Uit het recent verschenen Eindrapport Interventieteam Schoonmaak worden er nogal wat mistoestanden over de afgelopen vier jaar in de schoonmaaksector bloot gelegd. Zo is er volgens het rapport sprake van mensenhandel tot diverse vormen van fraude. Er zijn inmiddels voor miljoenen euro’s aan boetes en/of naheffingen uitgedeeld. Zijn alle mooie woorden van onze Minister-President en de Koning over de schoonmaak wel terecht? Of wordt de soep niet zo heet gegeten?
Door Henk Cornelisse, redactielid Clean Totaal
Het persbericht van het Ministerie Sociale Zaken en Werkgelegenheid rept in kapitale letters over Fraude in de schoonmaak. Dit terwijl de schoonmaakbranche de laatste maanden juist zo positief in het nieuws is. Is het glas half vol of half leeg? Tijd om wat feiten onder elkaar te zetten.
Samenstelling Interventieteam
Het Interventieteam Schoonmaak (IT-Schoonmaak) is een samenwerkingsverband tussen:
- Belastingdienst
- UWV
- Inspectie SZW
- IND
- Gemeente
Het door dit interventieteam uitgebrachte rapport beschrijft de constateringen over de periode 1 januari 2016 tot 1 april 2020. In totaal hebben er integrale onderzoeken plaatsgevonden bij 60 schoonmaakbedrijven en 145 inleners/opdrachtgevers. Hiervan waren 12 schoonmaakbedrijven actief in de fastfoodsector en 16 bedrijven in de hotelsector. Twee kwetsbare sectoren waar meer dan eens het nodige aan de hand is, zo blijkt uit het verleden.
In 82% van alle onderzoeken constateerde ISZW een of meerdere overtredingen, welke in 88 gevallen tot een boete en in 12 gevallen tot een waarschuwing hebben geleid. Een drietal ernstige strafzaken liggen ter afwikkeling bij het Openbaar Ministerie. Een extra twintigtal signalen moeten bovendien nog nader onderzocht worden door het UWV, bij welke instantie bovendien twee onderzoeken niet afgerond zijn. Bij het IND zijn 19 extra gevallen nog in onderzoek. Tenslotte zijn een twaalftal boekenonderzoeken door de Belastingdienst nog niet afgerond en hebben gemeenten nog 21 zaken in onderzoek. Met andere woorden: Het eind is nog niet in zicht.
Fraudevormen
Het IT-Schoonmaak heeft in de onderzoeken veel verschillende fraudevormen gedetecteerd gerelateerd aan:
- Ontduiking premie- en belastingbetaling;
- Uitkeringsfraude • Illegale arbeid;
- Onderbetaling en CAO-ontduiking;
- Lange werktijden;
- Uitbuiting en intimidatie werknemers;
- Valsheid in geschrifte (loonstroken, kasbewijzen);
- Stukloon betalen, omrekenen naar uurloon;
- Dubbele administratie of ontbreken van administratie;
- Gefingeerde dienstverbanden.
Boetes/naheffingen
Aan boetes/naheffingen werd tot dusverre inmiddels totaal ruim 3,7 miljoen opgelegd:
- Belastingdienst € 954.000 (plus € 1.081.000.—ligt nog onder beslag);
- ISZW € € 1.321.737;
- UWV € 160.451;
- VNG € 244.612.
Gelet op de nog niet afgeronde zaken/onderzoeken zal dit bedrag echter nog (fors) toenemen. Aan de andere kant zullen mogelijk niet alle boetes/aanslagen voldaan (kunnen) worden. Ook zijn gevallen van individuele fraude met bepaalde huur/zorg toeslagen e.d. ingerekend, die echter buiten de invloedssfeer van werkgevers vallen.
Het hoogst aantal aan boetes werd opgelegd wegens overtreding van de Wet Arbeid Vreemdelingen (WVA), waarbij het opvallend is dat 2019 in dit opzicht zelfs de kroon spant. Goede tweede zijn de overtredingen van de Arbeidstijden Wet (ATW).Bij de Belastingdienst zijn 2018 en 2019 de jaren waarin de meeste boekenonderzoeken zijn afgerond.
De schoonmaaksector blijft in beeld bij de overheid. De Belastingdienst, ISZW en UWV gaan via het samenwerkingsverband SUMI de controles voortzetten.
Neveneffecten
De door het IT-Schoonmaak gemelde neveneffecten zijn dat er kort na het onderzoek de nodige schoonmaakbedrijven gelijk gestopt zijn en/of met onbekende bestemming vertrokken zijn naar het buitenland. Ook lezen we in het rapport dat sommige schoonmaakbedrijven al binnen een jaar doorverkocht werden. Diverse opdrachtgevers besloten de schoonmaak in eigen dienst te nemen of toonden een hogere bewustzijn bij uitbesteding . Voorts zijn er volgens het rapport waarschijnlijk malafide schoonmaakbedrijven failliet gegaan omdat de opdrachtgevers niet langer met hen wilden samenwerken. De Belasting constateerde tevens een toename van de aangiftes loonheffing na controle.
CNV wordt in het rapport geroemd om haar meldpunt mistoestanden in de Hotelschoonmaak en Clean Totaal wordt genoemd als vakblad dat over de aanpak publiceerde en daarmee een bijdrage leverde aan het beperken van oneerlijke concurrentie. Ook het intensieve contact met de Code Verantwoordelijk Marktgedrag alsmede input die OSB en SieV leverden worden door het Interventieteam gewaardeerd.
Wet van de grote getallen
De inzet van het interventieteam is qua aantal FTE’s best stevig te noemen. Tot 2017 waren er circa 15,5 personen bij betrokken, welke inzet vanaf 2017 met 3 FTE verlaagd werd. Deze verlaging in personele bezetting kwam voort uit de beperkte capaciteit van de Belastingdienst. Omgerekend per jaar leverde deze inzet tot dusverre circa 800.000 euro op. De gemaakte kosten lijken navenant. Maar zwaarder weegt uiteraard het ontmoedigen van malafide schoonmaakondernemers en hun opdrachtgevers.
Om het een en ander wel in perspectief te houden: van de 11.000 schoonmaakbedrijven zijn er 60 bedrijven aan een integraal onderzoek onderworpen, oftewel een kleine 0,06%. Maar iedere mistoestand is er één teveel, laat hierover geen misverstand bestaan.
Wisselwerking
In het rapport lezen we over een interessante wisselwerking tussen ISZW en OSB: ‘Bij grote integrale controles door het interventieteam traden we (ISZW) soms naar buiten met een persbericht. Brancheorganisatie OSB stelden we hiervan in kennis en we gaven aan of een lid van hen was betrokken. Vervolgens berichtte OSB dat ze onze aanpak ondersteunden en onderstreepten het belang van onze aanpak voor de sector.’ Kwestie van: voor wat, hoort wat?
OSB: bepleit zelfwaakzaamheid bij opdrachtgevers
OSB voorzitter Piet Adema laat in zijn reactie weten dat het goed is dat malafide schoonmaakbedrijven aangepakt worden en hij steunt de activiteiten vanuit ISZW: “We streven juist naar een eerlijke en veilige branche. Daarin trekken we graag samen op met Inspectie SZW. Ook opdrachtgevers kunnen zelf waakzaam zijn en bijvoorbeeld zaken doen met een OSB-Keurmerkbedrijf. De onderwerpen waar de Inspectie op controleert, maken juist onderdeel uit van dit keurmerk. De bedrijven worden hier jaarlijks op getoetst.’
SieV! positief gestemd
Voorzitter van mkb-werkgeversorganisatie SieV Maurice Rutgrink vindt het positief dat er een duidelijk signaal richting de kwetsbare schoonmaakbranche afgegeven. Malafide handelingen worden niet getolereerd en daarom bestreden. Het is volgens hem belangrijk om dit signaal te blijven afgeven, om terugval te voorkomen: “Malafide bedrijven horen niet thuis in deze branche. Maar ik ben na het lezen van het rapport eigenlijk zeer positief gestemd. 11.000 bedrijven telt onze sector in totaal en bij 60 van hen zijn de koppen gesneld. Alle samenwerkende diensten hebben schokgolven door de malafide sector heen geblazen, maar helaas blijven er altijd schurken onder ons.” De bevlogen voorzitter roemt het eigen keurmerk en het feit dat er juist sterk aan het imago van de schoonmaakbranche gewerkt wordt: “Wij willen daarom juist alle bonafide bedrijven in de branche een groot compliment geven.” Ietwat euforisch spreekt hij erover dat er slechts 60 bedrijven gecontroleerd behoefden te worden in plaats van 11.000. Dit laatste statement heeft iets weg van ‘jumping to conclusions’.
CNV: angst voor represailles
Jan Kampherbeek, bestuurder bij CNV Vakmensen, is blij dat Inspectie SZW controles uitvoert en wijst op de spagaat waarin schoonmakers soms terechtkomen: “We hebben als CNV ook regelmatig overleg met de inspectie. In dat overleg geven we signalen die we van leden krijgen door. Als bond merken we dat medewerkers het zelf erg lastig vinden om zelf te melden of om ons als vakbond te laten optreden. Men is er bang voor dat als hun naam bekend wordt, zij last krijgen van represailles van werkgevers. Dat komt natuurlijk voor bij bedrijven waar al veel mis is en men niet erg geneigd is om tot oplossingen te komen. Daarom is het werk van de inspectie ook heel belangrijk. De genoemde percentages verbazen ons niet. Ook omdat we weten dat de inspectie gerichte controles doet. Voornamelijk speciaal in sectoren waar meer fouten zijn te verwachten.”
Code Commissie: Verder ingrijpen in marktwerking
Kees Blokland, voorzitter van de Code Commissie Verantwoordelijk Marktgedrag, is verheugd over de aanpak van dit, zo hij het noemt, selectief onderzoek: “We werken intensief samen met ISZW. Het is goed dat de malafide onderkant actief aangepakt wordt, hiervan profiteren immers de bonafide bedrijven. De Code blijkt nodig te zijn. Wel is het nu zaak dat de overheid verder haar verantwoording neemt, teneinde misstanden zoals die in het rapport vermeld worden in de toekomst te voorkomen. ISZW heeft uitstekend en doortastend werk geleverd, maar nu is het de taak van EZ om dit breder te trekken door beleid te maken en in te grijpen in het marktgebeuren. Denk hierbij aan aanscherping van de toetredingseisen. We zien momenteel ook bij PostNL een situatie ontstaan waarbij onderaannemers moeten marchanderen door de (te) lage vergoeding die zij ontvangen.”
Blokland zegt voorts dat de Code Commissie al langer proactief is om met name de situatie in de hotelsector te verbeteren, maar door het coronavirus dit segment het momenteel extra moeilijk heeft. Hierdoor wordt nog nader onderzocht op welke wijze hieraan in de nieuwe realiteit verder vorm gegeven gaat worden.
Inspectie ISZW: ook OSB/SieV leden betrokken
Alle mooie woorden van de andere stakeholders ten spijt, laat de woordvoerder van ISZW ons desgevraagd weten dat zich onder de 60 schoonmaakbedrijven ook enkele bedrijven bevinden die bij de bovengenoemde werkgeversorganisaties aangesloten zijn. Ook enkele die de Code Verantwoordelijk Marktgedrag hebben ondertekend. Over de lopende strafrechtelijke onderzoeken mogen ze geen uitspraken doen.
Met andere woorden: een keurmerkhouder en/of ondertekenaar van de Code biedt geen 100% garantie voor naleving van de Nederlandse wet- en regelgeving. Helaas kon/wilde ISZW ons geen aantal/percentage geven van de keurmerkhouders c.q. ondertekenaars die het betreft.
Slotconclusie: schoonmakers het kind van de rekening
Het feit dat van de 60 onderzochte bedrijven er nagenoeg de helft actief zijn in de kwetsbare sectoren fastfood en hotel zal al met al een vertekend beeld over de branche geven. Met name binnen de segmenten fastfood/hotel maken opdrachtgevers veelvuldig gebruik van papa/mamabedrijfjes die niet beschikken over een keurmerk, dan wel aangesloten zijn bij een van de werkgeversorganisaties. Maar helaas kunnen we er niet omheen dat er ook misstanden geconstateerd werden bij keurmerkhouders/ondertekenaars van de Code. De lovende woorden van onze Minister-President en de Koning blijven o.i. desondanks onverminderd van kracht.
Deze woorden zijn immers gericht aan de schoonmakers zelf, en zij zijn notabene juist veelal het kind van de rekening van het ongeoorloofd handelen door malafide schoonmaakbedrijven.