In de Verenigde Staten is niet iedereen blij met innovatie, zo blijkt uit enkele reacties op een LinkedIn-post van Chip Cutter, Managing Director van LinkedIn. Cutter plaatste eind november een bericht over een geheime test bij Walmart. De gigantische supermarktketen test de Emma RS26 schrobzuigrobots, welke een joint-venture zijn van ICE & Braincorp, op vijf locaties in de buurt van het hoofdkantoor. Mensen zijn bang dat de toetreding van robots ten koste zal gaan van banen. Meerdere gesprekken leert ons dat we daar voorlopig niet bang voor hoeven te zijn. Robotisering biedt juist kansen en Nederland schijnt zelfs koploper te zijn met een nieuw initiatief waarin wordt gekeken hoe het werk van de schoonmaker leuker en attractiever gemaakt kan worden door schoonmaakrobots.
Robotisering biedt kansen, maar is nu nog vooral marketing
Robotisering is hot. Dat blijkt wel uit de verschillende innovatie awards die wereldwijd in onze branche worden uitgereikt. De prijzen in de machine-categorieën gaan met enig regelmaat naar nieuwe schrobzuigrobots. Prijzen geven aanzien en aandacht in de media, maar wat betekent deze ‘wapenwedloop’ voor onze branche? Gaat het over schoonmaakrobots, dan gaat het meestal over bedreigingen in plaats van kansen. Is dit wel terecht?
Werkgroep Robotisering
De sociale partners zijn dit jaar gestart met de werkgroep Robotisering. Volgens deze werkgroep moet er niet gekeken worden naar wat we kunnen robotiseren, maar moet er vooral gekeken
worden naar wat we wíllen robotiseren. Vakbondsbestuurder van FNV Schoonmaak Renate Bos: “Als je de schoonmaker vraagt welke werkzaamheden zwaar zijn, dan is dat over het algemeen niet het werk waarvoor nu robotische oplossingen worden bedacht. Trappenhuizen reinigen bijvoorbeeld, dat is zwaar werk. Dat zal elke schoonmaker zeggen, maar dat werk wordt nu niet gerobotiseerd.
Met de werkgroep kijken we naar welke werkzaamheden interessant zijn om te robotiseren. Waar is de schoonmaker mee gebaat? Het is een mooie ontwikkeling dat werkgevers ook getriggerd worden door de meerwaarde van robotisering. De centrale vraag is namelijk hoe robotisering bijdraagt aan het leuker en aantrekkelijker maken van schoonmaakwerk, bijvoorbeeld om dat er ruimte ontstaat voor andere werkzaamheden.”
Kinderschoenen
De blik van de werkgroep is gericht op 2025. Volgens Marketing Director van ICE Benelux BV Rob Stokkel zijn schoonmaakrobots dan reeds geaccepteerd. “Kijk naar gazonmaaiers, inmiddels vinden wij dat de normaalste zaak van de wereld. De test zoals deze nu wordt uitgevoerd met onze robot schrobzuigmachine Emma is daar het voorbeeld van.”
Volgens Stokkel zijn er een aantal branches waar de schrobzuigrobot het verschil gaat maken de komende jaren: “Denk aan de industrie, retail, ziekenhuizen en warehousing. Daar gaan robots een grote rol spelen en zal de schoonmaker een grotere toegevoegde waarde gaan leveren door robotisering.” Dat zou wel eens sneller kunnen dan wij denken. Op de vraag of schoonmaakrobots binnen de professionele schoonmaak over tien jaar gemeengoed zijn is Stokkel uiterst duidelijk: “Daar is geen twijfel over mogelijk. Over tien jaar zien we in hypermarts (grote supermarkten als Walmart red.) de machines rijden tussen het winkelend publiek door, uiteraard tijdens daluren en na sluitingstijd, maar dat wordt de normaalste zaak van de wereld.”
Stokkel erkent dat op dit moment de meeste robots als marketingtool worden ingezet, “en dat is ook niet erg. Zo blijft robotisering een onderdeel op de agenda en dat kan nooit verkeerd zijn als je het mij vraagt.”
Robotisering heeft de toekomst
Product marketingmanager bij TASKI Hans van Dam is het gedeeltelijk eens met Stokkel, maar denkt dat schoonmaakrobots al eerder gemeengoed worden: “2025 is ver weg en de technologische ontwikkelingen gaan heel snel. Wij hebben ondertussen twee jaar ervaring in Nederland met robots en in die tijd al een flinke stap voorwaarts gezet.”
Van Dam doelt mede op de recent geïntroduceerde TASKI Swingobot 2000. Deze robot is productiever en in meer ruimtes inzetbaar dan zijn voorganger. “Over drie jaar zullen we op steeds meer locaties robots zien. Zij zullen zeker niet de schoonmaker vervangen en nemen ook niet alle taken over, maar vullen wel aan bij de dagelijks repetitieve werkzaamheden.”
Als voorbeeld noemt van Dam Schiphol, waar schoonmakers tweehonderd meter vooruit rijden, omkeren, om vervolgens weer tweehonderd meter terug te rijden. “Dat is enorm zonde, in onze optiek kan je een schoonmaker veel beter inzetten. Laat de robot het eentonige werk doen zodat de schoonmaker zich met de menselijke details bezig kan houden. Het is de combinatie van mens en robot die zorgt voor een optimaal resultaat. Een robot alleen maakt een gebouw immers niet schoon.”
Terugverdientijd schoonmaakrobots geeft doorslag
Van Dam vertelt dat hij denkt dat ongeveer de helft van de klanten op basis van ROI (Return on Investment red.) tot aanschaf van een robot overgaat. “Wij stellen samen met onze klanten een berekening op om een vergelijking te maken tussen het reinigen van een locatie met een conventionele machine ten opzichte van een robot. Als je alle componenten meeneemt verdient de machine zich vaak al binnen drie jaar terug.”
Bij Diversey geloven ze dat robotisering de toekomst heeft, er werkt dan ook veertig man personeel op de afdeling R&D, volgens de marketingmanager om de leidende positie te behouden. Wereldwijd zijn er zo’n 350 TASKI robots operationeel, waarvan twintig in Nederland.
Robotisering sturen
In het boek ‘De robot de baas’ uit 2015 wordt door Robert Went, Monique Kremer en André Knottnerus de toekomst van werk in het tweede machinetijdperk belicht. Zij concluderen dat robotisering kansen biedt voor economische groei en productiviteitsverhoging in een wereld waarin groei niet meer vanzelfsprekend is. Dit naslagwerk en de visie van professor Went is de inspiratiebron geweest voor de werkgroep. Het naslagwerk concludeert onder andere: ‘in velerlei opzichten blijft de mens de baas: veel menselijke activiteiten zijn niet te codificeren of routiniseerbaar en er is veel wat alleen mensen kunnen doen’.
Bos: “Schoonmaakwerk is moeilijk te robotiseren en daar ligt voor ons de kans. Doordat er niet ‘keihard’ in onze branche is gerobotiseerd, is het voor ons nu mogelijk om te proberen richting te geven aan robotisering en kansen te zien in plaats van bedreigingen. Ik geloof dat robotisering het schoonmaakwerk leuker, afwisselender en interessanter kan maken. Daarom willen we juist de toekomstige ontwikkeling mee vorm geven in plaats van het over ons heen te laten komen.” De werkgroep van FNV, CNV en OSB bevindt zich in de oriëntatiefase. Maar volgens Bos is er de wil om er samen iets van te maken. “En dat wordt gevolgd vanuit het buitenland.”
Geen banenverlies
Robotisering zal voor de schoonmaker leiden tot verandering in het schoonmaakwerk, maar het zal niet leiden tot minder banen. De intrede van de robot zou een upgrade zijn voor het vak schoonmaak, zo moet ook de medewerker getraind worden in het aansturen van een schrobzuigmachine, in plaats van het bedienen hiervan.
Anno 2017 is robotisering vooral een spannende en interessante marketingtool in onze branche. Schoonmaakrobots trekken de aandacht, van het publiek, omdat het immers wel gaaf is, en van de schoonmaker, omdat de randjes en hoekjes, juist het minder prettige werk, wordt overgeslagen. De branche staat aan de vooravond van de intrede van robotisering, maar hoe zich dat exact gaat ontwikkelen? In 2025 zullen we het weten. Dat schoonmaakrobots dan een wezenlijk onderdeel zijn van ons schoonmaakvak, daar wordt niet aan getwijfeld.
Dit artikel is verschenen in Clean Totaal magazine 6 – 2017. Wilt u in 2018 geïnformeerd worden door het best gewaardeerde vakblad dat informeert over professioneel schoonmaken & reinigen? Abonneer nu en mis niets!