De overnameparagraaf bij contractwisseling blijft met enige regelmaat de gemoederen in schoonmaakland bezig houden. Zelfs in een tijd van krapte op de arbeidsmarkt. Een bijzonder voorbeeld met betrekking tot het al dan niet zorgvuldig toepassen van artikel 38 speelt momenteel tussen CSU en De Klop Groep. Het betreft het kantoor en de productielocatie Hal Allergy Group te Leiden. Twee afzonderlijke locaties bij één opdrachtgever.
Door Henk Cornelisse, redactielid Clean Totaal
Situatie in een notendop
In verband met een betalingsachterstand zet De Klop Groep haar schoonmaakactiviteiten bij Hal Allergy per juli 2019 on hold. In eerste instantie betreft dit het schoonhouden van de kantoorlocatie. Even later geeft zij ook de opdracht aangaande de schoonmaak van de productielocatie bij dezelfde opdrachtgever terug. Commercieel directeur Michael Kronenburg stelt namens De Klop Groep: “Wij hebben de opdracht teruggegeven vanwege de openstaande nota’s van inmiddels ruim 35.000 euro.”
De opdracht wordt aan CSU gegund met dien verstande dat het in eerste termijn alleen het kantoorlocatie betreft. De productielocatie zou de opdrachtgever in eigen beheer gaan uitvoeren, maar wordt volgens De Klop Groep later alsnog ook aan CSU gegund. CSU ontkent met stelligheid dat zij de productielocatie ook schoon maakt: “De productielocatie is in alle gevallen buiten onze verantwoording gevallen, daar heeft CSU geen werkzaamheden voor verricht. Productiedeel is ook niet aan CSU gegund. Dat doet Hal Allergy inmiddels in eigen beheer.”
Volgens De Klop Groep komen van de zes medewerkers werkzaam op de kantoorlocatie er vier voor overname in aanmerking wegens contractwisseling. Bovendien geldt voor de medewerkers van de productielocatie het criterium overgang onderneming. Dit laatste althans indien opdrachtgever de schoonmaak in eigen beheer uitvoert. Bij gunning van productielocatie aan CSU geldt ook hier een overname verplichting naar de opvatting van De Klop Groep. In het kader van de contractwisselingsparagraaf art. 38 CAO heeft De Klop Groep naar haar zeggen alle benodigde gegevens aan CSU overgelegd.
Welles/nietes
In eerste instantie bevestigt CSU aan De Klop Groep met drie van de vier betrokken medewerkers in gesprek te gaan. Met één van de vier genoemde personen gaat zij dit gesprek niet aan omdat deze medewerker volgens CSU niet werkzaam zou zijn op het onderhavige project. De Klop Groep betwist dit en stelt dat de betrokken medewerker de meewerkend voorman is en eerste aanspreekpersoon voor de klant en deze medewerker zowel in de kantoorlocatie als de productielocatie actief is. CSU stelt vervolgens dat zij informatie bij de klant heeft ingewonnen en deze voorman incidenteel op het kantoorpand werkzaam is, maar vaker in het productiegedeelte. CSU ontkent derhalve niet dat deze medewerker bij de opdrachtgever actief is, ook binnen de kantoorlocatie.
Coulance?
Uiteindelijk stelt CSU dat naar haar mening feitelijk alle vier de medewerkers in principe niet voor overname in aanmerking komen omdat zij per 1 juli 2019 vanuit de kantoorlocatie (waar zij jarenlang werkzaam waren) overgezet werden naar de schoonmaak van de productielocatie. Hierdoor vervalt volgens CSU het 1,5 jaar criterium, welk criterium onderdeel uitmaakt van de overname paragraaf. Echter, CSU maakt al vanaf 4 juli 2019 de kantoorlocatie schoon. In eerste instantie op regie basis maar per 1 september op basis van een overeenkomst. Uit coulance toont CSU zich naar haar zeggen wel bereid om aan twee van de vier medewerkers een aanbod te doen.
Naam OSB is ijdel gebruikt
Hiermee is De Klop het niet eens en vraagt CSU haar mening te herzien, daar er anders juridische stappen volgen. Betrokken medewerkers zijn immers bij een en dezelfde opdrachtgever werkzaam. CSU weigert dit en zegt: “Uit onderzoek is gebleken dat de vier medewerkers niet overnameplichtig zijn aangezien ze tot 1 september 2019, niet 1,5 jaar op het (kantoor) object werkzaam zijn geweest. Deze medewerkers zijn per juli 2019 herplaatst naar het productiepand, welke wij niet overnemen. Daarnaast hebben wij de situatie voorgelegd bij OSB, ook zij staan achter onze standpunt.”
Dit resulteert er uiteindelijk zelfs in dat CSU vervolgens enkele weken na haar eerder toegezegde coulance besluit geen van de vier betrokken medewerkers over te nemen.
Navraag bij OSB leert de redactie overigens dat OSB zich niet in termen dat zij zich achter het standpunt van CSU schaart heeft uitgelaten. De genoemde datum 1 september 2019 als startdatum van de schoonmaak kantoorlocatie komt in een ander perspectief te staan nu blijkt dat CSU al in juli begonnen is met de schoonmaak van deze locatie.
Rookgordijn
Commercieel Directeur bij De Klop Groep Michael Kronenburg: “Het rookgordijn wat CSU optrekt prik ik doorheen. De Klop Groep en haar personeel heeft aan alle voorwaarden gedaan omtrent artikel 38 van de CAO schoonmaak en glazenwassers. Hun handelswijze is voor een bedrijf dat pretendeert werkgever van het jaar te zijn onwaardig. Omdat de totale opdracht bij Hal Allergy naar CSU is gegaan is hier o.i. zelfs sprake van overgang onderneming BW.”
CSU creëert volgens De Klop groep onduidelijkheid omdat ze uit commerciële overwegingen de medewerkers gewoon niet wil overnemen. Zij vermoedt dat er vanuit opdrachtgeverszijde de wens is geuit om geen van de op hun locatie werkzaam zijnde schoonmakers over te nemen: “CSU heeft zover ons bekend van de opdrachtgever de opdracht gekregen een ander team in te zetten.”
Kronenburg vervolgt: “Naast de openstaande nota’s van ruim 35.000 euro hebben wij ook drie maanden salaris van het personeel hebben wij voor onze kiezen gekregen. CSU wordt hiervoor aansprakelijk gesteld door ons. Zij verdienen een dikke gele kaart van de Code Verantwoord Marktgedrag.”
Deur op kier?
CSU laat de redactie desgevraagd weten dat deze casus wat hen betreft staat nog open staat: “CSU wil dit graag oplossen maar om ons standpunt te kunnen wijzigen, is aanvullende informatie nodig. Er is onduidelijkheid over de daadwerkelijke situatie zoals door De Klop geschetst. Door CSU is bij hen daarom relevante correspondentie gevraagd waaruit de juistheid van het standpunt van de Klop Groep zou blijken. Daar wordt echter niet op gereageerd”. Indien dit zo blijft dan rest CSU volgens haar woordvoerder niets anders dan de zaak voor te leggen, bijvoorbeeld aan de (nieuwe) Geschillencommissie werkgeversregeling bij contractwisseling: “Die suggestie hebben we de advocaat van De Klop gedaan. We hopen dat het niet zover hoeft te komen en blijven contact zoeken met De Klop.”
Allergisch
Ook de betrokken opdrachtgever hebben wij vragen gesteld over deze kwestie. Klopt het dat er sprake is van een betalingsachterstand? Wat is hiervan de reden? Heeft opdrachtgever een rol gespeeld met betrekking tot overname personeel? Hoe zit het nu met de schoonmaak van de productielocatie? Zij lijken er echter kennelijk allergisch voor om hierop inhoudelijk te reageren, daar waar het o.i. meer in de reden ligt om geen gezichtsverlies te willen lijden en juist openheid van zaken te geven.
Kind van de rekening
Laten we hopen dat partijen er snel in slagen tot een oplossing te komen. De wederzijdse advocaten slijpen ondertussen de messen, ondanks dat CSU in haar reactie stelt het graag te willen oplossen. Het mag niet zo zijn dat de medewerkers het kind van de rekening worden.
We zijn benieuwd naar de mening van onze lezers over deze kwestie. Reageren kan hieronder!