiten zich wellicht aan.
Vervolg artikel onder video
Werk met liefde
Als dagvoorzitter tijdens het congres trad op Prof. dr. Aukje Nauta, bijzonder hoogleraar Universiteit Leiden. Zij is organisatiepsycholoog en in 2018 gepromoveerd op conflicthantering. Haar thema is presociaal werkgeverschap ter bestrijding van de treurnis die zij op veel werkvloeren ervaart. In haar oratie, onder de titel Werk met Liefde, staat zij uitvoerig stil bij het, in haar woorden, via een langdurig polderproces tot stand komen van de Code Verantwoordelijk Marktgedrag. Zij toont zich hier enthousiast over. Met liefdevolle bewoordingen.
SER: liefde voor de Code en schoonmaak
SER-voorzitter Mariëtte Hamers is geen onbekende binnen de schoonmaak. Als voormalig PvdA Kamerlid was zij in 2010 een van de schrijvers van het Zwartboek. Hierin werden diverse branches belicht waarbij het niet zo nauw genomen werd met de arbeidsomstandigheden. De schoonmaaksector kwam hier niet in voor. Drie jaar later, in 2013, was zij een van de voorvechtsters om de schoonmaak van Rijksgebouwen uit te besteden omdat er in haar ogen het nodige mis was in de schoonmaakbranche. “Ondanks de goede initiatieven voor wat betreft de invoering van de Code en het OSB Keurmerk”, zo liet Mariette destijds weten. In 2019 tekent zij in haar hoedanigheid als SER-voorzitter de Code, waarbij zij overigens nog opmerkt “te houden van de schoonmakers” en de Code verdergaand binnen haar netwerk onder de aandacht te zullen brengen. “Je zou kunnen zeggen in mijn hoedanigheid als opdrachtgever wellicht wat laat getekend, maar weet dat we er vanaf het begin al naar handelen! Ik ga er bij mijn bezoek aan organisaties extra op letten en daar ook aandacht voor de Code vragen. Het gaat immers om de mensen.”
Geen tijd voor toiletbezoek?
Code voorzitter Kees Blokland memoreerde in zijn inleiding dat de Code ontstaan is vanuit een intensieve dialoog tussen opdrachtgevers, opdrachtnemers, vakverenigingen en intermediairs: “De basis is toen gelegd om partijen ‘aan de voorkant’ in de markt op te roepen tot verantwoordelijk gedrag, zodat er ‘aan de achterkant’ meer ruimte is voor kwaliteit, vakmanschap en sociaal beleid. Aan de ‘voorkant’ wordt tussen inkoop en verkoop een contract afgesloten, en als dat contract het gevolg is van een te scherpe prijs uitvraag, of een te scherpe inschrijfprijs, dan is er binnen de marge van dat contract onvoldoende ruimte om het werk kwalitatief goed te doen, aan de ‘achterkant’ dus.” Blokland noemde als voorbeelden dat de schoonmaker geen tijd om de toiletten in de school goed schoon te maken, of de buschauffeur die onvoldoende tijd heeft om te plassen.
Prikkelende stellingen
Via stellingen prikkelde de Code-voorzitter de aanwezigen om later op de dag met elkaar het debat aan te gaan.
- De Code is een moreel appel tot verantwoordelijk marktgedrag, en is en blijft ‘principle-based’ en niet ‘rule based’.
- Kennis over aanbestedingsprocedures en mededingingsrecht: zorgpunt over de drempels die het MKB ervaart.
- Hoe krijg ik meetbaar greep op kwaliteit? Niet langer vanuit attitude penny wise, pound foolish.
- Bij langere contractduur/cao periodes mogen de inflatiecorrecties niet jaarlijks onderwerp van discussie zijn. Ga als opdrachtnemer en opdrachtgever tijdig met elkaar, in redelijkheid en billijkheid in overleg en bedenk dat beknibbelen op deze inflatiecorrectie werkdrukverhoging veroorzaakt.
- Houd scherp oog voor sociale aspecten binnen het dienstverleningscontract. Naast het vastleggen van rechten en plichten, prestatienormen etc.. Ook inregelen van fatsoenlijke ontvangst- en kleedruimten voor de uitvoerende medewerkers. Betrek hen als opdrachtgever ook bij (bedrijfs)feesten/presentjes.
- Stimuleer synergie en betrek uitvoerenden tijdig bij tenders of werkoverleg. Zij beschikken over veel kennis van de dagelijkse gang van zaken en mogelijke werkmethode verbeteringen.
- Betrek de kennis van de HR-medewerkers van opdrachtgever en opdrachtnemers op welke wijze optimale aandacht aan uitvoerenden gegeven kan worden.
- Maak bij demand management gebruik van intermediairs die beschikken over: kennis, vakmanschap, integriteit en transparantie.
Gele kaart en compliment
Tenslotte noemde Blokland dat de Code Commissie echt aanwezig is op de markt en via onder andere het uitdelen van gele kaarten of complimenten probeert concrete veranderingen aan te brengen. Hij roemde bijvoorbeeld de handleiding EMVI, White paper outsourcing, verbeterde keurmerken en Best Practice Awards.
Wie goed doet, goed ontmoet
Pier Eringa is president–directeur van ProRail. Een bevlogen spreker die zijn toehoorders liet weten dat ProRail een van de eerste partijen was die de Code ondertekend hebben: “Als je zelf staat voor veiligheid van passagiers en goede werkomstandigheden van ons eigen personeel, dan mag je dit toch zeker ook van je leveranciers verwachten? Reden dat wij zaken doen met marktpartijen die ook de Code ondertekend hebben. Duurzaamheid is bij ons immers doorslaggevend.”
Eringa noemde enkele praktijkvoorbeelden die voor de aanwezigen zeer herkenbaar waren met als grootste gemene deler: wees goed voor je medewerkers, passagiers en opdrachtnemers, dan zijn ze dit ook voor jou.
Wie wint de aanbesteding?
Em. Prof. dr. Jan Telgen was sinds 1987 als hoogleraar verbonden aan de Universiteit Twente. In mei 2018 ging hij gezien zijn leeftijd met emiraat en hij gaat derhalve thans als emeritus hoogleraar door het leven. Telgen geldt als een autoriteit in de wereld van inkoopmanagement en aanbesteden. In zijn presentatie ‘Wie wint de aanbesteding’ noemde Telgen de verschuiving van laagste prijs naar EMVI, dit als gevolg van de gewijzigde Europese richtlijnen. Hij legde uit dat de structuur van EMVI gewijzigd is in beste kwaliteit/prijsverhouding en daarbinnen vervolgens de laagste prijs. Strekking van zijn vrij technische betoog was voorts dat door het spelen met het toekennen van gewicht aan gunningsfactoren een inkoper iedereen kan laten winnen. Er worden naar zijn mening, al dan niet bewust, veel fouten gemaakt bij gunningen: “Het zet de deur open om spelletjes te spelen. Juridisch kwetsbaar, maar niet altijd verboden.”
In de humor schuilt de ernst
Cabaretier Sjaak Bral was de mystery quest. Hij wist een ieder in plat-Haags met de neus op de Code feiten te drukken. Tot groot lering & vermaak van eenieder overigens. Na het gelach werd het tijd voor de ernst. De aanwezigen gingen aan statafels met elkaar in debat over de eerder geponeerde stellingen. Resultanten van deze debatten waren onder meer: meer focus leggen op de toegevoegde waarde van kwaliteit en het verder verbeteren van kwaliteit weging/gunning criteria. Ook het idee om HR-medewerkers meer te betrekken vond bijval.
Maar absoluut creatief was het idee om een soort VAR in het leven te roepen als controlerend orgaan bij aanbestedingen waar een luchtje aan zit. Over hoe dit invulling te geven naast de Code Commissie blijft echter nog de vraag. Bovendien blijken ook nu VAR-besluiten in toenemende mate weer discutabel..