“Het is geen hogere wiskunde, we werken niet bij de NASA. Maar in al zijn eenvoud is het wel een spannende branche”, was getekend Stanley ter Wal. De operationeel directeur van DJM Bedrijfsdiensten vindt dat we de sector niet over het paard moeten tillen. “Als het een keer niet lukt, vallen er geen doden. We zitten namelijk niet op de ambulance. Maar toch is er zoveel onbekend over onze sector. Ga er maar aan staan, dagelijks honderden mensen motiveren en faciliteren.” Als een interview al zo begint, dan belooft dat wat. Een openhartig gesprek over kernwaarden, de sector en de maatschappij.
Ter Wal is zijn carrière in de schoonmaak gestart bij Cemsto. 23 jaar geleden opende hij de grote toegangsdeur als stagiair. Volgens hem zijn er sinds zijn begindagen tot nu relatief weinig spectaculaire innovaties geweest. “Wat revolutionair was? De komst van de microvezeldoek. De calculaties zijn steeds beter, en scherper, geworden. Waardoor we in plaats van prestatie op werkdruk zijn gaan calculeren. En de komst van de kleine schrobzuigmachines als de i-Mop zijn een zeer positieve ontwikkeling. De rest is wat bij betreft gewoon bullshit. Neem nu resultaatgericht schoonmaken. Dat is bedacht door een stelletje inkopers die geen zin hadden om zich echt te verdiepen in het schoonmaakbestek.”
Keep it simple
Aan ferme uitspraken geen gebrek. Uit alles wat Ter Wal deelt een grote verbazing over praktijkzaken die hij zo nu en dan tegenkomt. “Ik heb altijd de visie gehad om duidelijke keuzes te maken. Wij durven hard te kiezen om wel of juist niet mee te doen. DJM Bedrijfsdiensten is een partner en geen sloofje. Als je goede uitgangspunten met elkaar afspreekt, dan hoef je geen concessies te doen. Intern is het credo dan ook: Wees gewoon geen eikel en beloof geen onrealistische dingen. Het zit ‘m in alle gevallen in de eenvoud. Het is schoonmaak. Oftewel: het zijn hardwerkende mensen die met een doekje over de vuile tafels gaan, die zorg dragen voor een schoon resultaat, maar daar moet je ze wel de tijd voor geven.”
Ter Wal vervolgt: “Kijk, ik heb bij Abilis gewerkt als rayonmanager. In die tijd was ik bijna constant verantwoordelijk voor twee rayons. Niet omdat dit bij mijn functie hoorde, maar omdat er altijd wel iemand overspannen was. Dat was blijkbaar normaal.” Zo doen ze het bij DJM Bedrijfsdiensten niet. De objectleiders, in aantal overwegend meer dan het gemiddelde, hebben tijd over om ook eens een kopje koffie te doen bij relaties. “Hoe dat kan? Omdat onze calculatie altijd klopt. Als je slechtcalculeert, dan heb je altijd gezeur. Wat is dan de meerwaarde? Weet waar je mee bezig bent en staar je niet blind op alleen maar groei. Als je gezonde groei lang volhoudt dan kom je er wel. Nu worden wij gevraagd door adviesbureaus vanwege de hoge kwaliteit die wij leveren, ook al doen we nooit mee aan aanbestedingen. We vertellen en doen al jaren hetzelfde.”
Jeugdlonen al 7 jaar passé bij DJM Bedrijfsdiensten
Met de nieuwe cao worden er wijzigingen doorgevoerd in het jeugdloon. Per 1 april 2022 verdient een 17-jarige 80 procent van het vakvolwassen loon. Eerder was dit nog 45 procent. Maar niet bij DJM Bedrijfsdiensten. Daar is het jeugdloon al sinds 2015 gelijk aan het vakvolwassen loon. “Het is toch gek dat we mensen die toevallig jonger zijn, minder betalen voor hetzelfde werk. Wij waren verantwoordelijk voor de schoonmaak van een bankkantoor waar een moeder en dochter werkzaam waren. Zij reinigden exact dezelfde afdeling, maar dan gespiegeld. Het verschil in uurloon bedroeg maar liefst vier euro. Dus ik ben in gesprek gegaan met de directeur: ‘Als leeftijd geen onderscheidende kwaliteit is voor een beter resultaat, waarom betalen we de mensen dan niet hetzelfde? We vragen dezelfde inspanning, maar betalen minder. Dat is toch niet eerlijk?’ In overleg hebben we toen het jeugdloon afgeschaft. We hebben al een ervaringsjarentoeslag in de sector, eerlijk verdiend. Maar een verschil in lonen voor een leeftijd, ik vind dat pure diefstal.”
“Wees oprecht goed voor je mensen, zo moeilijk is dat echt niet”
Ter Wal en consorten hebben de afschaffing overigens niet doorgerekend, maar hebben het gewoon besloten. In een tijd dat er nog prima mensen te vinden waren. Hij vindt het nogal wat de huidige aanpassing van de jeugdlonen met veel bombarie wordt gebracht. “Het is onderdeel geworden van de cao-besprekingen. Omdat de arbeidsmarkt slecht is, wordt het aangepast. Ik vind daar wat van. Waarom volgen we niet gewoon allemaal ons hart. Wees oprecht goed voor je mensen en niet alleen op papier. Zo moeilijk is dat echt niet.”
Steeds serieuzer
De sector heeft over het algemeen de wind in de zeilen gekregen door Covid-19. Al is de branche volgens Ter Wal nog niet bepaald ‘sexy’, de sector wordt wel serieuzer genomen. “Bovendien hebben klanten er meer geld voor over. Het gevolg daarvan is dat bedrijven die net iets meer van de schoonmaak verwachten er nu ook het belang van inzien. Zij kiezen dan liever voor een degelijke Volkswagen in plaats van een goedkoop Fiatje. Dit is natuurlijk een goede ontwikkeling, maar de vraag is of dit een blijvertje is. Vaak is de schoonmaak toch een sluitpost. Maar de huidige ontwikkeling in de kantoren, met meer flexplekken, biedt kansen. Medewerkers willen niet op een vieze werkplek zitten, dus het belang van schoonmaak wordt hier groter. Echter is de teruggang van het aantal vierkante meters wellicht een bedreiging. Aan de andere kant zullen we zien dat het vak leuker wordt.”
De bevlogen operationeel manager doelt hierbij mede op de komst van de schoonmaakrobot. Het is volgens hem niet de vraag of, maar wanneer deze gemeengoed wordt. “Ik geloof er in dat veel van onze medewerkers een robot met zich meekrijgen die zich ontfermd over het saaiere en eenvoudigere werk. Als een soort buddy. Grotere oppervlakken moppen doen we niet meer en extreem grote ruimtes stofzuigen, dat stopt ook.” Als we Ter Wal aanhoren, kunnen we concluderen dat er vak van schoonmaker misschien wel meer dan ooit aan verandering onderhevig is. Het werk wordt leuker en moet meer waarde toevoegen. Dat betekent een veranderende skillset, waarbij er waarschijnlijk meer verwacht wordt van de schoonmaker.
DJM Bedrijfsdiensten wil stigma’s uit de wereld helpen
Volgens Ter Wal is dat de schoonmaker wel toevertrouwd. Hij hekelt het feit dat er regelmatig laatdunkend over honderdduizenden vakmensen wordt gesproken. “Natuurlijk is schoonmaak geen moeilijk beroep. Maar het is wel een vak. Nog te vaak hoor ik negatieve berichten over de hardwerkende mensen, overigens niet alleen in de schoonmaak. Maar in meer beroepen waarin met de handen moet worden gewerkt. Zelfs intern was hier onlangs discussie over. Wij hebben straks een volledig digitale werkkast met QR-codes. Dan kan ik kwaad worden om het feit dat men zich afvraagt of medewerkers dit snappen. Natuurlijk snappen ze dit! Ook schoonmakers gebruiken hun smartphone en Facebook. Alleen is het soms nodig om een duwtje in de rug te geven om de mensen in hun kracht te zetten. Neem alle mensen serieus en voorkom het klein houden van volwassen mensen. Motiveren en faciliteren, dat is waar het om draait.”
Speld in een hooiberg
Als het onderwerp arbeidsmarktkrapte aan bod komt, ontstaat een kleine glinstering in de ogen van Ter Wal. Enerzijds omdat het een uitdaging is die hij persoonlijk en als organisatie graag aanpakt en omdat er recentelijk stappen zijn gezet die zich beginnen te uitbetalen. “Maar het is inderdaad lastig om aan personeel te komen. Het piept en het kraakt. Daarom hebben we geïnvesteerd in een volbloed P&O’er die de complete werving centraal gaat organiseren. En wat prettig is, ze begint bij het begin. Met analyses is eindelijk duidelijk welke inzet effectief en efficiënt is. Net als vele schoonmaakbedrijven besteedden we maandelijks best wat knaken aan advertenties, zonder echt het effect te meten. Nu gaan we ons veel meer focussen op onze huidige medewerker en hun relaties. Meestal werkt dit vrij goed.”
Belasting op werk naar beneden
Ter Wal stelt dat werk meer moet lonen. “De financiële belasting op werk moet naar beneden. Als ik kijk hoe het financiële stelsel in elkaar zit, dan klopt dat van geen kant. Het is toch van de gekke dat multinationals nauwelijks tot geen belasting kunnen betalen en dat iedere hardwerkende Nederlander met een redelijk salaris ongeveer de helft moet afstaan aan de Belastingdienst? Wanneer de belasting op werk naar beneden gaat, zijn er ook meer kansen voor een sector als de onze om meer mensen aan een baan te helpen. De schoonmaak is en blijft potentieel een uitstekende opstap.”
Zorgen zijn een groot woord, maar financiële onzekerheid is wel een thema dat ook bij Ter Wal speelt. “Een gigantisch issue dat wij als schoonmaakboertje niet gaan fixen, misschien niet eens als hele sector. Al hebben wij natuurlijk ook een bepaalde verantwoordelijkheid richting ons personeel. Zeker in een coachende rol, niet in de rol dat wij het financieel moeten oplossen omdat we dat financieel niet kunnen dragen. In dienstverlenende beroepen spreek je over marges van dubbeltjeswerk. Daarom moeten wij het zien in preventie en coaching.”
Eigen visie
Aan een duidelijke visie ontbreekt het Ter Wal niet. Om succesvol te zijn is het volgens hem belangrijk om een plan te maken en je daar vervolgens aan te houden. “Wij maken één plan en we houden ons er vervolgens aan. Alle obstakels die we tegenkomen, die gaan we pakken. Niet afwijken, maar met een en geweten het einddoel bereiken door onze schouders eronder te zetten.” Als de doelen bereikt zijn, dan is het tijd om te reflecteren. Dat betekent soms ook dat er afscheid genomen moet worden van processen die al jaren gemeengoed waren.
Ter Wal: “Zo hebben wij heel veel controles afgeschaft, zoals ISO. En dan niet het hele systeem, maar de toetsing. Geld kun je maar een keer uitgeven. Ik kies er dan liever voor om geld te besteden aan een extraatje voor het personeel. Bovendien hebben we het commercieel gezien niet nodig. We doen nauwelijks mee aan aanbestedingen. Echter hebben we wel de goede dingen binnen de processen in het bedrijf gehouden.” Ter Wal zegt dus dat hij niet tegen certificeringen is, maar wel tegen een partij die komt bevestigen dat zij het goed doen. Dat wordt mede ingegeven door ‘het systeem’. Hij stelt namelijk dat er in vele branches geld wegvloeit naar ‘onzin’. “Kijk bijvoorbeeld naar de zorg, maar ook in de schoonmaak met betrekking tot de Wet Poortwachter. Als een medewerker in het tweede spoor belandt, dan is het een zeldzaamheid als hij/zij terugkomt. Maar we zijn wel verplicht om het dossier te vullen. Oftewel: we zijn aan het registreren voor elkaar. Laten we daarmee stoppen en het geld aan écht nuttige dingen uitgeven zodat we als werkgevers onze medewerkers kunnen bieden wat ze verdienen.”
Dat men bij DJM Bedrijfsdiensten zich niet meer laten toetsen op de ISO normen, betekent niet dat er geen waarde wordt gehecht aan keurmerken. Ter Wal: “NEN 4401 bijvoorbeeld, superbelangrijk. Dat komt omdat deze toetsing gaat over ons kapitaal, de mens. Ik vind het prettig dat wij daarop getoetst worden. Je krijgt een spiegel voorgehouden om te kijken of wat je doet ook daadwerkelijk goed gaat.”
Robotisering gaat er komen
Wanneer het gesprek op zijn eind loopt, wordt Ter Wal gevraagd naar de ontwikkeling van de schoonmaak. Hij stelt dat het noodzakelijk is om te investeren in automatisering en robotisering. Enerzijds voor het imago van de branche, anderzijds omdat het volgens hem niet meer van deze tijd is om grote oppervlakken handmatig te moppen. “Daarom calculeren wij vaak een kleine schrobzuigmachine in die je afschrijft in drie jaar. Ik geloof dat het duurzaam inzetten van mensen begint bij de tools die je ze meegeeft. Daarom betalen opdrachtgevers ook hierin mee, want het doet simpelweg wel wat met de prijs.”
Ter Wal vervolgt: “Schoonmaak is vaak een sluitpost en het is een illusie om te denken dat dit op korte termijn, zelfs na Covid, gaat veranderen. Maar er is wel steeds meer bewustwording. Mensen willen niet aan een vieze werkplek zitten. Daar liggen mogelijkheden voor de sector. Maar er zijn ook bedreigingen. Zoals het nu lijkt, zal thuiswerken gedeeltelijk blijven. Dat betekent kleinere kantoren en minder vierkante meters. Daarentegen zal het vak wel leuker worden door bijvoorbeeld robotisering. Als een soort buddy die achter je aan rijdt en het saaie werk uit handen neemt. Ik geloof daar wel in. En zo zullen we straks ook niet meer de grote ruimtes van plint tot plint handmatig stofzuigen. Die rol wordt overgenomen door een robot.”
En zo blijkt maar weer. Een gesprek over ondernemerschap, brancheontwikkelingen en innovatie is nooit saai. Zeker niet met een directeur van een succesvol regionaal schoonmaakbedrijf dat successen behaalt op de eigen manier. DJM Bedrijfsdiensten doen zaken misschien net wat anders dan anders en positioneren zich daarmee onderscheidend. Eenvoud en visie als kracht. Dat is wat ze vanuit Deventer doen.