Bedrijfskleding, nagenoeg iedere schoonmaker (die overdag werkt) loopt erin rond. Het aanbod is gigantisch, net als de varianten, prijzen en de mate van duurzaamheid. Wie écht duurzame bedrijfskleding wilt, klopt aan bij Schijvens Corporate Fashion. Onder andere medewerkers van de HEMA, de Kruidvat, Praxis en CSU lopen rond in een duurzaam setje, waar meer bij komt kijken dan alleen duurzaam inkopen.
Het kopen van bedrijfskleding is vergelijkbaar met het kopen van kip in de supermarkt. Ga ik voor de duurdere duurzame variant, of kies ik de plofkip die onder mindere omstandigheden is verwerkt tot het eindproduct? Uiteindelijk ligt de keuze bij de koper. Schijvens Corporate Fashion bewijst dat er een alternatief is voor de horrorbeelden van de sweatshops uit Bangladesh. Een voorbeeldwerkgever, die gelijkenissen vertoond met vele bedrijven uit onze sector. “Het gaat er niet alleen om wat er per jaar aan netto winst overblijft, iedereen heeft een boterham te eten, ook aan de andere kant van de wereld”, aldus Shirley Schijvens, CEO van het familiebedrijf dat sinds 1863 bestaat.
De textielindustrie staat bekend als de tweede vervuilendste industrie ter wereld. Mondiaal gezien heeft Nederland maar een bescheiden rol, slechts één procent van de totale wereldwijde markt neemt zij voor haar rekening. Verwacht wordt dat de wereldwijde productie en consumptie van textielvezels zal blijven stijgen met 3-4% per jaar. Textielvezels nemen een toenemend beslag op de grondstof voorraden en de productie van textiel zorgt voor grote milieu-impact. Omdat de impact van de textielindustrie zo groot is, vond Schijvens het tijd voor actie.
Recycling bedrijfskleding meest duurzaam
De producent van bedrijfskleding heeft zich volledig toegelegd op het duurzaam produceren van bedrijfskleding. Daarvoor heeft het bedrijf de afgelopen jaren het nodige onderzoek gedaan. Daaruit blijkt dat recycling van de grondstoffen de meest duurzame manier is van het produceren van bedrijfskleding. Dat gaat als volgt in zijn werk: gedragen kleding wordt retour gehaald door PostNL en op haar locatie in Hilvarenbeek verwerkt. Vervolgens gaat het per boot naar de recyclefabriek in Turkije waar de kleding uit elkaar wordt getrokken. Van de oude stoffen worden nieuwe vezels gemaakt waarvan nieuwe garen worden gesponnen. Door snijafval van de productie en polyester uit PET-flessen te vermengen wordt een nieuw kledingstuk gemaakt. Schijvens: “Daarmee besparen we ongeveer 99% water, 20% CO2 en 40% energie ten opzichte van een ‘virgin’ artikel. Prachtige cijfers, maar daarmee zijn we nog steeds niet klimaatneutraal. Het is in ieder geval een stuk beter als dat het was.”
Drempels opgeworpen
De handeling in Hilvarenbeek is nodig vanwege de internationale douanewetgeving. Zoals vaker heeft ook de textielproducent last van wetgeving die van land tot land verschilt en economie boven duurzaamheid plaatst. “Zo betalen we in Pakistan 20 procent invoerrechten om ons gerecyclede Turkse garen te importeren om er kleding van te maken. Puur en alleen omdat Pakistan zijn eigen productie van katoen wil beschermen. Wij betalen dus invoerrechten om de eigen economie van Pakistan de beschermen, dat is toch eigenlijk heel gek? Wat ik daarmee wil zeggen is dat winst altijd uitgedrukt wordt in geld, maar winst kan op vele vlakken gelden zoals; milieu en mens. Voor een t-shirt van katoen is 4.000 liter water nodig. Dat is toch ook niet echt duurzaam”, stelt Schijvens.
Feit is dat er meer dan regelmatig barricades worden opgeworpen wanneer het internationale handel betreft. Shirley Schijvens stelt dat als je echt wilt, of intrinsiek gemotiveerd bent, “dan worstel je jezelf er wel doorheen. Maar toch verbaas ik mij over de traagheid van het veranderen van wetten en de belangen die er spelen.” Schijvens lobbyt op het hoogste niveau, zo is er contact geweest met Koning Willem Alexander en is ze met Sigrid Kaag naar Turkije gevlogen om te spreken met de desbetreffende minister van handel. “Men weet van de strubbelingen af, we zijn gehoord. Maar als ondernemer kun je schakelen en dingen aanpassen wanneer je dat wilt. Overheden werken niet zo. Stientje van Veldhoven doet enorm haar best, maar uiteindelijk moet het via Frans Timmermans de Europese Commissie in en dan moet er zelfs daar nog consensus worden bereikt. Er is dus nog wel een weg te gaan.”
Goedkoop niet per se duurkoop
Bij Schijvens Corporate Fasion merken ze dat de trend van duurzaamheid steeds verder oprukt, maar dat onder druk van lage marges soms gekozen wordt voor de goedkoopste optie. Schijvens: “Een polo kost tussen de tien en twintig euro, als je het ruim neemt. Is dat duur voor een kledingstuk als je dit dagelijks draagt? Je weet dat de prijs ergens wordt betaald als je kiest voor de laagste prijs. In de textielindustrie zie je dat bijvoorbeeld in Bangladesh. Deze tendens, van de laatste 30 jaar in de Westerse wereld, wordt nu doorbroken en dat komt iedereen op de wereld ten goede. Werknemers krijgen beter betaald, kunnen veilig werken en hebben inmiddels ook rechten gekregen die ze eerst niet hadden.”
Circulaire bedrijfskleding toekomstmuziek?
Als het over circulariteit gaat, dan gaat het vaak over goed opgezette strategieën en een ronkende marketingmachine. Regelmatig is het plaatje niet zo rooskleurig als wordt geschetst. In het geval van de bedrijfskleding kan met recht gezegd worden dat het proces van Schijvens Corporate Fashion circulair is, al is er in de markt wel sprake van windowdressing. Zo zijn er verhalen bekend van bedrijven die wel kleding terugnemen maar het vervolgens opslaan en als bulk verkopen zonder dat het daadwerkelijk in de productieketen terugkeert. Er wordt nu een NEN-keurmerk ontwikkeld om windowdressing tegen te gaan. Om dit keurmerk te behalen moet je kunnen aantonen dat er een ontwerpsysteem is voor het proces, dat er een werkende retourlogistiek is en er onafhankelijk wordt geaudit. Ook komt de ACM met een klachtendesk over greenwashing van allerlei consumentenproducten. Zij toetsen de claims als daar door consumenten en afnemers vraagtekens bij worden gezet.
CSU gekleed door Schijvens
In de schoonmaak is Schijvens Corporate Fashion bekend van de kledinglijn voor CSU. Daarvoor werd ze onderscheiden met de Corporate Fashion Award in 2018. De CSU bedrijfskleding is in 2017 volledig aangepast. Om het circulair te maken zijn concessies gedaan, vertelt Schijvens. “Niet alle reeds gedragen kledingstukken kunnen zomaar een-op-een in een circulaire variant worden overgezet. Onze designafdeling in Hilvarenbeek heeft goed moeten kijken hoe de kleding gestyled moest worden om vervolgens geschikt te maken voor de circulaire lijn. Zo zijn de kostuums gemaakt van 100 procent polyester, zonder nylon. Omdat beide stoffen een ander smeltpunt hebben kunnen deze niet gecombineerd worden. Het circulaire proces begint al bij de ontwerpfase en eindigt pas bij het opnieuw spinnen van de ingezamelde garen.”
Nieuwe business case?
De volgende stap is het verbeteren van de textielindustrie als geheel. Het wiel hoeft immers niet opnieuw uitgevonden te worden. Waar circulaire kleding eerst een niche was voor de kleinere bedrijven met een groene visie, haken nu ook de multinationals aan. Schijvens kiest ervoor om modebedrijven te helpen met hun recycling. “Wij hebben het proces al doorlopen en hebben al bewezen dat de hele keten een valide business case is. Andere bedrijven zien hier ook kansen in en zij kunnen wat ons betreft aanhaken. Als de boot naar Turkije toch al vaart, dan kan er ook kleding van anderen mee. Daar hebben we een business model voor uitgetekend en al besproken met verschillende partijen. Zij zijn enthousiast en dus helpen we hen hier graag bij. Het vernieuwen van de markt en er daarmee voor zorgen dat winst niet alleen in euro’s wordt uitgedrukt, maar op zoveel meer vlakken, dat is toch tof hè”, besluit Schijvens.