Op 20 september is het Prinsjesdag en wordt de Miljoenennota gepresenteerd. Uit de uitgelekte informatie wordt duidelijk dat er sprake zal zijn van een reparatie van de koopkracht. Met deze reparatie zal naar verluidt 15 miljard euro gemoeid gaan. Het minimumloon, en ook de hieraan gekoppelde AOW en bijstand, stijgt met 10%. Welk effect zal deze stijging hebben voor de schoonmaaksector?
Geschreven door Henk Cornelisse
Recente ontwikkelingen minimumloon
In het coalitieakkoord “Omzien naar elkaar, vooruit kijken naar de toekomst” heeft het Kabinet in december 2021 besloten het wettelijk minimum loon (WML) met 7,5% te verhogen, en wel gefaseerd 3,75% in het jaar 2024 en 3,615% in het jaar 2025. De actualiteit noopte het Kabinet om in de Voorjaarsnota 2022 met een aanpassing te komen en de stijging van het WML naar voren te halen. Het werd 2,5% per januari 2023, 2,5% per januari 2024 en 2,32% per januari 2025 [Ter vergelijking schoonmaak cao: april 2022: 3,4%, april,2023 2,75% en april 2024 1,5%. Dit is exclusief stijging eindejaarsuitkering red.].
De verwachting is dat in de komende Miljoenennota een stijging van het WML in één keer met 10% met ingang van januari 2023 aangekondigd wordt. Dit naast onder andere fiscale en pensioen gerelateerde issues. In hoeverre deze stijging van het WML en de overige maatregelen voldoende zijn om de koopkracht volledig te repareren lijkt vooralsnog op wishful thinking. Onze minister-president Rutte zegt hierover: “We zullen allemaal een beetje armer worden.”
Unique selling point
De schoonmaakbranche koketteert al jarenlang met de grote afstand in de loonhoogte van haar cao versus het WML. Dit geeft de branche tot dusverre een behoorlijke voorsprong op andere segmenten zoals retail en horeca. Door de voorgenomen forse stijging van het minimumloon zal deze voorsprong behoorlijk verkleind worden. Een zekere uitdaging in een toch al overspannen arbeidsmarkt.
CNV is realistisch
CNV bestuurder Jan Kampherbeek toont zich realistisch: “Formeel heeft de stijging WML geen invloed op de schoonmaak cao. Immers blijft het uurloon in de schoonmaak al met al iets hoger. Het argument van Schoonmakend Nederland dat schoonmakers 120% meer verdienen dan het WML vind ik al jarenlang flauwekul. Het loon wordt immers bepaald door aantal uren x het uurloon! De overheid legt de bal nu duidelijk bij de werkgevers om te komen met creatieve oplossingen om de arbeidsmarktkrapte het hoofd te bieden. Daar waar mogelijk ondersteunen we onze leden in het behalen van boven-cao resultaten. We zien mooie initiatieven ontstaan. Zoals recreatieparken die, na de nodige actie van schoonmakers, de reiskosten verhoogd hebben. Helaas volharden sommige parken erin om dit (nog)niet te doen. Of een schoonmaakbedrijf in Amsterdam [Libelle red.] die de verhoging van het uurloon per 1 januari 2023 al per 1 september van dit jaar doorvoert.”
Dergelijke maatregelen zijn volgens Kampherbeek ook hard nodig. Er bereiken hem in toenemende mate klachten dat door de arbeidsmarktkrapte de werkdruk weer fors oploopt, aangezien er te weinig collega’s zijn: “Wat ik ook merk is dat het ziekteverzuim als gevolg van de stijging van de werkdruk in samenhang met de financiële problemen, waar menig schoonmaker mee te kampen heeft, toeneemt. Dit moet voor werkgevers toch reden voldoende zijn om iets extra’s voor hun medewerkers te doen? Natuurlijk blijven wij mensen bijstaan als het echt uit de hand loopt.”
SieV: Cao verhogingen zijn niet toereikend
Raymond Kouwenberg, voorzitter SieV, geeft aan de voorgenomen maatregelen op de voet te volgen: “Belangrijk is om zorgvuldig te blijven voordat er conclusies getrokken worden. Laten we voorkomen dat er onnodig onrust gaat ontstaan. Goed om samen met Schoonmakend Nederland en de bonden hierin op te trekken. Omdat onze medewerkers veelal in de basis van onze samenleving staan, komen de hogere winkel-/energieprijzen hard aan. Dat merken wij via onze achterban evenals bij medewerkers in onze eigen schoonmaakbedrijven.”
“Extra inkomsten zijn hard nodig in deze tijden”
In zijn algemeenheid vindt SieV dat het werken moeten blijven lonen en de branche aantrekkelijk moet blijven om in te werken. “De recente cao-verhogingen zijn niet meer toereikend om de snel stijgende prijzen te compenseren. Extra inkomsten zijn hard nodig in deze tijden. Schoonmaakmedewerkers hebben nu meer aan extra inkomsten dan aan secundaire of tertiaire voorwaarden.”
De lonen tijdelijk verhogen heeft volgens de nieuwe SieV voorzitter verregaande consequenties. “Bij overname van een project moet de verliezende onderneming het verschil aftikken. Buiten het feit dat de fiscus tussentijds ook meedeelt door het innen van extra belasting. Het is verstandig dat we als branche hier alvast onderzoek naar doen wat wel en niet, al dan tijdelijk, mogelijk kan zijn om onze medewerkers, ondernemingen en klanten te helpen. Goede voorbeelden uit het verleden kunnen daarbij helpen.”
Bovendien wijst de voorzitter erop dat de schoonmaakondernemingen de afgelopen periode ook geconfronteerd zijn met diverse kostenverhogingen, zoals schoonmaakmaterialen en – middelen, energie-, vervoerkosten etc. die (nog) niet zijn doorbelast naar de opdrachtgevers: “Van de toch al scherpe tarieven blijft er weinig ruimte meer over om gezond te kunnen ondernemen, laat staan de salarissen fors te verhogen. Het zou dan ook verstandig zijn om samen met de bonden ook naar de mogelijkheden bij opdrachtgevers te kijken. Het zijn de opdrachtgevers die financiële ruimte kunnen geven.”
Het zal volgens SieV ideaal zijn als de fiscus wat genereuzer is door bijvoorbeeld de WKR (werkkostenregeling) tijdelijk te verruimen en/of extra werken fiscaal gunstig te behandelen. Of de eerste belastingschijf te verlagen zodat er direct netto meer overblijft: “Het tijdelijk verlagen van belastingen lijkt makkelijk, echter blijkt het softwaresysteem van de Belastingdienst dermate verouderd te zijn, dat zulke tijdelijke maatregelen op korte termijn onmogelijk uit te voeren zijn.”
Als andere voorbeelden die mogelijk gemaakt kunnen worden noemt SieV:
- actief vakantie uren op te nemen voor geld,
- meer uren te maken waarbij de regeling van verplichte contractverhoging tijdelijk niet van toepassing is (de 13 weken periode).
“Arbeidskrapte heeft onze branche ook geraakt en is al langer een zorg voor de ondernemers. Het versneld verhogen van het minimumloon brengt overigens ook teweeg dat werken vanuit een uitkering, met alle toeslagen, er niet aantrekkelijker op wordt. Uitkeringen stijgen immers met het verhogen van het minimumloon. Al met al een veelomvattend en complex geheel die we gezamenlijk tijdelijk maar ook structureel moeten oppakken”, besluit Kouwenberg.
FNV: We kunnen niet wachten op verhoging minimumloon
FNV bestuurder Renate Bos toont zich strijdlustig: “Door de stijging van het WML dreigt de schoonmaaksector onaantrekkelijker te worden om in te werken. Het is nu aan de werkgevers in dit segment om het op te lossen. Maar veel leden kloppen bij ons aan met de vraag ‘het minimumloon stijgt met 10%, wat betekent dit voor ons?’ Door de stijgende kosten komen veel mensen geld tekort.”
De FNV bestuurder verwijst naar de oproep van FNV-voorzitter Elzinga en ook van het kabinet om de lonen te verhogen en zegt nu eerst de reactie van de werkgevers in de branche af te wachten om vervolgens de strategie van de vakbond te bepalen: “We zien dat hier en daar werkgevers er al het nodige aan doen om hun medewerkers te helpen. Onze mensen voeren zelf ook acties, en boeken succes op bijvoorbeeld Schiphol en hier en daar in hotels. Maar het is nog veel te weinig.” Als de branche er niet in slaagt de schoonmakers zelf verder tegemoet te komen dan valt er een reactie vanuit FNV te verwachten: “We kunnen niet wachten tot de nieuwe cao onderhandelingen in 2024.”
Schoonmakend Nederland: Onderscheidend vermogen vervalt
De woordvoerder van Schoonmakend Nederland bevestigt ook kennisgenomen te hebben van de voorgenomen besluiten die het kabinet wil nemen: “Uiteraard is het belangrijk om eerst de feitelijke plannen af te wachten die op Prinsjesdag worden gepresenteerd.”
Het voornemen om het minimumloon met 10% te verhogen raakt de schoonmaak cao-lonen nog niet in kosten, zo stelt Schoonmakend Nederland: “De cao-lonen starten op 110% WML. Maar de opmerkingen van Clean Totaal over het unique selling point is wel terecht; onze sector wil onderscheidend zijn ten opzichte van andere sectoren en dat onderscheid vervalt straks. Reden om goed na te denken of en wat dit voor effect heeft in onze sector.” Wanneer het hele pakket maatregelen bekend is op Prinsjesdag, gaat de werkgeversorganisatie daar een goede analyse op maken, zo laat zij weten.
“We moeten broodnodig verjongen”
De arbeidsmarktkrapte staat al langere tijd hoog op de agenda van Schoonmakend Nederland: “Door de coronapandemie zijn veel collega’s uitgestroomd die we graag weer terugzien. Daarnaast moeten we broodnodig verjongen om ook in de toekomst goede schoonmaak te kunnen leveren. Dit is één van de redenen dat we deze maand starten met onze arbeidsmarktcampagne Schoonmaakjerijk. En ons mobiliteitscentrum werkt hard aan in- en doorstroom om zoveel mogelijk medewerkers voor de branche te behouden.”
De brancheorganisatie krijgt van haar leden regelmatig vragen of en hoe ze verder ook als sector meer kunnen doen, al dan niet financieel: “Veel werkgevers doen dat zelf al, ook in relatie met de gestegen kosten in levensonderhoud en brandstof. We zijn continu met onze leden in gesprek of we ook collectief iets moeten doen. Gezien de diversiteit en omvang van de sector een proces dat zorgvuldig doorlopen moet worden. Uiteraard betrekken we onze leden als daar vorderingen in gemaakt worden.“
Behoorlijke uitdaging
De branche staat voor een behoorlijke uitdaging zodra de 10% stijging van WML een feit wordt. Dit in samenhang met de problematiek op de arbeidsmarkt. De kloof tussen bijvoorbeeld een bijstandsuitkering of het werken in bepaalde segmenten wordt verkleind. De vijver waaruit gevist kan worden zal door een dergelijke stijging van het WML minder visrijk zijn. Belangrijker dan ooit is dan het aas waarmee gevist wordt.
Alle zeilen zullen bijgezet moeten worden om niet achter het net te vissen.