Zeker 24 miljoen Europeanen gaan over uiterlijk twee jaar een stuk meer verdienen. Want dan wordt in de hele EU een Europees minimumloon ingevoerd, althans als het aan Agnes Jongerius en Dennis Radtke, de initiatiefnemers van dit voorstel, ligt. Welke consequenties betekent een dergelijke forse stijging voor de schoonmaaksector in Nederland?
Door Henk Cornelisse, redactielid Clean Totaal
Het minimumloon in 25 van de 27 Europese lidstaten gaat omhoog, ook in Nederland. De fracties in het Europees parlement van christen- en sociaaldemocraten hebben over het voorstel van Agnes Jongerius (PvdA) en Duitse collega Dennis Radtke (EVP) een akkoord bereikt en naar de rest van het Europees Parlement verstuurd. Op welke manier het minimumloon omhoog gaat via Europese wetgeving, is nog niet bekend gemaakt. Welke lidstaten mogelijk niet meedoen is evenmin bekend.
Ter vergelijking
Het huidig minimum uurloon bedraagt € 9,72 (bij 40-urige werkweek) of € 10.80 ( bij 36-urige werkweek). Wat de schoonmaak cao betreft bedraagt het uurloon in loongroep 1 (met 4 dienstjaren) € 12,86, maar met 0 dienstjaren € 11,27 (inleer loon). Deze bedragen worden op basis van de huidige cao afspraken per 1 juli 2021 met 1,5% verhoogd.
Europees minimumloon een sprong vooruit
De voorgestelde verhoging naar een minimum uurloon van 14 euro biedt zowel kansen als bedreigingen. In Nederland verdienen bijvoorbeeld ruim 2 miljoen werkenden een uurloon van minder dan 14 euro. Dit laatstgenoemde uurloon is het niveau van de Europese armoede-indicator. Voor de medewerkers die het minimumloon verdienen impliceert de verhoging een forse financiële sprong vooruit. Maar ook de schoonmakers gaan er dan fors op vooruit.
Betekent hogere prijs een hogere werkdruk?
Het invoeren van het Europees minimumloon biedt de schoonmaaksector de kans om het verlies aan omzet als gevolg van het minder schoon te houden aantal vierkante meters (deels) te compenseren door een forse prijsaanpassing.
Maar bedreiging is er ook. De economie is door Covid-19 hard geraakt. De vraag werpt zich op in hoeverre een dergelijke forse prijsaanpassing een toename van de vierkante meter prestatie tot gevolg heeft. Met andere woorden; maakt de prijsstelling straks weer voornamelijk de dienst uit, zodat de helden van de samenleving jaren terug in de tijd geworpen worden voor wat betreft de werkdruk? We vroegen het de sociaal partners.
Schoonmakend Nederland voorspelt zeer lastige uitdaging
Volgens Schoonmakend Nederland betaalt de schoonmaaksector de schoonmakers goed en al ruim meer dan het minimumloon. Schoonmakers beginnen op 110 procent en stromen daarna in vier stappen door naar 125 procent van het huidig minimumloon: “We hebben AWVN gevraagd een benchmark te maken over hoe ons loongebouw zich verhoudt tot die in andere, vergelijkbare sectoren, zodat we nog scherper inzicht krijgen in onze positie.”
Schoonmakend Nederland wijst voorts op het feit dat een forse verhoging van het minimumloon invloed heeft op de hele BV Nederland. Op de werkgelegenheid, op de hoogte van de uitkeringen, op de prijzen van producten en (schoonmaak-)diensten: “De discussie over verhoging van het minimumloon moet daarom ook veel breder worden gevoerd dan alleen op sectorniveau, zodat breed de gevolgen in kaart kunnen worden gebracht. Ook Brussel heeft plannen om in Europa een minimumloon te introduceren. Dat moet vooral gaan weerspiegelen wat de welvaart is in een land. Voor Nederland zou dit een verhoging van maar liefst 40 procent betekenen – wat lang niet alle nationale politieke partijen willen. Als dit doorgaat, is dit voor onze sector niet te verantwoorden.”
De werkgeversorganisatie tekent hierbij aan dat het niet kunnen verantwoorden niet alleen vanuit kostenoverwegingen voortkomt, de kosten van een schoonmaakondernemer bestaan voor 85% uit loonkosten, maar vooral ook vanuit sociaal maatschappelijke overwegingen: “Onze branche is als koploper op inclusief werkgeverschap sterk in het aan het werk helpen én houden van mensen aan de basis van de arbeidsmarkt. Met een zo forse verhoging van het minimumloon komen we als sector voor een zeer lastige uitdaging te staan om onze belangrijke en waardevolle maatschappelijke functie te behouden.”
SieV vindt de zaak te mager
MKB werkgeversorganisatie SieV kiest er voor zich voorlopig van inhoudelijk commentaar te onthouden. Haar voorzitter Maurice Rutgrink volstaat met: “Het is vooralsnog een proefballon. Bovendien is de zaak te mager om daar adequaat op te reageren.”
Maar, regeren is toch ook een beetje vooruit zien?
CNV ziet kansen
Jan Kampherbeek, bestuurder bij CNV Vakmensen, vindt het – niet onverwacht – een prima voorstel. “De cao is de enige kartelafspraak die gemaakt kan worden dus moet iedereen die doorberekenen. Vanaf het huidige loon per juni in loonschaal 1 € 13,01 valt het ook nog wel mee. (7,5%).” Hierbij gaat deze vakbond voorbij aan het niveau van de inleer lonen waardoor het verschil beduidend ruimer wordt? Kampherbeek: “Dit klopt inderdaad. Het inkomen voor de schoonmaker is echter het aantal gewerkte uren maal het uurloon. Extra uren kunnen werken heeft m.i. meer impact voor schoonmakers. Dus niet alleen focussen op een uurloon van € 14,- maar ook naar de andere inkomens componenten.”
FNV Schoonmaak schaart zich achter SieV
Renate Bos, bestuurder van FNV Schoonmaak, weigert ondanks diverse verzoeken te reageren op de ontwikkeling van een Europees minimumloon. Zelfs een interventie van haar woordvoerder leidt niet tot een reactie. Hiermede lijkt zij zich achter het standpunt van MKB werkgeversorganisatie SieV te scharen. Opvallend.
Politiek: kleur coalitie is medebepalend
In hoeverre het voorgestelde Europees minimumloon een donkere wolk of heldere hemel wordt voor de schoonmaaksector in ons land betreft lijkt ons, afgezien van Europese invloeden, vooralsnog mede afhankelijk van het feit in welke samenstelling de coalitie tot stand gaat komen. Maar als het minimumloon omhoog gaat, zal dat forse gevolgen hebben voor de schoonmaak, mede door het inleer loon bij nieuwe dienstverbanden.