Vanmorgen maakte ik de badkamer schoon met een sprayflacon. Al eerder was me opgevallen dat ik dat moet doen met de badkamerventilator aan omdat ik er anders van ga hoesten. Iets dergelijks was mij al eerder opgevallen bij een keukenontvetter. Dit kan niet gezond zijn en dat wordt nu aangetoond door een Noors onderzoek. In de schoonmaak is sprayen in combinatie met de microvezelmethode gangbaar. Een tikkende tijdbom?
Door Leon van den Berg, redactielid Clean Totaal
De Universiteit van Bergen (Noorwegen) analyseerde de gegevens van 6.230 mensen die over een periode van twintig jaar gevolgd waren. Ze rapporteerden dat in ‘Cleaning at home and at work in relation to lung function decline and airway obstruction’ De onderzoekers maten de longfunctie en de luchtwegobstructie. Ze lieten de deelnemers vragenlijsten invullen om de intensiteit van schoonmaakactiviteiten vast te stellen. De longfunctie van vrouwen die dagelijks schoonmaakmiddelen gebruiken, bleek vergelijkbaar met die van mensen die tien tot twintig jaar 20 sigaretten per dag roken.
Onderzoeksleider Oistein Svanes: “Misschien niet zo verrassend, als je bedenkt dat je minieme deeltjes schoonmaakmiddel inademt die bedoeld zijn om de vloer schoon te maken en niet je longen”. Bij mannen vonden de onderzoekers nauwelijks effect, maar dat komt omdat die nauwelijks in huis schoonmaken. De onderzoekers adviseren niettemin schoonmaaksprays te vermijden en bij het schoonmaken niet meer te gebruiken dan gewoon water en een microfiber doekje.
Schadelijk voor longen en hart
Paniek in de schoonmaakwereld? Misschien wel. In de wetenschappelijke verantwoording zeggen de onderzoekers onder meer “It is known that cleaning tasks may imply exposure to chemical agents with potential harmful effects to the respiratory system (.. as well as on cardiovascular markers…). Further, increased risk of asthma and respiratory symptoms among professional cleaners and in persons cleaning at home is reasonably well documented.” What This Study Adds to the Field: “This study suggests that also long-term respiratory health is impaired 10-20 years after cleaning activities. We found accelerated lung function decline in women both following occupational cleaning and cleaning at home. The effect size was comparable to the effect size related to 10-20 pack-years of tobacco smoking.”
Dat lange termijneffect was nog niet eerder onderzocht. De basis van het onderzoek is een tweetal willekeurige dwarsdoorsnedes van de Europese mannelijke en vrouwelijke bevolking in de leeftijdsgroep 20-44 jaar. Hen werd gevraagd of ze nooit schoonmaakten, thuis schoonmaakten of werkten inde professionele schoonmaak. Daarna gaven de onderzoekers aan hoe ze gemeten hebben. Dat is een nogal technisch verhaal maar het komt er in het kort op neer dat de afname in longcapaciteit gemeten is in milliliters en dat is afgezet tegen het postuur op basis van de BMI (Body Mass Index) en dat dan weer vergeleken met het aantal sigaretten dat je dagelijks moet roken om tot een vergelijkbaar resultaat te komen. Van de onderzoeksgroep waren 53% vrouwen en daarvan had 44% nooit gerookt. De ex-rokers rookten gemiddeld zeven jaar van hun leven.
Weinig professionals
Een nuance in verband met professionele schoonmaak. Van de 3.298 vrouwelijke deelnemers gaf de meerderheid aan dat zij de schoonmaker thuis waren (85.1%). In vergelijking: bij de mannen was dat maar 46.5% van de 2932 deelnemers . Slechts 293 (8.9%) vrouwen en 57 (1.9%) mannen meldden dat zij beroepshalve schoonmaakten. De conclusie dat mensen die thuis schoonmaken misschien slechter met de middelen omgaan of dat er thuis schadelijker middelen worden toegepast dan in de professionele schoonmaak is verleidelijk, maar kan niet getrokken worden. Wel was zowel de gemiddelde leeftijd als het opleidingsniveau van de professionals lager. Zowel particuliere als professionele schoonmaaksters hadden wel vaker dan gemiddeld een arts bezocht met astmatische klachten. Vrouwen die nooit schoonmaakten (niet thuis of beroepsmatig) hadden de minste afname in longcapaciteit. Vrouwen die minstens een maal per week spayen of andere schoonmaakmiddelen/methoden gebruikten kwamen er slechter vanaf.
De vraag is of sprayen nu gevaarlijker is dan de middelen zelf. “There was no apparent increased risk of chronic airway obstruction in neither of the cleaning exposure groups and likewise, there was no apparent increased risk of chronic airway obstruction with regard to either use of cleaning sprays or other cleaning products.” Schoonmaakmiddelen in het algemeen zijn wel minder gezond. Uit eerdere studies blijk al dat ze de kans op de longziekte COPD vergroten waarbij de longblaasjes beschadigen en de zuurstofopname en dus iemands conditie vermindert. De afname van de longcapaciteit is relatief groot.
Afhankelijk van wat precies gemeten wordt en hoe dat gebeurt, bedraagt deze voor thuisschoonmakers respectievelijk 3.6 of 4.3 ml/jaar. Voor professionals zijn deze cijfers fors hoger: 3.9 en 7.1 ml/ jaar. Wie het onderzoek zelf wil bestuderen kan terecht op: https://www.thoracic.org/about/newsroom/press-releases/resources/women-cleaners-lung-function.pdf
Goed onderzoek, maar wel bedenkingen
Natuurlijk hebben wij een aantal organisaties en bedrijven in de branche hierover aan de tand gevoeld. Te beginnen met de Vereniging Schoonmaak Research (VSR). Directeur John Griep geeft de volgende reactie. “ Op basis van de beschikbare informatie en met inachtneming van de beperkte “onderzoekstijd”, kan ik je de volgende reactie geven. In algemene zin kan VSR de impact en implicaties op basis van de beschikbare samenvatting van het onderzoek moeilijk inschatten en kunnen wij ook niet (volledig) doorgronden hoe de onderzoekers aan hun conclusies komen. Het onderzoek is naar onze mening groots opgezet en erg zorgvuldig uitgevoerd. De steekproef is aanzienlijk. En de keuze van de sociaal economische co-variabelen is ook logisch.
Hoe kleiner de druppel, hoe dieper in de lonen
Toch hebben wij onze bedenkingen bij de conclusies die zijn getrokken op basis van de informatie die in het artikel is gegeven. Reinigen omvat verschillende activiteiten die de longfunctie kunnen beïnvloeden. Voorbeelden zijn stof afnemen en vegen (stof), matten kloppen (stof), werken met ammonia en/of hypochlorite (chemicaliën), sprayen met geurstoffen (chemicaliën) en sprayen met reinigingsmiddel (chemicaliën). Deze activiteiten vinden zowel huishoudelijk en institutioneel plaats. Het is aannemelijk dat naarmate een persoon meer en intensiever schoonmaakt hij meer aan deze invloeden wordt blootgesteld. Ik vind dat in het artikel niet eenduidig wordt aangetoond dat de afname van de longfunctie alleen is gerelateerd aan sprayen en niet aan (ook) andere schoonmaakactiviteiten.
In het artikel/onderzoek worden de categorieën gebruikt: 67 “not cleaning”, “≥1 cleaning spray ≥1/week”, and “≥1 other cleaning product ≥1/week”. Het is echter heel goed mogelijk dat de respondenten in de spray-categorie intensiever en vaker reinigen dan de respondenten in de categorie “other cleaning product” en daardoor sterker aan de effecten van schoonmaak-handelingen worden blootgesteld.
Kortom: een interessant onderzoek. Naar onze mening is in het artikel de relatie met schoonmaken wel aannemelijk gemaakt, maar de specifieke relatie met sprayen onvoldoende aangetoond. VSR propageert overigens altijd om de juiste methodiek toe te passen: sproeien in de doek en níet op het schoon te maken oppervlak om te voorkómen dat de spray airborne wordt en er onnodige aerosolen ontstaan. De Commissie Techniek van VSR zal in haar eerstvolgende vergadering fundamenteler op het onderzoek ingaan, zoals binnen VSR al eerder was voorgesteld.”
Oude wijn in oude zakken
Bas Korswagen van Zeepfabriek Siderius stelt dat de informatie van de universiteit van Bergen eigenlijk niets nieuws bevat: “Wij weten allang in de branche dat sprayen nevels vormt en dat dit minder gezond is. Datzelfde geldt echter ook voor water zonder chemische toevoegingen. Als je bijvoorbeeld met een hogedrukreiniger schoonmaakt, een regendouche neemt of naar de sauna gaat, krijg je ook waterdamp en nevel binnen. Dat kan riskant zijn zoals wij gezien hebben in Bovenkarspel waar legionella slachtoffers maakte. Maar ook gewoon bacterievrij water dat diep in de longen terecht komt levert problemen op. Drinkwater is immers geen lichaamseigen vloeistof. Wetenschappers en arbo-deskundigen gaan er terecht van uit dat alle vaste stoffen en vloeistoffen die diep in de longen terechtkomt een risico vormt.
Bij verneveling zou los van een veiligheidsinformatie blad dus altijd een mondkapje of gelaatsmasker toegepast moeten worden. Dit is toch ook gewoontegebruik bij zagen boren en schuren! Je zult echter tevergeefs zoeken naar een veiligheidsblad over water. Je kunt als gebruiker de risico’s van inademing van nevels wel beperken. Zo zou je bijvoorbeeld bij hd-reinigen een masker op moeten, maar ik zie dat zelden of nooit gebeuren. Je zou zo’n masker ook kunnen gebruiken als je reinigingsmiddel (al dan niet micro biologisch) vernevelt voor schoonmaak, maar ik zie dat gebruikers dit vrijwel nooit doen. Dat is in de dagelijkse praktijk voor de gebruiker te onhandig. Anderzijds is bij op grote afstand van het gezicht vernevelen en een serieuze ventilatie uiteraard veel minder risicovol dat (micro) druppels in de luchtwegen komen.
Bij Siderius doen wij er alles aan om de risico’s te verminderen. Ik was laatst op een verpakkingsbeurs in Italië en heb daar weer een enorme hoeveelheid verschillende triggers gezien. Er zijn niet voor niets zoveel verschillende pompsprays. Elk gebruik vraagt een specifieke oplossing. Zo gebruik je voor een ovenreiniger bijvoorbeeld liefst een trigger met een verlengde uitloop zodat de nevel ver weg van de gebruiker blijft. Zulke reinigers hebben een hoge PH-waarde en dat is dus een extra risico. Wij kijken dus naar een optimale combinatie van chemie, trigger en de hoeveelheid product dat verpompt wordt. Dat luistert heel nauw.
Als je te zuinig bent en dus veel onder hogere druk vernevelt, wordt de druppelgrootte erg klein en komt het product dus diep in de longen. Daarom houden wij een minimale productafgifte aan van 2 ml waardoor er nauwelijks (fijne) nevel ontstaat. Overigens zit er aan verneveling nog een ander aspect en dat is die van de geurstoffen. Die ruik je al snel, zonder dat dit qua nevel een gevaar vormt. In principe zijn echter vrijwel alle geurstoffen allergenen en kunnen daardoor dus in contact komend met de huid een reactie veroorzaken.”
Schoonmaak thuis riskanter dan professionele schoonmaak
Korswagen heeft ook nog wel een bedenking bij het onderzoek. “Er wordt wel erg de relatie tussen thuisverblijvende vrouwen gelegd en het onderzoek. Het is een ieder bekend dat huisstof voor de longen ook geen voordeel is. In hoeverre is dit goed meegenomen met het onderzoek? Het onderzoek is weliswaar over 20 jaar genomen, maar hoe degenereren de longen van 20 jaar voornamelijk binnen zitten? Aan dit aspect mag niet voorbij gegaan worden.”
Onderschreven door ander onderzoek
Johan Tops van Greenspeed geeft aan dat men ook een ander recent onderzoek kent met een vergelijkbaar resultaat. “Doctoraatsstudente Laura Van den Borre (VUB) bestudeerde in haar onderzoek ‘Health risks in the cleaning industry’[2018] de grootste verschillen tussen doodsoorzaken van professionele schoonmakers, ander (kantoor)personeel en leidinggevenden. Hieruit blijkt dat het sterftecijfer door longaandoeningen en hart- en vaatziekten hoger ligt bij schoonmakers. Greenspeed analyseerde de studie in detail en wil het belang van de gezondheid van de schoonmakers nog verder centraal gaan stellen. In Europa werken ongeveer vier miljoen mensen als schoonmaker. Dat is bijna twee procent van de beroepsbevolking. Over een periode van twintig jaar [1991-2011] analyseerde Van den Borre aan de hand van overlijdensaktes wie er gestorven was en waaraan. In totaal onderzocht ze 250.000 overlijdens bij mannen en vrouwen. Zo kwam Van den Borre tot de conclusie dat het sterfterisico in deze referentiegroep voor schoonmakers beduidend hoger ligt dan bij bedienden en kaderleden.
De kernvraag is natuurlijk nu of en hoe dit kan worden vermeden? Werken met minder schadelijke, Cradle to Cradle certified detergenten zou een deel van de oplossing kunnen zijn. Deze middelen zijn niet enkel minder schadelijk voor het milieu, maar claimen met het Cradle to Cradle-certificaat ook minder schadelijk te zijn voor de gezondheid van de schoonmakers. Cradle to Cradle screent ook de VOS (Vluchtige organische stoffen) in de middelen. Dankzij de microvezeltechnologie wordt het gebruik van detergenten bovendien reeds drastisch verminderd. Verder blijft het ook een noodzaak om continu een het schoonmaakpersoneel goed te trainen. Zo kan worden vermeden dat er onjuist met de producten wordt gewerkt en zijn de schoonmakers op de hoogte van de mogelijke gevaren.
Sprayen of sproeien of niet…
Annemiek Nefkens, manager Communicatie bij Hago Nederland BV stelt het volgende: “Ik heb naar aanleiding van je vraag navraag gedaan bij mijn collega’s. Het onderzoek is hier bekend. Wij maken gebruik van de middelen en materialen van ons Vebego-zusje Alpheios. Daar zitten geen sprayflacons tussen.”
Ad van Poppel, Directeur kwaliteit bij Gom gaat uitgebreid op dit onderzoek in. “Het onderzoek was ons nog niet bekend. Goed om als branche gezamenlijk het onderzoek te bestuderen. Ik weet dat binnen de VSR wordt gekeken naar diverse schoonmaakhandelingen in combinatie met fijn stof. Dit lijkt mij een goed onderwerp om daar toe te voegen aan de onderzoeksagenda. Hoewel ik zelf het onderzoek nog niet heb doorgenomen, wil ik wel reageren. Het is denk ik goed om ons te realiseren dat er een wezenlijk verschil bestaat tussen sprayen en sproeien. Eenvoudig gezegd is sprayen breeduit, met verneveling, sproeien is het in fijne stralen spuiten op het oppervlak of de doek. Klinkt als een detail, maar gezien het onderzoek (effecten van sprayen met reinigingsmiddel) is dit verschil wel belangrijk. Want er wordt bij ons weinig “gesprayd” met reinigingsmiddelen.
Voor interieurreiniging werken wij met een sproeiflacon en microvezeldoek. Niet alleen leiden wij in de professionele schoonmaak onze mensen op in goed gebruik (sproeien), maar ook gebruikt deze werkwijze alleen water, dus geen reinigingsmiddel. Voor harde vloeren werken wij veelal met microvezelmoppen zonder reinigingsmiddel. Waar wij toch reinigingsmiddel gebruiken, voegen wij dit toe aan mopwater via de doseerdop en sprayen wij niet. In principe is de sanitaire ruimte de enige omgeving waar reinigingsmiddel wordt toegevoegd aan de sproeiflacon, dit echter in een zeer beperkte hoeveelheid. Blijft eigenlijk een klein deel over. Bijvoorbeeld bij het reinigen van liftwanden en bij keukenreiniging wordt wel gebruik gemaakt van kant en klare oplossingen. Kennis van en opleiding in gebruik van deze middelen is hier uiteraard van belang.
Professionele schoonmaak verschilt op veel vlakken van huishoudelijke schoonmaak
Het onderzoek maakt een splitsing in huishoudelijke en professionele schoonmaak. Inderdaad twee duidelijk verschillende gebieden, helemaal als je kijkt naar een breder spectrum dan alleen sprayen. In de huishoudelijke markt zien wij dat nog veel wordt gestoft, gebruik wordt gemaakt van kant en klare sprayreinigers en lekker veel schoonmaakmiddel worden gebruikt (zelfs de flinke scheut chloor met de niet bevorderlijke damp), zien wij geurtoevoegingen en worden matten uitgeklopt. Hier zie je duidelijk de verschillen met de professionele schoonmaak. Daar is klamvochtige reiniging de norm, kloppen wij geen grote matten uit vanwege ergonomisch werken en gebruiken wij bij reinigingsmiddelen doseersystemen.
De keuze van de middelen in onze branche is dan ook erg belangrijk. Gom heeft de gezonde en schone werkomgeving als belangrijk speerpunt. Daarbij gaat het om:
- Hernieuwbare en biologisch afbreekbare ingrediënten van plantaardige oorsprong;
- Verpakkingen die 100% recyclebaar zijn.
Gom kiest bij de dagelijkse reinigers bewust voor C2C gecertificeerde ecologische reinigingsmiddelen. Dit zijn niet-geclassificeerde producten, hetgeen betekent dat er geen gevarensymbolen van toepassing zijn. Veel veiliger voor het milieu én onze mensen. Ik denk dat dit een belangrijk verschil is tussen huishoudelijke schoonmaak en professionele schoonmaak: opleiding, instructie én gebruik van middelen. En toch: het is goed dat dit soort onderzoeken de aandacht krijgt die het verdient. Goed om daar vanuit VSR verder op in te zoomen.” Dat hebben wij dus in dit artikel al gedaan.
Conclusie
Het onderzoek is gedegen en bevat bijdragen van wetenschappers uit de gehele Europese Unie. Sprayen blijkt niet zonder risico, maar in de thuissituatie veel gevaarlijker dan in de professionele schoonmaak. Dat komt omdat thuis veel gebruik wordt gemaakt van kant-en-klaarproducten en er ook geen training is hoe daarmee om te gaan. In de professionele schoonmaak wordt weinig gesprayd, maar wel gesproeid met water, eventueel met toevoeging van chemie. De aanwijzingen voor gebruik zijn duidelijk: het middel op de microvezeldoek spuiten en niet op het oppervlak. Of dat in de praktijk ook echt altijd gebeurt, is onwaarschijnlijk. Ik heb zelf vaak genoeg de verkeerde werkwijze gezien. Ook opvallend is dat een aantal bekende fabrikanten en schoonmaakbedrijven niet gereageerd hebben op mijn vragen over dit onderzoek. Een gemiste kans.