Aan ambitie geen gebrek bij De Klop Facility Group. Sinds de komst van Michael Kronenburg als directeur is het toetreden van de Nederlandse top 10 een doel geworden. Niet lullen, maar poetsen is het credo van de snelgroeiende dienstverlener. Om die kreet nog meer kracht bij te zetten en de groei in goede banen te verlopen zijn Toni Cvetkovski en Richard de Vries aangetrokken. Daarmee is voor Kronenburg bijna de cirkel rond.
De drie heren kennen elkaar al ruim twintig jaar uit de tijd van GCA Events. Cvetkovski was als voorman betrokken bij GCA Events, terwijl De Vries als rayonmanager opdrachtgevers managede en personeel aanstuurde. Als de sfeer aan de grote stamtafel in Vianen omschreven zou moeten worden, dan komen de krachttermen ‘broederschap, ‘geen blad voor de mond’ en ‘resultaatgedreven’ direct naar boven.
Symfonieorkest
Kronenburg steekt niet onder stoelen of banken dat er een hoop geschiedenis aan tafel zit en vertelt honderduit over zowel Cvetkovski als De Vries. De directeur heeft er de volste vertrouwen in dat met deze heren de volgende stap in de groei van De Klop Facility Group gezet kan worden: “Saamhorigheid is de sleutel naar succes. Als je als dirigent alles bij elkaar kan brengen en je maakt er een mooi symfonieorkest van, dan heb je goud in handen. We willen dat op een traditionele manier doen. Met mooie grote klanten, met plezier naar zowel de klant als het personeel toe.”
Vroeger hebben de heren al voldoende momenten gezamenlijk mogen meemaken dat er samen werd gejankt bij bepaalde klussen, maar uiteindelijk werd het altijd geflikt en ging men gezamenlijk lachend de deur uit. De Vries: “We hebben daarin ook geen keus. We doen wat we zeggen en zeggen wat we doen. Daarbij hoort een bepaalde mate van creativiteit en doorzettingsvermogen. Dat is in ieder geval Toni wel toevertrouwd.”
Groots in evenementen
Cvetkovski staat al meer dan twintig jaar bekend als hét hands-on figuur in de evenementenwereld. Kronenburg: “Het is ongelooflijk. Bij aanbestedingen komt nog steeds de naam van Toni naar voren, terwijl hij nog maar anderhalf jaar voor ons actief is. Met recht durf ik te zeggen dat het een fenomeen is en dat zijn naam genoemd wordt, is tekenend voor hoe geliefd hij is. Opdrachtgevers staan te juichen als hij binnenkomt.”
Daar lijkt inderdaad niets aan gelogen wanneer oude herinneringen worden opgehaald. Het vertrouwen tussen de heren is groot. Kronenburg: “Als ik morgen zeg dat Toni me moet helpen, dan weet ik dat het wordt opgelost. Linksom of rechtsom. Cvetkovski: “Vroeger was het altijd al gezellig en leuk. Kijk, we zijn natuurlijk probleemoplossers. Toen was het al, hoe moe we ook waren, je gaat erop af en lost het op. Hoe het verder financieel geregeld wordt, dat komt later wel. En als je uiteindelijk eer van je werk hebt, dan breekt de zon door. Werken met Michael en Richard bracht mij altijd eer en voldoening.”
Om succesvol te zijn in events, draait het volgens Cvetkovski om een aantal verschillende zaken. “Maar het belangrijkste is goed plannen. De tijd is altijd (te) krap, tegelijkertijd heb je te maken op opbouw, afbouw, vloeren die vol staan met materiaal. En daarom moet je transparant zijn, met alle partijen. Wie doet wat wanneer? Het is constant overleg zodat wij tussendoor kunnen schrobben zodat de productie niet in de problemen komt. Bovendien werk ik zelf op de werkvloer keihard mee en ben ik constant aanwezig, zodat we snel kunnen schakelen.”
In combinatie met De Vries wordt synergie verwacht. Kronenburg: “Waar Toni operationeel geweldig is, kan ik bij Richard terecht om het te managen. Hij houdt het overzicht met veel accounts en is een uiterst bedreven begeleider als rayonmanager.” Bovendien roemt hij de visie van De Vries. “We zijn allebei opgeleid door Jan Wolters en Harry van Heesch vanuit de Hodon-cultuur. Richard heeft hetzelfde model meegekregen.” De Vries vult aan: “De KPC-structuur is nog steeds de rode draad in onze organisatie, net als de aandacht voor mens en cultuur. Dat is waar je in de operatie het verschil mee maakt: Het welbekende bakje koffie, een persoonlijk verhaal aanhoren en tijd en aandacht bieden. Dan hoef je ook minder op kwaliteit te letten, want mensen zetten standaard een stapje harder als ze zich gehoord voelen. Vergeet niet, personeel is ons grootste goed. Daar moeten we zuinig op zijn.”
Lees verder onder afbeelding
Familiebedrijf
De Klop Facility Group is geen familiebedrijf, maar wat opvalt in de gesprekken met de heren, is dat het wel zo lijkt. “Onderaan de streep zijn we echter wel één familie zonder bloedverwantschap. Het gevoel en familiaire karakter zijn een belangrijk deel van deze organisatie”, aldus Kronenburg die dit vertelt met gevoel van gepaste trots. Hij vervolgt: “Het respect voor elkaar is gigantisch en dat is misschien wel de uiteindelijke sleutel tot het succes. Je moet het respect kunnen opbrengen om met een juiste manier met elkaar om te gaan. Dat hadden wij vroeger al en komt nu weer volledig terug.”
Dat wordt beaamt door Frans Koch, de inmiddels 70-jarige directie-adviseur die er niet over peinst om met pensioen te gaan. “Nee, daarvoor is het werk veel te leuk en is er nog genoeg te ontdekken. Omdat het bovendien een cultuur is waar wel harde keuzes gemaakt kunnen worden en emoties hoog kunnen oplopen is het soms ook nodig om te coachen en begeleiding te bieden.” Kronenburg: “En dat van de schoonmaker tot aan mij. Dat vind ik bewonderenswaardig.”
Wrijving geeft glans
Kronenburg: “Harde keuzes maken hoort er simpelweg gewoon bij, als je maar doelen voor ogen houdt. Doelloos een onderneming runnen is er bij mij niet bij. Dus we innoveren, investeren in nieuwe producten, in onze mensen en we gaan erop uit. We bezoeken beurzen, draaien mee als het moet en heel bewust bestaat het team uit verschillende persoonlijkheden. Aan zogenoemde ja-knikkers heb ik niets. We moeten elkaar aanvullen en uitdagen.”
De heren refereren aan de cultuur van vroeger bij GCA. Toen was er ook wrijving, maar op de verkeerde manier. De Vries: “Dat leek soms op kleineren. Daar win je niets mee. Sterker nog, daar verlies je alleen maar mee. Discussiëren over de toekomst is alleen maar gezond en we mogen niet vergeten dat waar gewerkt wordt, fouten worden gemaakt.”
Cirkel is (bijna) rond
Het moge duidelijk zijn dat de heren met hun jarenlange ervaring hun sporen in de schoonmaak hebben verdiend en dat het fundament wordt neergezet voor verdere groei. Waar de omzet van De Klop Facility Group enkele jaren geleden nog tien miljoen euro bedroef, is deze door overnames en autonome groei gestegen tot ruim 16 miljoen. Kronenburg: “We zijn er bijna. Mijn streven is een stabiele organisatie met een omzet tussen de 22 en 25 miljoen. Dan hebben we mijn vroegere GCA Events overtroffen. Met de komst van Richard en Toni is de cirkel in de operatie en het management rond. En persoonlijk zijn we er bijna.” Met deze woorden als afsluiter zegt iets ons dat we de komende tijd nog genoeg gaan horen van De Klop Facility Group. Het strijdplan is bepaald, alle rollen binnen het team zijn bekend, nu is het dribbelen, passen om vervolgens de keeper te passeren. Scorend vermogen, daaraan is immers geen gebrek.