Reinigen met een traditioneel sopje? Dat doen we in Nederland niet meer; microvezel is niet meer weg te denken. Kijken we echter over de landsgrenzen, dan valt er in een aantal landen nog grote slagen te maken. Clean Totaal maakt een ronde langs een paar Europese landen.
Door Susanne Hellendoorn, redactielid Clean Totaal
We beginnen in Frankrijk. Volgens Michel de Bruin, CEO van Greenspeed, is de schoonmaakbranche in het land van stokbrood en croissants minder ontwikkeld dan de Nederlandse. “De innovatieslagkracht is vele malen minder. De microvezeltechniek wordt bijvoorbeeld nog niet gezien als een concept, maar meer als individueel product dat op prijs wordt ingekocht en daarna als traditionele doek of mop wordt ingezet.”
Lange lijnen
Staan de Fransen dan helemaal niet open voor nieuwe ontwikkelingen? “Nee, dat is het niet”, vindt De Bruin. “Omdat de markt zó groot is, is het veranderproces veel moeilijker op gang te brengen.” De rol van de distributeurs in Frankrijk is dan ook heel anders dan die in Nederland.
De Bruin legt uit: “In Frankrijk richten distributeurs zich veel meer op de logistiek dan op begeleiding en opleiding op de werkvloer. De lijnen tussen distributeurs en de schoonmaakbedrijven in kleinere landen – zoals Nederland, Zweden, Denemarken en Zwitserland – zijn veel korter, waardoor innovatieve systemen makkelijker te implementeren zijn. De boodschap kan simpel gezegd sneller overgebracht worden. Daarnaast is in Frankrijk de inkoopprijs leidend. In Nederland wordt veel meer op innovatiekracht en op onderscheidend vermogen ingezet.”
Volgens de Greenspeed-ceo speelt de Franse cultuur ook een rol. “Nederlanders zijn veel meer gericht op wat er buiten de landsgrenzen gebeurt. Wij adopteren en omarmen veel sneller nieuwe dingen in Nederland. Dat zit in onze aard. In Frankrijk speelt dat veel minder.” De Franse taal draagt daarnaast ook niet bij tot het snel implementeren van veranderingen. “Fransen kunnen vaak alleen maar Frans spreken. Innovaties komen in het Engels binnen en worden niet direct vertaald.”
Slag maken
Ook in Duitsland wordt nog erg traditioneel schoongemaakt. “Wat betreft microvezel is er nog een wereld te winnen”, weet salesmanager Cor Voogd van Vermop. “De methodieken worden in Duitsland nog voorgeschreven door instanties. In ziekenhuizen wordt bijvoorbeeld eerst alles nat gereinigd, daarna droog gemaakt en gedesinfecteerd.
Klamvochtige reiniging met microvezel? Dat past men nog maar heel weinig toe. De microvezeldoek die wel wordt gebruikt, zet men in als luxe sopdoek. Dat is zonde, de microvezelwerking wordt zo teniet gedaan”, vindt Voogd. “Zodra sommige Duitsers de term ‘trocknen reinigung’ horen, springen bij hen de nekharen al overeind.”
Vermop doet verwoede pogingen microvezel meer op de markt te brengen en wil de branche laten zien dat er qua arbeidstijd enorm bespaard kan worden. “Dat is gigantisch. Er is nog zoveel te winnen.” Net als in België, weet Voogd. “Daar werkt men ook nog heel traditioneel.”
Cultuurverschillen
In het Verenigd Koninkrijk hebben de laatste jaren ontwikkelingen plaatsgevonden op het gebied van microvezelgebruik. Toch zien we dat er over het algemeen minder snel voor microvezelconcepten wordt gekozen. Gerben Derkman, exportmanager van Wecovi: “De UK heeft een andere cultuur waardoor de gebruiken verschillend zijn. Zo wordt er veel traditioneel gereinigd.”
Dit artikel volledig lezen? In de eerstvolgende editie van magazine Clean Totaal (Clean Totaal 1 – 2018) vindt u dit artikel plus artikelen over vliegtuigreiniging, ergonomie en nog veel meer! Abonneren doet u HIER.