In ons artikel vmbo onderwijs heeft geen oog voor schoonmaak kwamen we tot de schokkende ontdekking dat vmbo scholen vrijwel niets doen op het terrein van schoonmaakonderwijs. Het vak is er niet bestaand. Als er al mogelijkheden tot contact waren, werd steeds verwezen naar praktijkscholen. In dit artikel voelen wij één van deze scholen aan de tand Het Atrium in Zoetermeer. Hoe staat schoonmaak op de kaart in het praktijkonderwijs?
Door Leon van den Berg, lid redactie Clean Totaal
Een praktijkschool is een school voor leerlingen die vooral moeite hebben met het schoolse leren. Zij leren veel beter in de praktijk en daarom worden zij binnen zo’n school voor praktijkonderwijs heel direct en concreet voorbereid op een baan.
Benadrukken wat leerling wél goed kan
Het Atrium directeur Kees Witteman: “Wij willen de positieve kwaliteiten van onze leerlingen versterken en hen leren deze te gebruiken. Het docententeam doet dit door juist te benadrukken wat de leerling wèl goed kan en door vaak te oefenen op die gebieden waar ontwikkeling mogelijk is. Op het Atrium zijn op het moment driehonderd leerlingen. Wij bieden een veelheid aan opleidingen die allen kunnen worden afgesloten met een branchegericht certificaat. Of leerlingen die eindstreep halen heeft vooral te maken met motivatie. Typerend voor onze leerlingen is dat zij in eerste instantie beperkt zijn in hun kunnen, maar als zij uiteindelijk ‘het licht’ zien er ook helemaal voor gaan.”
Te weinig belangstelling
Constanze van Willigenburg is de praktijkdocent voor het schoonmaakvak. Bij Het Artium heet dat de cursus Schoonmaak in de Groothuishouding, net als de bijbehorende SVS-lesmethode. “In de eerste twee jaar, de onderbouw, willen wij er vooral achter komen wat leerlingen kunnen en waar hun belangstelling ligt. Ze krijgen dan alle praktijkvakken aangeboden. In de bovenbouw diepen wij dat in het derde jaar uit en gaan we verder met waar hun belangstelling ligt onder andere met een stage. Gedurende blokken van drie weken bieden wij alle derdejaars onze vakrichtingen aan. Dat zijn vakken uit de clusters dienstverlening, plant & dier, uiterlijke verzorging, heftruck, zorg en welzijn en. Onder dat laatste cluster valt ook de schoonmaak. In het vierde jaar is er een externe stage en dan is ook duidelijk waarvoor de leerling kiest.”
En hoe scoort de schoonmaak dan in de keuze? “Helaas onder gemiddeld. In het derde jaar hebben wij tien leerlingen per cursus per periode van drie weken, in het vierde jaar zijn er vier die voor dit vak gekozen hebben. We hebben in het schoonmaakvak te maken met vooroordelen. Het vak wordt gezien als iets voor buitenlanders dat slecht verdient. Onze praktijk laat al zien dat dit niet klopt. Dit jaar is er is maar één leerling van niet-Nederlandse afkomst!”
Gedegen vooropleiding
Bij Het Atrium bestaat de leerweg in de schoonmaak uit diverse onderdelen. Van Willigenburg: “We leren ze kijken naar wat er gedaan moet worden en om daarbij de juiste keuze te maken voor middelen en methoden. Daarbij is onderling overleg een onmisbare vaardigheid waarop wij vol inzetten. Er zijn daarnaast blokken stofwissen en interieur, moppen en sanitair. Voor onze leerlingen geeft dat laatste onderdeel vaak de meeste uitdaging. Tijdens alle praktijklessen benadrukken we ook de arbo-voorschriften. Iemand moet bijvoorbeeld wel met rechte rug vegen om geen klachten te krijgen. Naast de praktijk is er ook de nodige theorie. Daarvoor maken wij onder meer gebruik van lesmateriaal van SVS. Scoort een leerling op praktijk en theorie bij de observaties regelmatig 40-45 punten, dan is een examen voor een certificaat in zicht. Dat gebeurt meestal op school en wordt verzorgd door de KPC Groep.”
Komt het beeld van Het Atrium voor wat betreft de schoonmaak overeen met dat van de andere praktijkscholen? Van Willigenburg: “Dat is moeilijk te zeggen omdat iedere school een ander aanbod heeft, maar ik verwacht eigenlijk niet al te grote verschillen.”
Cijfers
De door Van Willigenburg genoemde KPC Groep is een landelijk opererend onderwijsadviesbureau uit Den Bosch waar jaarlijks honderden leerlingen opgaan voor diverse examens. De meesten komen na het behalen van hun certificaat in de beroepspraktijk terecht. Een enkeling stroomt vervolgens door naar het mbo.
Hoe groot is bij KPC het aantal praktijkschoolleerlingen dat opgaat voor een schoonmaakcertificaat en wat zijn de slagingspercentages? Op deze vraag geeft medewerker dataverwerking Bea van den Boom van het Examenbureau een gedetailleerd antwoord: “Voor leerlingen van alle richtingen is dat aantal bij de KPC Groep in het schooljaar 2014-2015 2874. Het examen voor het certificaat voor Schoonmaken in de groothuishouding (traditioneel en microvezel) in dat schooljaar werd gemaakt door 1149 leerlingen verdeeld over traditionele schoonmaak 858 en 291 voor microvezel. Het slagingspercentage ligt boven de 90%. Als we naar onze gegevens over de afgelopen vier jaar kijken zien we een aantal ontwikkelingen. Het totaal aantal leerlingen dat opgaat voor een certificering stijgt en het aandeel van het vak schoonmaak schommelt zo rond de 40-45%.”
Belangrijk voor instroom
Als we de adreslijst voortgezet onderwijs van DUO bekijken en zoeken op de term praktijkschool, dan zijn er 72 scholen voor praktijkonderwijs in ons land. Sommigen daarvan hebben meer vestigingen. Wanneer we het aantal gecertificeerden uit het schooljaar 2014-2015 van de KPC Groep afzetten tegen het aantal scholen, leert een eenvoudige rekensom dat gemiddeld 16 leerlingen per school voor de vakrichting schoonmaak kiezen.
Let wel, dit zijn de examencijfers van de KPC Groep en geeft geen representatief landelijk beeld. Het werkelijke aandeel kan hoger of lager liggen als andere instituten worden meegewogen. Het kan ook lager liggen wanneer er scholen zijn die zich in de naamgeving niet als praktijkschool presenteren. Hoe dan ook, we mogen concluderen dat het praktijkonderwijs inderdaad een belangrijkere instroom is voor het schoonmaakvak dan het vmbo. Maar ook hier maakt onbekend onbemind en spelen vooroordelen een sterke rol. Genoeg werk aan de winkel dus!