Het is een vraag die voor nagenoeg alle schoonmaakondernemers geldt: Hoe houd ik mijn personeel vitaal tot aan het pensioen? Opleiding, training en ergocoaches helpen bij de juiste houding en het besef tot veilig en gezond werken. EW Facility Services gaat een stap verder en test in een pilot het exoskelet en verschillende braces. In drie fasen zoekt men uit welke bijdrage dit levert aan het fysieke gestel van de schoonmaakmedewerker.
Dit artikel is eerder verschenen in vakblad Clean Totaal. Ontvangt u deze al? Neem een kijkje op de abonnee-pagina en mis niets!
Het exoskelet is een skelet dat buiten het lichaam wordt gedragen en de gebruiker ondersteunt bij werkzaamheden. We kennen het onder andere van zeedieren die zich met een pantser, oftewel een skelet, beschermen. Maar exoskeletten zijn er in alle soorten en maten, zo leert Joost Geuzendam van Pre-Tec ons. “Er zijn passieve en actieve skeletten. Een passief exoskelet maakt gebruik van de krachten die er al zijn terwijl een actief exoskelet door een externe energiebron wordt aangedreven, bijvoorbeeld met een accu en motor. In de pilot met EW Facility Services testen we een passief exoskelet, een hulpmiddel bij tillen en zware werkzaamheden.”
Kinderschoenen
Pre-Tec is een distributeur van OttoBock exoskeletten in de Benelux, in Nederland zijn nog twee fabrikanten die soortgelijke passieve exoskletten bouwen. “Het concept is wijdverbreid bekend, maar de ontwikkeling staat echt nog wel in de kinderschoenen. Ook wij zitten nog in de start-up fase. Aan de andere kant kennen gebruikers het wel, maar in de praktijk zie je toch altijd het wow-gevoel ontstaan en is er heel duidelijk het gevoel van het onbekende”, aldus Joost Geuzendam die stelt dat het beeld dat vaak wordt geschetst, zoals in de Randstad-commercial van enkele maanden terug, echt nog in de toekomst ligt. “Zoals de exoskeletten nu worden ontwikkeld, hebben ze het doel om de zwakkere plekken bij de mens te erkennen en te ondersteunen. Dat is voornamelijk gericht op het schoudergewricht, de onderrug en rug-/nekklachten. Waarom? Omdat veruit al het verzuim waaraan fysieke belasting aan ten grondslag ligt komt van deze plekken in het lichaam. Wij sturen er ook dus niet op om een supermens te maken, zoals we wel zien in de Amerikaanse en Chinese militaire industrie.”
Uitval preventief benaderen
Volgens HR-directeur bij EW Facility Services Maaike Ligtenstein-van Bree wordt gezocht naar manieren om verzuim te voorkomen. “Ook al hebben we gemiddeld gezien een relatief jong medewerkersbestand, schoonmaak blijft fysiek zwaar werk. Maar liefst tachtig procent van de uitval bij onze organisatie is vanwege fysieke klachten die bijna allemaal te relateren zijn aan het bewegingsapparaat.”
Om uitval te voorkomen maakt de schoonmaakorganisatie gebruik van casemanagers, ergocoaches, begeleiding in opleidingen op de werkvloer, trainingen en bedrijfsfysiotherapie. Ligtenstein-van Bree: “Dit heeft effect, maar vaak kom je toch uit bij een curatieve behandeling. We willen nog meer aan de voorkant zitten en daarom focussen we ons preventief op uitval. Dat doen we met allerlei initiatieven: van loopbaanvoorlichting tot werkcoaches voor het tweede spoor, maar het is lastig om hier het gewenste effect mee te behalen. Vaak is iets minder werken een goede oplossing, maar dan moet dit wel financieel haalbaar zijn. Daar wringt toch de schoen. Met het exoskelet en verschillende braces hebben we wellicht een innovatieve oplossing waarmee we aan de voorkant een enorme bijdrage kunnen leveren.”
Exoskelet versus brace
In de pilot, die verdeeld is over drie fasen, wordt het gebruik van exoskeletten en braces wijd binnen het bedrijf getest. Waar een brace fixeert om een juiste houding aan te nemen en, werkt een exoskelet actief mee en voorkomt piekbelasting. Joost Geuzendam legt uit: “Onze exoskeletten maken gebruik van de combinatie energie van de gebruiker en de zwaartekracht. Bijvoorbeeld in de Duitse autoindustrie wordt veel boven de schouders getild en gewerkt. Wanneer de armen naar beneden gaan wordt de energie van die beweging opgeslagen in het elastiek van het exoskelet. Wanneer de beweging weer omhoog gaat, komt deze energie vrij. Zo wordt het werk lichter gemaakt.”
Het exoskelet verlicht de werking die op de spiergroep actief is, daarmee wordt de piekbelasting teruggedrongen. Een brace fixeert een houding en kan ook vaak een oplossing zijn. Misschien is dat wel dé oplossing voor de schoonmaak aangezien de kosten een stuk lager zijn in vergelijking met een exoskelet, zo leert Geuzendam ons. “Een brace kost zo’n 200 à 250 euro terwijl de kosten van het exoskelet al gauw oplopen tussen de 2.500 en 5.000 euro, afhankelijk van de hoeveelheid die er afgenomen worden. Volledig gepersonaliseerde exoskeletten per medewerker zijn sowieso onbetaalbaar. Daarom zijn onze skeletten passend voor tachtig procent van de mensen. Door het exoskelet te verstellen kan het ‘custom’ gemaakt worden per gebruiker.”
“30 tot 40 procent minder belasting op de onderrug”
In de pilot tussen leverancier en schoonmaakorganisatie wordt vooral getest met een polsbrace en een rugbrace die de onderrug ondersteunt. Uit de data die verzamelt is met speciale XSens pakken die het hele lichaam meten, blijkt dat er in bijna een derde van de tests een vermindering van 30 tot 40 procent belasting is op de onderrug. “En daarmee druk ik het conservatief uit”, aldus Joost Geuzendam. “De verminderde belasting wordt gerealiseerd omdat er een verbeterde, meer ergonomische fysieke beweging plaatsvindt waardoor de spieren in de onderrug minder geactiveerd worden. De brace maakt het fysiek lastiger te bukken om onder een bed schoon te maken. Gebruikers moeten op hun knieën zitten of door de knieën en dat scheelt behoorlijk. Het helpt dus vooral bij extra bewustwording van de houding.” Ligtenstein-van Bree vult aan: “Een goede houding is per definitie het uitgangspunt. Een van de ergocoaches kijkt mee tijdens de pilot en dat zorgt ervoor dat we vanaf het uitgangspunt ‘goed’ verder gaan perfectioneren.” Of zoals Geuzendam stelt: “We proberen van het cijfer 8 een 9,5 te maken.”
Houding de basis
Ligtenstein-van Bree vertelt dat de houding van de medewerker de basis is voor het fysiek gezond halen van de pensioengerechtigde leeftijd in de schoonmaak. “De brace die wij inzetten is dus ook geen wondermiddel maar een hulpmiddel om ergonomisch te kunnen werken. Omdat te meten hebben we de relatie gelegd tussen de beweging die benodigd is voor de reiniging en het risico van overbelasting. Daaruit blijkt met het gebruik van de brace dit risico enorm afnam. Bijvoorbeeld bij het opmaken va neen bed ging het risico op overbelasting van 49 procent terug naar 19 procent. Dat komt omdat je verplicht wordt om de juiste houding aan te nemen met de brace. Als je dit niet doet, dan voel je de brace. Het is dus vooral een trigger die mensen bewust maakt van hun houding. Al ben ik door het significante verschil ervan overtuigd dat braces en exoskeletten van toegevoegde waarde kunnen zijn binnen onze organisatie.”
Uit de eerste fase van de pilot blijkt dat de gebruikers minder vermoeid zijn na hun dienst, tijdens de werkzaamheden minder fysieke klachten ervaren en de volgende dag minder stijf zijn als ze wakker worden. De mensen die bij de eerste fase betrokken waren, waren een dwarsdoorsnede uit het bedrijf. Met verschillende leeftijden, klachten, achtergronden en werkzaamheden. “Wat overigens opvallend was, is dat mensen die standaard naar de fysiotherapeut gingen, dat nu niet meer hoefden tijdens de pilot. De brace werkt dus ook curatief, terwijl we daar geen doelstelling van gemaakt hadden”, vertelt Ligtenstein-van Bree.
Schoonmaak naar de voorgrond
In de gesprekken die zijn gevoerd, blijkt dat ook de gebouwinrichter en architect een belangrijke bijdrage kan leveren aan de duurzame inzetbaarheid van schoonmaakmedewerkers. Vaak is de materiaalkeuze, plaatsing van objecten in een ruimte, stroompunten en design niet toegespitst op de schoonmaak. En daar valt vaak nog wel wat te winnen. “Er is wel verandering”, aldus Ligtenstein-van Bree. “EW Facility Services wordt steeds vaker bewust gevraagd om input te leveren bij de inrichting van bijvoorbeeld hotelkamers. Maar ook bij materiaalgebruik. En het voordeel hiervan is dat het mes aan meer kanten snijdt. Voor de schoonmaak wordt het werk overzichtelijker en makkelijker en voor het hotel zit er potentieel tijdswinst in. Gezamenlijk met onze opdrachtgevers kijken we dus steeds vaker naar oplossingen, want wij doen er natuurlijk alles aan om het zo goed als mogelijk te regelen voor onze mensen op de werkvloer.”
Ook Geuzendam ziet dat er op dit gebied nog wat te winnen valt. Hij ziet de schoonmaakbranche als een sector met veel prijsvechters die veelal hetzelfde werk leveren. “Daardoor wordt het moeilijk om in de basis een grote verandering aan duurzame inzetbaarheid door te voeren. Dat is een strijd van de lange adem. Daarom zou ik aanbevelen om anders na te denken over hoe we ruimtes inrichten. Waarom zien we in hotelkamers geen bedden met een contragewicht, zodat het bed even naar voren komt? Dan hoeven schoonmakers niet meer aan het bed of matras te trekken. Schoonmaak komt toch vaak achteraan het lijstje. Wellicht begrijpelijk, maar onnodig. Zet altijd eerst techniek in voordat je uiteindelijk mensen het fysieke werk laat doen.”
Exoskelet de nieuwe standaard?
Exoskeletten en braces helpen de schoonmaker veilig en gezond te werken. Betekent dit dan dat we over tien jaar alle schoonmakers met braces op de werkvloer zien? Geuzendam is eerlijk: “Naar mijn mening is er in de schoonmaak veel te behalen door het ergonomisch verbeteren van de werkzaamheden. Begin bij ergotraining en begeleid deze technieken op de werkvloer: hoe moet je tillen en hoe moet je schoonmaken? Daar is de grootste winst te behalen en daar is de branche zich van bewust. Met kleine hulpmiddelen als braces en exoskeletten kun je de mens ondersteunen. Maar het exoskelet zal voorlopig niet de nieuwe standaard worden. Daarvoor moet de kostprijs echt naar beneden. Voor de prijs van een exoskelet kun je heel wat uren schoonmaken. Daarentegen zijn de braces prijstechnisch wel interessant en deze leveren ook een behoorlijke meerwaarde.”
“Duurzame inzetbaarheid is in financieel opzicht altijd voordeliger dan uitval”
Ligtenstein-van Bree ziet zeker kansen en gelooft in de business case: “Duurzame inzetbaarheid is in financieel opzicht altijd voordeliger dan uitval. Maar we wachten eerst de pilot af. Zo blijkt dat het werken met een brace de eerste dagen lastig is omdat het lichaam eraan moet wennen. Ook zijn we erachter dat de combinatie van een klamvochtige doek en een polsbrace vooralsnog geen gelukkige is terwijl de rugbrace uitstekend functioneert. Kijk, spiermassa is de massa die het snelste afbreekt, hoe mooi is het als we daar een hulpmiddel voor kunnen bieden. Van daaruit is de behoefte ook ontstaan. Door corona is er hier en daar afgeschaald. Straks moeten we ook kunnen opschalen en dat vraagt wat van het menselijk lichaam.”
Ligtenstein-van Bree ziet het op termijn als volgt voor zich: “Werkt het en hebben we de business case rond? Dan gaan we op zoek naar een vorm waarbij we als werkgever en medewerker ons beiden verantwoordelijk voelen en er de toegevoegde waarde van inzien. Als werkgever willen wij het op een juiste manier aanbieden en professioneel begeleiden. Want als een brace niet goed zit, dan is er geen effect.”
Concluderend kan worden gesteld dat de dagelijkse toepassing van het exoskelet nog in de toekomst ligt. Maar braces bieden mogelijkheden. Het werk wordt verlicht, gebruikers hebben minder klachten en de verwachting is dat hiermee uitval lager is, maar alleen als de basis goed is.