In gesprek met Ton Christianen (Pyxus) en William de Haas (de Lelie)
Het zal voor veel (schoonmaak)ondernemers geen onbekend fenomeen zijn: langdurig/complex verzuim. Zodra je werknemers in dienst neemt, loop je risico om ermee geconfronteerd te worden. William de Haas, directeur bij schoonmaakbedrijf de Lelie uit ’s-Hertogenbosch, kreeg er ook mee te maken. De uitval van een fulltime specialist monde uit tot een impasse. Om tot het beste resultaat voor werknemer en –gever te komen, werd specialist Ton Christianen van Pyxus, bureau voor sociaal bedrijfskundig advies, verzuim & re-integratie ingeschakeld.
“Verzuim komt geregeld voor in ieder bedrijf. Gelukkig gaat het meestal om kortstondig verzuim, denk aan een griepje of zorgverlof in verband met een ziek kind. Ik spreek graag over complex verzuim als het niet met een pilletje op te lossen is.” Christianen vervolgt: “Dat mag overigens niet onderschat worden. Ongeveer tachtig procent van de medewerkers in de schoonmaakbranche die langer dan zesentwintig weken verzuimen, is na twee jaar nog steeds (deels) arbeidsongeschikt.”
Voor werkgevers brengt dat kosten met zich mee, naast de emotionele druk die mkb-ondernemers regelmatig ervaren. Het leidt met regelmaat tot onbegrip tussen medewerker en werkgever. Volgens Christianen dien je als werkgever altijd weg te blijven van het medische dossier. “Dat doe ik ook altijd, ik ben immers geen arts. Nee, het is veel beter om met elkaar in gesprek te blijven en elkaar met respect te behandelen. Medewerkers besluiten niet vanuit zichzelf: ‘laat ik vanaf nu eens lekker gaan verzuimen’. Er is echt iets aan de hand waardoor het werk niet uitgevoerd kan worden.”
Geen enkel verzuimdossier is hetzelfde
Volgens De Haas is verzuim zo lastig om dat geen ieder dossier gelijk is: “In de ruim vijfentwintig jaar dat ik binnen het familiebedrijf werk, is nog geen enkel dossier hetzelfde geweest. Het probleem is dat wij als mkb geen expertise in huis hebben en de tijd niet kunnen vinden om de expertise ons meester te maken. Begrijp me niet verkeerd, we hebben een topteam hier op kantoor, maar de materie is gewoon te ingewikkeld. Het is een woud aan wetten, regels, instanties en verplichtingen. Hoe graag ik het ook zelf wil oplossen, het is gewoon niet mogelijk.”
Christianen vult aan: “Bij complex verzuim zijn er verschillende organisaties of professionals die vanuit hun taak of rol werken aan re-integratie, allen vanuit hun eigen expertise, maar met eigen begrippen, richtlijnen, kaders en subjectieve constateringen. De werkgever is hier niet bij gebaat, maar de medewerker ook niet. De werkgever wil alleen maar dat de betreffende medewerker re-integreert met zijn beperking. Een beperking betekent niet dat je niet kan werken of wil werken.” De Haas: “Precies! En het is aan mij de taak om de medewerker werk aan te bieden waarmee ik hem niet op de kast jaag.”
Hoe ga je om met verzuim?
Volgens Christianen –door De Haas geroemd om zijn expertise en jarenlange ervaring in de schoonmaakbranche- is het de kunst om met elkaar in gesprek te blijven met wederzijds begrip en respect voor elkaars situatie. Dit is eenmaal niet gelukt bij de Lelie. “De hakken gingen direct in het zand. De medewerker voelde zich niet begrepen door werkgever en andersom. William (de Haas red.) vroeg mij om een poging te wagen om het conflict op te lossen en ik besloot om bij de medewerker thuis langs te gaan om het gesprek aan te gaan.”
Christianen vertelt dat het op dat moment belangrijk is om de medewerker zijn verhaal te laten doen, maar niet te lang stil te blijven staan als de medewerker zelf over de medische klachten te gaan: “je kan wel een luisterend oor bieden, maar ik heb er geen mening over. Ik ben immers geen arts.”
Volgens de verzuimspecialist gaat het om hele basale dingen waardoor onbegrip ontstaat: “De werknemer ervaart pijn of vindt dat hij niet meer kan werken. Werkgever doet zijn best om ander werk aan te bieden, maar werknemer blijft de pijn houden. De werknemer begrijpt niet waarom hij moet werken, terwijl de buurman al twintig jaar in de WAO zit.
Rechten en plichten
In het gesprek met de werknemer maak ik zeker duidelijk wat de rechten en plichten zijn voor de werkgever, maar ook voor de werknemer. Zo tracht ik inzicht te geven dat de werkgever niet zomaar werk aanbiedt, maar is gebonden aan de regels die zijn vastgesteld door de wetgever. Net zoals dat de werknemer gebonden is aan regels en zich aan bepaalde rechten en plichten heeft te houden. Vaak zie je dan aan de gelaatsverandering dat de boodschap binnen komt en ontstaat er acceptatie van uit de werknemer.”
Formules
De verzuimspecialist werkt vaak volgens twee principes: de reïntegratievolgorde en E = K x A. De reïntegratievolgorde is als volgt: moeten -> kunnen -> willen -> doen. Beide partijen moeten werken aan re-integratie en meestal is vrij snel duidelijk wat de werknemer nog kan. De meeste kwesties worden uitgevochten op het vlak willen, negen van de tien keer omdat men elkaar niet begrijpt. Dan komt de tweede formule om de hoek kijken.
Christianen legt uit: “E staat voor effectiviteit, K voor kwaliteit en A voor acceptatie. De effectiviteit van de re-integratie is alleen te realiseren als de kwaliteit van het re-integratietraject op orde is én de situatie is geaccepteerd door beide partijen. Als de acceptatie er is, dan is er inzicht en dan wil de medewerker vaak ook. Zo kom je volgens het eerste principe bij het onderdeel “doen” uit en kan er daadwerkelijk adequaat gere-integreerd worden.”
Entiteit
De Haas verklaart waarom hij juist Christianen heeft ingezet om dit verzuimstuk op te lossen: “Geloof me, ik heb van alles geprobeerd, maar telkens leidde het niet tot de oplossing. Christianen van Pyxus bundelt verschillende specialismen en expertise. Verzuim is vaak een kwestie van onbegrip, dat zou je kunnen wegnemen met mediation, maar uit mijn ervaring blijkt dat dit nooit voldoende is. Je mist diepgang en kennis van de juridische kant, de arbo-kant en dergelijke. Pyxus bundelt alle expertise als een entiteit.”
Christianen: “Niet elk complex verzuimdossier leidt tot een conflict. Gelukkig niet. Maar de materie blijf wel divers en veel omvattend. Ik handel dan ook vanuit de overtuiging dat werkgever en medewerker een gedeeld belang hebben. Vanuit dat standpunt kan ik helpen in om de re-integratiekoers uit te zetten, te ondersteunen in de vraagstelling naar de arbodienst en zorgen dat de terugkoppeling van een dusdanig niveau is dat er gewerkt kan worden aan een adequaat re-integratietraject.”