Jaarlijks worden duizenden mensen in Nederland ziek omdat zij in het verleden in aanraking zijn gekomen met gevaarlijke stoffen. Het verhalen van schade via de rechter gaat nu nog vaak moeizaam. Daarom kunnen slachtoffers vanaf volgend jaar aanspraak maken op een eenmalige financiële tegemoetkoming van de overheid. De regeling geldt in eerste instantie voor drie beroepsziektes: longkanker door asbest, allergische astma en CSE, ook wel schildersziekte genoemd. De lijst met beroepsziektes door gevaarlijke stoffen wordt de komende jaren verder uitgebreid.
Volgens minister Karien van Gennip (SZW) biedt de tegemoetkoming zowel financiële steun als erkenning. “Het is zeer schrijnend dat mensen ziek worden omdat ze in het verleden met gevaarlijke stoffen hebben gewerkt. Ik ben zeer blij dat we hen in de nabije toekomst kunnen helpen met een eenmalige tegemoetkoming.”
Risico schildersziekte bij industriële reiniging
De verwachting is dat er door regulier schoonmaakpersoneel weinig gebruik kan worden gemaakt van de regeling. Volgens het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten is in het algemeen de blootstelling aan oplosmiddelen verwaarloosbaar bij schoonmaakwerk in kantoren en scholen. Echter is het risico op het ontstaan van schildersziekte wel aanwezig bij industrieel schoonmaakwerk. ‘Onder de meer dan 400 patiënten bij wie in de afgelopen jaren de diagnose gesteld werd, waren enkele schoonmakers.’
Het centrum vervolgt: ‘Het werk dat deze mensen verricht hadden, viel onder de categorie industrieel schoonmaakwerk / classificeerderswerkzaamheden. Bij het schoonmaken met oplosmiddelen van fabrieken of tanks verrichtten zij jarenlang werk met een hoge blootstelling aan oplosmiddelen. Ook het verwijderen van graffiti met een afbijtmiddel betekende blootstelling; vooral wanneer dat werk in besloten ruimtes wordt uitgevoerd.’
Tegemoetkoming in de toekomst uitgebouwd
De tegemoetkoming moet volgens het ministerie een korte en snelle route bieden naar erkenning van beroepsziekten. Nu is de gang naar de rechter meestal ingewikkeld, omdat de ziekte zich vaak pas na jaren openbaart. Dan is de werkgever niet altijd meer in beeld, bijvoorbeeld omdat het bedrijf in kwestie is opgeheven. In het belang van de slachtoffers is ervoor gekozen om de regeling zo snel mogelijk open te stellen. Dit moet echter wel zorgvuldig gebeuren. Om een goede start te kunnen waarborgen, wordt begonnen met drie beroepsziekten waarover relatief veel kennis beschikbaar is. De regeling wordt vervolgens stap voor stap uitgebouwd. Daarbij is belangrijk dat de uitvoeringsorganisaties de aantallen aanvragen goed kunnen verwerken. Om deze partijen genoeg tijd te bieden om alle systemen en werkprocessen goed in te richten, kan de regeling niet eerder in werking treden dan 1 januari 2023.
Nieuw expertisecentrum
Bij het uitvoeren van de regeling is een belangrijke ondersteunende rol weggelegd voor het Landelijk Expertisecentrum Stoffengerelateerde Beroepsziekten (Lexces). Dit samenwerkingsverband van vijf instituten (Institute for Risk Assessment Sciences (IRAS, Universiteit Utrecht), Nederlands Kenniscentrum Arbeid en Longaandoeningen (NKAL), Polikliniek Mens en Arbeid (PMA, Amsterdam UMC), Nederlands Centrum voor Beroepsziekten (NCvB, Amsterdam UMC)en het RIVM), start per 1 juli.
Lexces gaat helpen bij het voorkomen en signaleren van beroepsziekten en richt zich daarnaast op het ontwikkelen, bijeenbrengen en verspreiden van kennis. Het expertisecentrum zal ook adviseren over de tegemoetkomingen onder de TSB-regeling en het uitbreiden van de lijst van ernstige stoffengerelateerde beroepsziekten. Met de opening van Lexces en de ingangsdatum van de TSB wordt tegemoetgekomen aan het advies van de commissie Heerts, die in maart 2020 wees op het belang van erkenning van slachtoffers van stoffengerelateerde beroepsziekten.