Schoonmakend Nederland herhaalt haar oproep van februari van dit jaar om hygiëne in het primair onderwijs hoog op de agenda te houden. De brancheorganisatie van de schoonmaaksector reageert hiermee op het wetsvoorstel ‘vereenvoudiging bekostiging primair onderwijs’, dat nu voorligt in de Tweede Kamer.
Over dit wetsvoorstel zegt Piet Adema, voorzitter van Schoonmakend Nederland: “We vrezen, zeker in het licht van de huidige pandemie, voor hygiëne, gezondheid en welzijn van leerlingen en docenten als schoonmaak verdwijnt in de nog grotere lumpsum pot, die ontstaat door dit wetsvoorstel. We roepen daarom op om de kwaliteit van schoonmaak toetsbaar te maken en mee te nemen in het wetsvoorstel.”
Normen
Het RIVM geeft aan dat als alle medewerkers en beroepskrachten zich houden aan de normen uit de hygiënerichtlijn voor basisscholen van het RIVM en het protocol basisonderwijs, het risico op het verspreiden van infectieziekten onder de kinderen en medewerkers beperkt wordt.
Zorgen over kwaliteit van schoonmaak
Schoonmakend Nederland maakt zich, binnen het huidige wetsvoorstel, zorgen over de kwaliteit van schoonmaak binnen het primair onderwijs.
Adema legt uit: “Schoonmaak zit in de basisbekostiging. Waar voorheen de personele kosten nog een aparte post waren, maken deze nu onderdeel uit van het geheel en bestaat de vrees dat scholen nog makkelijker die post kunnen uitbreiden ten koste van uitgaven voor o.a. schoonmaak. Dit terwijl juist in het belang van beheersing van de huidige Covid-19 pandemie alsmede in de ontwikkeling naar herstel het absoluut noodzakelijk is om ons aan de strikte (afgesproken) richtlijnen te houden.”