Of we het nu willen of niet, Nederland vergrijst. En daar is voorlopig vrij weinig aan te doen. Bovendien werkt de Nederlander langer door dan voorheen, met alle risico’s van dien. Maar hoe zorgen we dat ‘onze’ schoonmakers vitaal blijven? Schoonmaakorganisaties Blinck en NIVO streven naar hetzelfde doel, maar kiezen beide voor een aparte aanpak.
Uit cijfers van het UWV blijkt dat het aantal mensen dat een arbeidsongeschiktheidsuitkering krijgt, alsmaar blijft toenemen. Volgens het UWV is de belangrijkste oorzaak het afschaffen van de vervroegde uittredingsregelingen. Dagblad Trouw citerend: “Daardoor werken mensen langer door en zijn er dus meer oudere werkenden. En het risico van arbeidsongeschiktheid is bij ouderen groter.” Het is aan de werkgever om deze mensen duurzaam inzetbaar te houden. Zij moeten werknemers de mogelijkheden bieden om in huidig en toekomstig werk met behoud van welzijn en gezondheid te functioneren.
Maatwerk
Dat het behouden van welzijn en gezondheid regelmatig moeilijker is dan het lijkt, blijkt na het gesprek met projectmanager van Blinck Schoon Pauline Kalee. Bij het schoonmaakbedrijf uit Almere met zo’n 110 schoonmaakmedewerkers is sprake van hoog verzuim. “De laatste twee jaar is het verzuimpercentage hoger dan 10 procent”, weet Kalee. “Overigens zijn dit niet alleen personeelsleden van zestig jaar en ouder. Vaak zijn dit personeelsleden die de leeftijdsgrens van zestig jaar nog niet bereikt hebben.” Hier heeft Kalee een simpele verklaring voor: een groot deel van de medewerkers heeft een lager geschoolde of allochtone achtergrond. Veel van deze medewerkers doen hun hele leven al fysiek zwaar werk. “Waar andere medewerkers klachten krijgen vanaf een jaar of zestig, krijgen deze medewerkers deze vaak al bij een leeftijd van vijftig jaar. En daar moeten we wat mee”, klinkt het beseffend.
Dus worden bij Blinck nagenoeg standaard de prestatienormen aangepast wanneer medewerkers hun 55ste verjaardag vieren. Wanneer 60-plussers tegen het pensioen aanzitten, hoeven deze vaak minder uren te werken met behoud van loon. Daarnaast wordt per individu gekeken naar blessures en vitaliteit. Zo worden bij knieproblemen bijvoorbeeld trappenhuizen of werk waarbij gebukt en geknield moet worden uit het werkprogramma gehaald.
Kalee: “Werknemers krijgen ook extra hulp van collega’s bij hun dagelijkse werkzaamheden. Wanneer nodig, kunnen extra pauzes worden ingelast. Tijdens of na re-integratie van ziekte behoort een tijdelijke of vaste aanpassing van de werkzaamheden tot de mogelijkheden. Zo kunnen zij sneller en makkelijker met de werkzaamheden beginnen.”
Om te bepalen wat nodig is voor de medewerkers, voert Blinck meermaals per jaar ‘bottom-up’ gesprekken waarin medewerkers hun zegje kunnen doen over hun werkzaamheden, werkdruk, opdrachtgever, organisatie en eventuele persoonlijke problemen die van invloed zijn op de werkprestatie. Kalee: “Daarmee houden wij onze medewerkers betrokken, worden ze gehoord en voelen ze zich ook gewaardeerd.”
Mens is belangrijkste kapitaal
Bij NIVO, in Leeuwarden gevestigd, werken zo’n 900 medewerkers met een gemiddelde leeftijd van 46 jaar. De schoonmaakorganisatie heeft de laatste jaren al meerdere ontwikkelingen doorgevoerd om het fysieke werk zo aangenaam als mogelijk te maken. Zo zijn voor werknemers binnen de divisie glasbewassing i-suits beschikbaar en worden reguliere schoonmaakwerkzaamheden uitgevoerd met de schoonmaakmethode Smart Cleaning van Crohill. Niet voor niets behoort de schoonmaakorganisatie tot de Vitaalste 50 bedrijven van Nederland. KAM-coördinator Rutger Werkhoven vertelt wat aan de basis ligt om hiertoe te behoren: “Dat begint al bij onze visie. NIVO is een familiebedrijf dat gezonde groei als doel stelt. We investeren in de maatschappij en in onze mensen. De mens is immers het belangrijkste kapitaal voor een schoonmaakonderneming. De basis is op orde en met alle kleine extraatjes als de jaarlijkse kerstbijeenkomst, werkdrukmetingen, tevredenheidsonderzoeken en prikkelende prijsvragen ontvangen wij de belangrijkste informatie rechtstreeks vanaf de werkvloer.”
Mentale vitaliteit minstens zo belangrijk
Wanneer het gaat over duurzame inzetbaarheid, wordt er in de schoonmaak al snel gesproken over het fysieke gestel. Minstens zo belangrijk is de mentale vitaliteit. Bij NIVO is er zelfs een heus trainingscentrum voor ingericht. Helemaal 2020, met Virtual Reality, ontwikkeld door het Leeuwardse JAMZONE. In de trainingsruimte wordt het spel Stressjam gespeeld. “Een wetenschappelijk gevalideerde VR-game”, weet Werkhoven. “Werk wordt steeds complexer en door de grote privé-druk die medewerkers kunnen ervaren, liggen burn-out klachten op de loer. In de game waant de gebruiker zich in een jungle waarmee het stresslevel kunstmatig wordt verhoogd naar verschillende niveaus. Gebruikers kunnen deze levels gaan herkennen en hiermee leren om te gaan. Dit wordt ook preventief ingezet om verzuim te voorkomen.” Overigens ligt het in de lijn der verwachting dat Virtual Reality op termijn ook wordt ingezet voor veiligheids- en trainingsdoeleinden voor de businessunit reconditionering.
Net als bij Blinck worden ook bij NIVO taken aangepast indien dit mogelijk is. Als voorbeeld worden de glazenwassers genoemd. Wanneer klachten zich voordoen, kan er passend werk gevonden worden in de loods waar goederen met brand en/of waterschade worden gereinigd. In de reguliere schoonmaak wordt gezocht naar aanpassingen in het werkprogramma op de betreffende locatie. Werkhoven geeft toe dat dit op grotere objecten makkelijker is dan bijvoorbeeld op een sleutelobject in Oost-Groningen waar slechts een paar uur per week wordt gereinigd. “Maar vervangende werkzaamheden zoeken is niet iets wat wij standaard doen. Het verzuimpercentage organisatie breed is zo’n vier procent. Wij blijven investeren in vitaliteit en betrokkenheid. Want wij geloven dat betrokken medewerkers langer en gezonder aan het werk gaan én blijven.”
Verantwoordelijkheid niet alleen bij schoonmaakbedrijf
Overigens vindt de NIVO-man dat er een gedeelde verantwoordelijkheid is met opdrachtgevers en adviesbureaus. Hij hekelt sommige aanbestedingen waar een “puntje MVO is opgenomen, omdat we daar ook iets mee moeten. Dan zie je dat ISO 14001 een uitsluitcriterium is. Het wordt standaard opgenomen in het kader van risicobeheersing, vanuit de kant van de opdrachtgever. Echter zegt het bezitten van dit systeem-certificaat niets over de kwaliteit van de dienstverlening. Willen we als branche stappen zetten, dan is ook de rol van adviesbureaus richting opdrachtgevers essentieel. MVO kan zeker een toegevoegde waarde hebben op de uitvoering van de dienstverlening. Daarnaast is het van belang om samen met OSB en de vakbonden op te trekken om te bepalen waar nog toegevoegde waarde op het gebied van duurzame inzetbaarheid te halen is.”
Een gezamenlijke focus op duurzame inzetbaarheid en veilig werken is ontzettend belangrijk, vinden zowel Kalee als Werkhoven. Fijntjes wordt nog even aangehaald dat schoonmaak een enorm vooruitstrevende sector is, waarvan Nederland en met name de overheid niet half weet wat er gebeurt. Met als dieptepunt de oprichting van de Rijksschoonmaakorganisatie. Schoonmaakorganisaties zijn meester in mensenmanagement. Groei, ontwikkeling en outplacementtrajecten zijn dagelijkse kost in de schoonmaak. Met ondersteuning van brancheorganisaties, vakbonden én de schoonmaakorganisaties zelf is het wellicht tijd dit meer en meer in de spotlight te zetten.
Dit artikel staat in vakblad Clean Totaal 1 – 2020. Meer van dit lezen? Via onderstaande banner kunt u zich eenvoudig abonneren. Ook kunt u hier een exemplaar aanvragen.