Zo’n tien jaar geleden was ik hoofdredacteur van een blad op het gebied van facilitair management. In die tijd zag ik nooit een schoonmaakonderwerp voorbijkomen. Eerlijk gezegd dacht ik daaraan toen zelf ook niet. Bij facilitaire opleidingen stond dit onderwerp ook op zijn zachts gezegd niet in de belangstelling. Je kon immers meer scoren met sexy onderwerpen als GBS, FMIS, lichtplan en security. Hoe is de stand van zaken tegenwoordig?
Door Leon van den Berg, redactielid Clean Totaal
De meeste schoonmakers hebben net als de rest van de beroepsbevolking vmbo/mbo-niveau. Daarom kijk ik eerst naar de mbo-opleidingen. Daarnaast zijn er HBO- en masterstudenten. De opleidingen daarvoor komen in het tweede deel van dit artikel aan bod. Een facility manager is erop gericht het wonen, werken en verblijven van mensen zo goed mogelijk te laten verlopen. Zijn werkveld omvat gebouwbeheer, catering, communicatie, bewaking & beveiliging, organisatiekunde, huisvesting, ICT, inkoop, logistiek, wagenparkbeheer, recht, bedrijfseconomie, marketing en schoonmaakonderhoud. Sneeuwt dit laatste werkveld onder in de opleidingen? Welnu, het viel niet mee om daarover informatie te krijgen. Eigenlijk best tekenend voor de aandacht voor schoonmaak. Ik kwam op mijn zoektocht regelmatig uit bij hoofden van de Facilitaire Dienst, terwijl mijn onderwerp onderwijskundig is. Misschien wel het beste bewijs dat schoonmaak in het onderwijsveld nog niet echt leeft.
“Uit het tijdsbeslag kun je opmaken dat schoonmaak een klein deel is van de totale opleiding”
Mbo – ROC’s
Wout Zonneveld is teamcoördinator van de opleiding Facilitaire Dienstverlening aan het Haagse Mondriaan College. “Of schoonmaak een rol speelt binnen de FD-opleiding is afhankelijk van het niveau. In niveau 2 is het een van de werkprocessen die gedurende een half jaar twee uur per week aan bod komt. Het is ook onderdeel van de stage. Uit het tijdsbeslag kun je al wel opmaken dat het een klein onderdeel is van de totale opleiding. Daarnaast hebben wij een opleiding op niveau 4 en dan spreek je over leidinggevend niveau. Daarin speelt schoonmaak geen enkele rol als opleidingsonderdeel.
Daartussen zit niveau 3 en dan spreek je over een opleiding tot objectleider binnen de facilitaire dienstverleningen. Die opleiding is echter tot dusver niet van de grond gekomen.” In de onlinebrochure verwoordt deze reguliere ROC het vak als volgt: “Tijdens de facilitaire opleidingen krijg je te maken met bijvoorbeeld: beveiliging, Arbo, gebouwenbeheer, brandpreventie, opslag, inkoop en nog veel meer.” Onder dat laatste zal dan wel schoonmaakonderhoud vallen. Schoonmaak wordt dus niet expliciet genoemd. Samenvattend kun je dus inderdaad concluderen dat kennis van schoonmaak uitsluitend op uitvoerend niveau deel uit maakt van het curriculum, maar dat leidinggevenden er dus kennelijk weinig van af weten als ze klaar zijn met hun opleiding als zij direct zijn ingestroomd. Volgt men een lange opleidingsroute van niveau 1 naar niveau 4 is die situatie natuurlijk anders.
Bij het Rotterdamse ROC Zadkine is er op niveau 4 wel aandacht voor schoonmaak. De opleiding tot facilitair leidinggevende duurt drie jaar en wordt als volgt omschreven: “Bij instellingen en bedrijven werken allerlei mensen achter de schermen om het verblijf van gasten, klanten en personeel zo aangenaam mogelijk te maken. Dit zijn de medewerkers van de receptie, beveiliging, schoonmaak, het onderhoud en restaurant. De facilitair leidinggevende zorgt ervoor dat al deze diensten goed op elkaar zijn afgestemd.”
Schoonmaak wordt hier dus wel genoemd in het kader van het aansturen van medewerkers, maar komt in de omschrijving van de verschillende werkvelden niet voor. Opvallend is dat je keuzedelen kunt volgen vanaf het tweede jaar. Calculatie in de schoonmaak is zo’n keuzedeel. De vraag is natuurlijk hoe je zonder diepgaande kennis van schoonmaak ooit een goede calculatie kunt maken.
ROC TOP uit Amsterdam biedt een opleiding op niveau 2 voor ondersteunend medewerker. Na deze opleiding kan een student aan de slag als servicedeskmedewerker, cateringmedewerker, administratief medewerker, receptionist, telefonist, schoonmaker, huismeester/ conciërge, medewerker operationele techniek of als medewerker postzaken. Deze opleiding lijkt erg op wat het Facility Horeca & Travel College uit Nieuwegein (onderdeel ROC Midden Nederland) aanbiedt op dit niveau.
Er is ook een niveau 4 opleiding voor middenkader Facilitair leidinggevende. Van de 12 competenties is Schoonmaak-, magazijn- en logistieke werkzaamheden er een. De diverse onderdelen van deze competentie liggen wel erg uit elkaar en de vraag dringt zich op of schoonmaak niet een beetje ondersneeuwt. ROC TOP biedt ook een opleiding Facilitair leidinggevende op niveau 4: “Jouw werkzaamheden zijn het organiseren en beheren van de inkoop en de voorraad, het beheren van contracten en het opstellen van managementrapportages. Maar ook klachten oplossen, facilitaire werkzaamheden coördineren en medewerkers begeleiden behoren tot je takenpakket.” Het woord schoonmaak valt verder nergens in de online informatie. Dat is veelzeggend.
Afstandsonderwijs
Het afstandsonderwijs leidt ook op voor mbo-niveau, maar bijna alle instituten hebben ook een hbo-onderdeel. Het NTI noemt schoonmaakonderhoud wel als belangrijk onderdeel. In de onlinebrochure verwoordt men het als volgt: “De managementopleiding Facilitymanagement is, de naam zegt het al, gericht op het facilitair management. Schoonmaakonderhoud, Cateringmanagement en gebouwenbeheer zijn in het oog springende onderdelen. Maar je volgt ook een praktisch en overkoepelend vak als Projectmanagement. Projectmatige vaardigheden zijn tenslotte in alle genoemde werkvelden onmisbaar.” Des te teleurstellender is dat ik op mijn mail naar aanleiding van diverse telefoontjes het antwoord kreeg: “Helaas kunnen wij hier momenteel geen tijd voor vrijmaken. Wij kunnen je hiermee dus niet helpen.” Dat was ten minste nog een reactie. Van ’s lands grootste opleider NCOI die twintig facilitair gerelateerde opleidingen biedt van praktijkniveau tot master kreeg ik niet eens antwoord.
Hoe is dit gebrek aan belangstelling te interpreteren? Mogelijk gaat het zo goed met deze opleidingen dat men geen persaandacht nodig heeft. Ik denk echter eerder dat schoonmaak – waar in ik de mails nadrukkelijk om vroeg – in deze opleidingen geen rol van enige betekenis speelt en dat men dat liever maar niet aan de grote klok hangt. Dat denk ik niet zomaar. Het NTI heeft een opleiding HBO Bachelor Facility Management die opleidt tot het geven van ondersteuning op het gebied van inkoop, logistiek, inventaris, huisvesting, gebouwen, catering, groenvoorziening, schoonmaak, ICT, beveiliging en receptie. “De student kan na afronding door zijn praktisch en strategisch inzicht de juiste omstandigheden creëren zodat de organisatie en haar medewerkers optimaal kunnen presteren.” Opvallend is dat de nadruk ligt op bedrijfseconomie, managementvaardigheden en communicatie. Volgens de studie-adviseur die ik aan de telefoon had speelt schoonmaak in deze opleiding geen enkele rol. Helaas voor beide organisaties een gemiste kans.
HAN (hbo)
Vera Roelofs is docent op Academie Diedenoort Facility Management, een onderdeel van de HAN (Hogeschool Arnhem Nijmegen). “Ik heb veel ervaring in zowel de theoretische als praktische kant van de schoonmaak, mede omdat ik zelf in de branche gewerkt heb. Sinds 2008 werk ik voor de HAN en geef ik met andere docenten vorm aan de hbo-opleiding Facilitair Management. Het is een brede opleiding waarin schoonmaak maar een periode van 7 weken gedurende twee uur per week volledige aandacht krijgt. In de rest van de opleiding is schoonmaak wel degelijk een regelmatig terugkerend onderwerp als middel om onze leerlingen bepaalde vaardigheden bij te brengen. Ik denk bijvoorbeeld aan het communiceren met mensen met een lage taalvaardigheid, maar ook bij budgetteren.
Een echte eyeopener voor studenten is dat de schoonmaakkosten bij onze eigen organisatie in de miljoenen euro’s lopen. Niet zo gek, want onze studenten hebben een heel diverse vooropleiding. Zo hebben wij heel veel mensen met een havo-opleiding, ook wel met een vwo-achtergrond die niets meer van schoonmaak weten dan wat ze gedaan hebben in een vakantiebaantje. Er zijn ook studenten met een vooropleiding op mbo 4 niveau. Soms zijn dat studenten die al enige kennis hebben van het vak omdat zij een specifieke mbo-opleiding facilitair management hebben gevolgd, maar er zitten ook mensen bij met een vooropleiding uit een hele andere hoek zoals dierenartsassistent.
Wij bieden een ruim pakket aan kennis en vaardigheden, maar niet meer zoals vroeger een actieve inzet op de werkvloer. In mijn HBO-FM opleiding jaren geleden was nog veel aandacht voor echte vakinhoud van het dagelijkse schoonmaakwerk zoals productkennis van chemische middelen of materiaalkennis. Hbo-studenten hoeven dat niet in de praktijk toe te kunnen passen. Dat is het werkveld van de schoonmaker als specialist. Wat natuurlijk wel heel belangrijk is dat onze studenten de taal van de schoonmaker spreken.
Ze moeten dus het begrippenkader kennen en weten wat dit betekent. Als FM-ers dat niet weten, is er een grote kans op begripsverwarring. Zij moeten ook weten wat de werkzaamheden inhouden en wat realistisch is om te vragen, met inachtneming van en respect voor het niveau van de mensen die ingezet worden. Als je een tijdscalculatie maakt, moet je wel weten waar je het over hebt, anders is de toegewezen tijd te krap of te ruim. Zij moeten ook weten hoe je een ploeg schoonmakers effectief inzet als je bijvoorbeeld honderd uur per dag te verdelen hebt. Dat betekent een goede kennis van dagelijkse en reguliere schoonmaak. Daarbij zijn branche organisaties zoals de SVS, VSR en RAS belangrijk.
Zo moeten FM-ers veel weten over kwaliteitsborging, onder andere door het hanteren van de juiste meetsystemen in een situatie. Het zal duidelijk zijn dat de kwaliteitseisen voor bijvoorbeeld een parkeergarage heel anders zijn dan voor een operatiekamer. Daarnaast leren wij algemene managementvaardigheden aan, bijvoorbeeld hoe je een goede rapportage maakt voor onder meer de schoonmaak in een organisatie.”
Ik vraag Roelofs naar een vergelijking tussen de huidige aandacht voor schoonmaak met de situatie van zo’n jaar of tien geleden. “Er is zeker enige vooruitgang, maar volgens mij is er nog een wereld te winnen en gaan de aanpassingen aan de huidige tijd te langzaam. Als je kijkt naar schoonmaakbedrijven, dan werken die nog te vaak vanuit traditie en daardoor hebben zij onvoldoende oog voor nieuwe ontwikkelingen. Ik neem als voorbeeld het schoonmaken met microvezel dat ook nu nog niet algemeen is.
“Het is teleurstellend dat voor een aanbesteding van schoonmaak heel vaak een extern bureau wordt ingehuurd”
Kijk ik naar onze studenten, dan hebben die duidelijk last van het negatieve imago van de schoonmaak. Er zijn maar weinigen die uit overtuiging voor een carrière in de schoonmaak kiezen of die er hun stage willen doen. Wij promoten dat wel en je ziet dat studenten die zich in de schoonmaak verdiepen, een totaal andere houding krijgen. Zij raken enthousiast over het vak en de mogelijkheid om daarin een goede toekomst op te bouwen. Dat kan namelijk ook met onze opleiding omdat wij onze studenten ook de andere kant van de tafel leren. Je moet als schoonmaakbedrijf heel goed naar je klanten luisteren en exact antwoord geven op wat zij vragen. Dat geldt ook als je het hebt over interne klanten. Je hebt dan de situatie van FM-er als verbinding tussen interne klant en externe aanbieder.
Tenslotte is er nog de FM-er die nu in het vak werkzaam is. Ik zie dat de kennis van de schoonmaak daar nog lang niet algemeen is. Het is teleurstellend om te merken dat voor een aanbesteding van schoonmaak heel vaak een extern bureau wordt ingehuurd. Eigenlijk onbegrijpelijk, want die kennis hoort gewoon bij het basispakket van kennis en vaardigheden dat iedereen in de branche zou moeten hebben. Onze studenten leren die in ieder geval wel en hopelijk passen zij die straks toe als zij als facilitair manager actief zijn. Het is ook te hopen dat dan de ongebreidelde fixatie op geld en tijd ombuigt tot aandacht voor de mens in de schoonmaak. Er is weliswaar een toenemende aandacht, onder andere door de code verantwoord marktgedrag, maar dat is toch pas een eerste aanzet.”