De nieuwe voorzitter van OSB, Piet Adema, is medio dit jaar vol goede moed aan de slag gegaan. Nu de wittebroodsweken en sopstage voorbij zijn is het hoog tijd voor een verkennend gesprek. Wie is deze Piet Adema, die er prat op gaat de mores binnen zowel MKB als grootbedrijf te kennen? Wat drijft hem, wat wil hij met de branche, met OSB en de vakbonden? Welke kant moet het op? Adema is een openhartig mens, rechtschapen en met een pragmatische instelling. Geen schimmige visionaire denkbeelden, maar het schenken van klare wijn. Of beter gezegd, een Berenburg, gelet op zijn Friese komaf. Adema wil meters maken. En voor de goede orde, hiermee bedoelt hij niet vierkante meters.
Door Henk Cornelisse, redactielid Clean Totaal
Adema kijkt met een frisse blik naar de schoonmaaksector: “Er is geen branche in Nederland die zoveel betekent voor de groepen mensen die er in werkzaam zijn. Groepen waar kenmerken als laag geschooldheid, schuldenproblematiek en andere sociale aspecten een grote rol spelen. Deze groepen vinden binnen de schoonmaakbranche een springplank naar betere leef- en werkomstandigheden. Een schoonmaakbranche bovendien met een cao dat een loonniveau kent vanaf ruim 120% van het minimumloon. Een branche die veel inspanningen verricht op het gebied van vakopleidingen en taallessen. Een branche die een prominente rol kan vervullen bij de aanpak van jeugdwerkeloosheid en een aanzienlijke bijdrage levert aan een succesvolle realisatie van de Participatiewet. Een branche waarbij de medewerkers steeds meer het verdiende respect en waardering ontvangen.”
Adema erkent dat zaken altijd beter kunnen: “Maar laten we vooral ook tevreden zijn met hetgeen er in de loop der tijd bereikt is. Mede als gevolg van de inzet van de bonden, fair enough. Gelijktijdig moeten we vaststellen dat er ook bedreigingen zijn voor de sector. Laten we onze ogen hiervoor niet sluiten, maar deze bedreigingen juist aanpakken. Ik denk hierbij bijvoorbeeld aan het inbestedings vraagstuk, wat als een inktvlek kan werken.”
Wat heeft Piet Adema zoal gedaan?
Piet Adema (50), getrouwd, vier kinderen en vier kleinkinderen, was ooit eigenaar van een MKB installatiebedrijf, verkocht dit en was daarna actief in directiefuncties voor diverse grote ondernemingen, waaronder Volker Wessels. Adema zegt hierdoor de specifieke kenmerken van zowel het MKB als het grootbedrijf te hebben leren kennen en spreekt de taal van beide. In een organisatie als OSB lijkt de redactie dat inderdaad goed van pas te komen.
Na zijn maatschappelijke carrière volgde de stap naar het politieke bedrijf. Als gedeputeerde (provinciebestuurder) bouwde Adema hierdoor zijn ‘Haagse’ kennis en netwerk op. Voorts was hij (waarnemend-) burgermeester van Achtkarspelen, Tynaarlo en Borger-Odoor. In 2013 werd Adema partijvoorzitter van de Christen Unie. Medio 2015 verruilde Adema zijn politieke loopbaan voor de functie van voorzitter OSB. Dit in combinatie met commissariaten bij Energiebedrijf Rendo, zelfstandig SW bedrijf Larcon en WTC-Expo Leeuwarden.
Rijksschoonmaakorganisatie (RSO)
De nieuwe OSB voorzitter heeft weinig begrip voor het optuigen van de Rijksschoonmaakorganisatie (RSO) door de Rijksoverheid. Hij kwalificeert de argumenten die de overheid aanvoert als niet valide. Zijn mening heeft hij inmiddels in een persoonlijk gesprek bij minister Lodewijk Asscher geventileerd.
Adema: “De politiek kan natuurlijk ieder besluit nemen. Maar ze moeten bij mij niet aankomen over het zogenaamde feit dat de Rijksoverheid meer rechtszekerheid aan de schoonmakers zou bieden of met het argument komen dat de arbeidsvoorwaarden niet goed zouden zijn binnen de schoonmaak. Dit zijn oneigenlijke argumenten. Immers, in de schoonmaak heeft ruim 80% van de medewerkers een vast contract. De Rijksoverheid neemt de schoonmakers over tegen gelijkwaardige arbeidsvoorwaarden als de schoonmakers nu hebben. Als deze arbeidsvoorwaarden zo slecht zijn dan zou de Rijksoverheid toch andere, lees betere, arbeidsvoorwaarden aanbieden?”
Daarnaast vraagt Adema zich af waarom het inbesteden vooral de schoonmaak treft. “Als het Rijk mensen in dienst wil nemen, wanneer deze voor lange tijd in opdracht van het Rijk bij die organisatie zijn gedetacheerd, zou dit ook kunnen gelden voor bijvoorbeeld ingenieurs die meerjarig worden ingehuurd bij Rijkswaterstaat. Dat wil toch niemand?”
En hij noemt nog een voorbeeld: “De overheid heeft in de jaren negentig veel zaken geprivatiseerd, zoals openbaar vervoer en energie. Dit zijn toch kerntaken van de overheid. We noemen dit toch niet voor niets 'nutsvoorzieningen'. Terwijl die nutsvoorzieningen buiten de deur zijn gezet worden facilitaire zaken, geen kerntaken lijkt me, weer naar binnen gehaald. Ik kan dat niet volgen…”
Het is voor de kersverse voorzitter nog te kort dag om te reageren op de gang van zaken rondom de aanbesteding bij het ministerie Buitenlandse Zaken waar we eerder over schreven. Hij is nog onvoldoende van alle ins en outs van dit dossier op de hoogte. Meer in het algemeen concentreert hij zich nu op de door de overheid aangevoerde argumentaties, procedures en juridische houdbaarheid met betrekking tot de oprichting van de RSO. OSB heeft hierover inmiddels een klacht ingediend bij de Commissie van Aanbestedingsexperts.
Invloed politieke achtergrond
Adema beschouwt het een voordeel dat hij als voorzitter van OSB het politieke bedrijf kent. Maar ja, hetzelfde geluid vernamen wij destijds ook van de vorige voorzitter Hans Simons, waar in de praktijk nauwelijks iets van politieke invloed merkbaar was. De voorzitter legt hier de nadruk op het kennen van de politieke standpunten en de mores van het politieke bedrijf en minder op de relaties met de politici: “Personen komen en gaan op het politieke toneel. Natuurlijk kan het van pas komen personen te kennen maar het gaat er vooral om te weten hoe de politiek werkt.”
Van groot belang is het volgens Adema dat het kabinet beter notie neemt van het belang van de schoonmaakbranche voor onze samenleving: “De schoonmaakbranche kan voor het kabinet een belangrijke partner zijn bij het realiseren vaan haar sociale doelstellingen. Bijvoorbeeld de Participatiewet, de bestrijding van jeugdwerkloosheid, het doorstromingsperspectief voor wsw-ers enzovoorts. Ik wil dit bereiken door te verbinden en niet door het bestrijden van elkaar. Hetzelfde geldt overigens ook voor de samenwerking met de bonden, zeker ook gezien in het licht van de vernieuwingsagenda.”
Frappant is dat de Christen Unie, de politieke partij waar Adema sinds 2013 voorzitter van is, vorig jaar regeringspartij PvdA nog steunde bij het voorstel om de schoonmaak binnen de Rijksoverheid in te besteden. Adema hierover: “Ik ben van harte voorzitter van deze partij vanwege haar uitgesproken Christelijke uitgangspunten en de mensen die deze uitdragen. Dat neemt niet weg dat ik op sommige punten anders kan denken dan de partij. En als voorzitter heb ik het niet alleen voor het zeggen in de partij. Gelukkig niet. De fractie opereert hierin overigens ook autonoom, en dat wil ik graag zo houden.”
Stip aan horizon
Uit een recente enquête onder OSB leden is gebleken dat er sprake is van een bepaalde spanning binnen de achterban als het gaat om de relatie met de vakbonden. Het overgrote merendeel van de OSB-leden ziet feitelijk een samenwerking met de bonden niet langer zitten. Desalniettemin wil Adema zich inzetten om voor verbinding te zorgen, om samen te werken: “Ik wil de bonden oproepen om samen met de werkgevers een stip op de horizon te zetten: waar staan we met de sector in 2020? Wat betekent dat voor de schoonmaker? En wat doet dat met de arbeidsverhoudingen? Als we dat weten kunnen we ook zien wat de inzet bij de CAO onderhandelingen kan zijn. Omdat we samen toewerken naar dat gemeenschappelijk doel. Met respect voor elkaars positie en omgangsvormen. Dat heb ik bij de laatste CAO onderhandelingen gemist.”
Adema wil dus in gezamenlijkheid de kaders vaststellen waar de schoonmaakbranche in 2020 dient te staan. Binnen de marges van deze kaders dienen de cao onderhandelingen plaats te vinden. En vooral niet meer zoals deze de afgelopen twee keer verliepen. Zaken/uitgangspunten vooraf bespreken, zeg maar voorkoken, en vervolgens onderhandelingen op het scherpst van de snede voeren. Met respect voor elkaars positie.
Adema is nu al enthousiast: “Dat zou toch een geweldig signaal en voorbeeld zijn naar de rest van Nederland? Uiteraard kan ik geen garanties geven dat dit slaagt, maar het is zonder de meer de moeite van het proberen waard. Vergeet niet dat ook de bonden zijn gebaat bij een stevige positie van OSB. Hieronder versta ik een evenwichtig verdienmodel om de sector gezond te houden. Alleen dan kan er voldoende geïnvesteerd worden in integratie, opleidingen, passende maatregelen tot het verder terugdringen ziekteverzuim en ga zo maar door. Het is mij bekend dat er momenteel cao’s afgesloten worden zonder inmenging van de traditionele bonden maar vooralsnog ben ik hier geen voorstander van. Ik heb vertrouwen in een gezamenlijke aanpak met FNV en CNV, waarbij we er oog voor hebben als partners, met uiteenlopende belangen, tot afspraken komen.”
MKB versus grootbedrijf
Adema heeft nog geen kennis gemaakt met bestuur van werkgeversplatform SieV!. Hij vindt overigens dat de branche gebaat is bij één krachtige werkgeversorganisatie met één hoogwaardig keurmerk.
Wat vindt Adema van het MKB segment en de rol daarvan binnen OSB?
“MKB bedrijven excelleren in denkkracht en creativiteit en dat vind ik uiterst waardevol. We moeten alles uit de kast halen hen te activeren vanuit deze kracht een bijdrage aan OSB te leveren. Grotere bedrijven beschikken over diverse stafafdelingen, bijvoorbeeld juridisch, en dat levert deskundige input voor OSB op. De verbinding van beide segmenten maakt ons juist zo sterk. We stellen hoge eisen aan onze leden, het keurmerk krijg je niet voor niets. Maar dit zorgt er wel voor dat we, samen met de Code Verantwoordelijk Marktgedrag, de branche naar een kwalitatief hoogwaardig niveau aan het tillen zijn. Het biedt de zekerheid dat wet- en regelgeving wordt nageleefd. Dat geeft een goede uitstraling naar de samenleving en komt het imago van de branche ten goede”.
Verbreding takenpakket
Het is een feit dat het schoon te houden aantal vierkante meters in Nederland daalt. Ook de inbesteding door de Rijksoverheid, met mogelijk domino-effect naar lagere overheden, is geen positief gegeven voor de branche. Om verlies in omzet op te vangen ziet Adema verbreding van het takenpakket van de schoonmaker als mogelijkheid: “Het draagt ook bij aan de werkvreugde van de schoonmakers en biedt verdere kansen op doorgroeimogelijkheden. Bovendien biedt verbreding van taken voor de medewerkers de kans om meerdere uren per dag werkzaam te zijn.”
Dit zijn naar de voorlopige inschatting van de OSB voorzitter belangrijkere aspecten dan het aanpassen van het loongebouw als gevolg van een dergelijke taakverbreding binnen de schoonmaak cao.
Tenslotte
Op de vraag waar OSB en de branche in 2020 staan zegt Adema: “We kennen in 2020 een OSB met een groter ledenaantal, een cao die op basis van wederzijds begrip en respect op een rustige wijze tot stand is gekomen en een OSB dat meer de sectorale en politieke agenda bepaald. En vooral niet te vergeten, een branche die nog meer mensen met een achterstand tot de arbeidsmarkt aan het werk heeft geholpen.”
De kop is eraf, we kennen Piet Adema nu iets beter. Onwillekeurig dringt de vergelijking op met een andere bekende Fries: Foppe de Haan. Ook zo’n man waar je onmogelijk kwaad op kunt worden. Energiek en onbevangen, slim en sluw maar wars van dubbele agenda’s.
Piet Adema: heel veel succes en laat je niet foppen!