Het in 2012 tot stand gekomen en luid bejubelde mega treinschoonmaakcontract tussen Hago Rail Service (HRS) en NS/Nedtrain dreigt voor zowel schoonmakers als uitvoerend schoonmaakbedrijf op een fiasco uit te gaan lopen. De schoonmaak van de treinen, met een contractwaarde van zo’n 30 miljoen euro per jaar, leidt volgens FNV Bondgenoten tot een onacceptabele verhoging van de werkdruk en bezuinigen zouden over de ruggen van schoonmakers gaan. Voorts zou Hago, via haar werkmaatschappij Hago Rail Services (HRS), met een verlies van zo’n 6 miljoen euro op dit contract worden opgescheept en drastische maatregelen moeten nemen. Wat is er allemaal aan de hand op het spoor? Redacteur Henk Cornelisse sprong op een rijdende trein om nader onderzoek te doen.
n tegenstelling tot hetgeen de bond hierover beweerd.
Hoe zag dat gedraal er dan uit?
Volgens FNV was, in aanvulling op het oorspronkelijke convenant, nader afgesproken dat er sprake zou zijn van 75 vaste medewerkers die bij HRS boventallig zouden worden. Voor 15 medewerkers was er in ieder geval herplaatsing mogelijk bij Vebego werkmaatschappijen, de overige 60 zouden overgeplaatst worden naar andere HRS locaties . Voor beide groepen werden randvoorwaarden gesteld qua compensatie voor extra reistijden, mogelijke indeling in lagere functie, afwijkende toeslagen etc.. De bedoeling was dat er later ook gesproken zou worden over uitwerking van een ouderenregeling en eventueel een vergoeding bij ontslag met vrijwilligheid. Dit laatste indien persoonlijke situaties een overplaatsing in de weg zouden staan.
Blokland: “Dat het nu even wat minder gaat in de samenwerking wil niet zeggen dat die Best Practice Award onterecht of te vroeg is uitgereikt. De redenen voor de toekenning van de Award bestaan immers nog steeds o
nveranderd. De commissie heeft bewust besloten de Best Practice Awards niet slechts voor een geheel en volledig afgerond proces beschikbaar te stellen. Enerzijds zou het te lang duren om een Best Practice Award te kunnen uitreiken als deze alleen maar ziet op het gehele proces, dan zijn we jaren verder. Anderzijds is het een illusie te denken dat het in een organisatie (welke dan ook) altijd goed gaat en dat er nooit problemen zijn. Als we daarop wachten zou er wellicht nooit een Best Practice Award uitgereikt kunnen worden. Want zijn we dan niet op zoek naar de organisatie met niet vijf maar wel tien poten?! De Best Practice Award richt zich dus op één of meer onderdelen van een proces. Uiteraard betreurt ook de commissie de gerezen problemen. We hebben er echter vertrouwen in dat de drie partijen de problemen in goed overleg kunnen oplossen.“