ISS zocht voor de verkoop van haar circa 340 tellende mkb-portfolio een kwalitatieve en betrouwbare overnamepartner met landelijke dekking in Nederland. In CSU vond ISS naar haar zeggen een gerenommeerde en gerespecteerde marktpartij (lees hier) met ruime ervaring in grote overnametrajecten en met voldoende borging en toekomstperspectief voor klanten en medewerkers. ISS kiest er hiermee bewust voor om geen schoonmaakbedrijf meer te zijn, maar was het mkb-portfolio al niet eerder onderwerp van discussie?
Door Henk Cornelisse, redactielid Clean Totaal
Van Abilis naar ISS: uit de oude doos
Eind 1999 werd het toenmalige Abilis, als onderdeel van uitzendgigant Vedior, verkocht aan het Deense moloch ISS. De toenmalige ISS topman Waldemar Schmidt liet destijds optekenen: “De schoonmaakbranche wordt gezien als cowboy-industrie. Het krijgt mijn persoonlijke aandacht om hierin verandering te brengen en te luisteren naar hetgeen er leeft onder de schoonmakers. Bij Vedior draait alles vooral om het uitzenden, en was de schoonmaak het stiefkindje.”
Qua doelstelling noemde Schmidt 2002 als een eerste ijkpunt: “Tegen die tijd moeten meer medewerkers van ISS een voltijdsbaan hebben (van 25 uur per week red.), een groot aantal behalve werknemer ook aandeelhouder zijn en moet de onderneming een nieuw imago uitstralen.” Schmidt liet weten dat ISS de overstap wilde maken van een traditioneel schoonmaakbedrijf naar marktleider en meest vernieuwende dienstverlener in Europa.
Welnu, wat marktleiderschap in NL betreft, is deze missie niet geslaagd en zal door deze transactie vooralsnog de afstand met marktleider CSU verder vergroot worden. Het aandeelhouderschap voor een groot aantal (schoonmaak)medewerkers is ook niet in de eerder gestelde mate geëffectueerd.
mkb-portfolio eerder ter discussie
Begin 2000 ontstond er binnen ISS Nederland eerder de discussie in hoeverre het mkb-segment wel paste in haar portfolio. Er werd destijds vastgesteld dat mkb-objecten feitelijk net zoveel management aandacht vergden als grotere objecten, maar de kosten van de management-aandacht niet recht evenredig in de prijsstelling verwerkt waren. De klanten binnen het mkb segment werd vervolgens voor de keuze gesteld: of aanpassing van de prijsstelling of anders afscheid van elkaar nemen. Het eerste werd ten dele door de markt geaccepteerd, het tweede kwam echter nauwelijks tot uitvoer. Saillant detail is dat CSU-topman John van Hoof toentertijd financieel directeur was bij ISS Nederland.
ISS: geen schoonmaakbedrijf (meer)
ISS heeft geen behoefte om te reageren op het vorenstaande verhaal uit de oude doos. Zij beperkt zich in haar reactie tot de dag van vandaag, hierbij rekeninghoudend met het feit dat zij als beursgenoteerde onderneming geen mededelingen kan doen over tarieven, omzet en/of marges.
Hierdoor kan ze geen antwoord geven op onze vraag in hoeverre er binnen haar afwegingen gekeken is naar een nieuwe prijsaanpassing voor haar mkb-portfolio. Evenmin mag zij onze vraag beantwoorden wat de minimale kritische omzetvolume dient te zijn waarop ISS Nederland op single schoonmaak contracten nog wenst in te schrijven.
Wel geeft zij aan geen schoonmaakbedrijf (meer) te zijn: “Wij focussen ons in toenemende mate op grote landelijke en internationale opdrachtgevers binnen de segmenten healthcare, hygiëne en hospitality en food cleaning. We richten ons daarbij op waarde creatie door het verlenen van excellente service en kiezen er voor om niet actief te zijn in het commodity-segment. We zijn ook geen schoonmaakbedrijf (meer), maar een serviceorganisatie die als onderdeel van haar dienstenportfolio ook schoonmaakdienstverlening aanbiedt.”
Twee petten op
Op onze vraag of geheel dan wel gedeeltelijke overname van het ISS personeel door CSU impliceert dat medewerkers wellicht met twee petten op moeten werken, reageert ISS: “430 medewerkers gaan 1 op 1 over, 295 medewerkers gaan gedeeltelijk over. De mensen blijven zoveel mogelijk actief op de klantlocaties waar ze nu werkzaam zijn. Sommige werknemers zullen dus twee werkgevers hebben, wat binnen de schoonmaakbranche niet ongebruikelijk is.”
Inderdaad, niet ongebruikelijk, maar juist wel een situatie waar de branche graag van af wil en haaks staat op de eerder uitgesproken wens om binnen ISS meer voltijdsbanen te creëren. ISS hierover: “Binnen Integrated Facility Services-contracten hebben wij de mogelijkheid om (voltijds)banen te creëren waarbij meerdere diensten uitgevoerd kunnen worden door taken van werknemers op elkaar te laten aansluiten. Dit kan ook op grote schoonmaaklocaties waar veel uren worden aangeboden, maar bij kleinere klanten met een beperkte afname van uren is dit veel lastiger.”
ISS voegt hier nog aan toe dat binnen de schoonmaakbranche een groot aantal medewerkers 2 of meerdere banen heeft. “Ten aanzien van de overname van onze MKB-schoonmaakportfolio geldt dat klant-medewerker relaties zoveel mogelijk intact blijven. Vanaf 12 november 2017 (overnamedatum CSU red.) kunnen dit klanten zijn die nu naar CSU overgaan, maar (soms) ook de klanten die bij ISS blijven en geen onderdeel vormen van de overname.”
Gevolgen stafafdelingen?
De verkoop van 340 mkb contracten in samenhang met een sterk verminderde inspanning met betrekking tot het verwerven van single schoonmaakcontracten zal van invloed zijn op de omvang van bijvoorbeeld de calculatie, en het salesteam, zo lijkt het ons. Op onze vraag wat dit voor de werkgelegenheid voor de desbetreffende afdelingen betekent, krijgen we een weinig inhoudelijke reactie: “Deze overname heeft geen betrekking op de stafafdelingen.”
De tijd zal leren wat dit betekent voor de diverse stafafdelingen, waarbij wij naast calculatie en sales bijvoorbeeld ook denken aan HR, (loon-)administratie en kwaliteitsfunctionarissen.