Met enig regelmaat schrijft algemeen directeur van Asito Charles Vinke over onderwerpen die hem aangaan voor de blog-pagina op de website van het schoonmaakbedrijf. Ditmaal wijdt Vinke een artikel aan de Rijksschoonmaakorganisatie, kortweg RSO: “een onderwerp dat gevoelig en ingewikkeld ligt.”
De schoonmaaksector wordt met het RSO-initiatief van de overheid afgeschilderd als een ‘stelletje amateuristische geldwolven’. Een sector die over de ruggen van de mensen hun geld verdienen en geen bijdrage levert aan een goede werkomgeving. Nou…je kunt je voorstellen… dat schoot bij mij in het verkeerde keelgat.
Overheid geen slechte werkgever
Ik vind de overheid geen slechte werkgever, dat is voor mij niet de reden om het RSO-initiatief een slecht idee te vinden. De overheid belooft onze collega’s een werkplek waarin ze doelmatiger en meer betrokken hun werk kunnen doen. Dit kan door betere opleidingen, door betere (of minstens gelijke) arbeidsvoorwaarden en door onderdeel te zijn van de overheid.
Symboolpolitiek
In de hoorzitting van de rechtbank in de Den Haag betogen wij, als schoonmaaksector, dat de overheid van al deze mooie uitgangspunten nog niet zo veel waarmaakt. De onderhoudskosten, onze belastingcenten, nemen niet af maar stijgen! Dan rijst de vraag: “Was dit dan toch symboolpolitiek? Of een oprechte beweging richting onze collega’s?” Ik ben bang dat we daar niet meer achter zullen komen. En dat houdt me bezig.
De minister die de RSO destijds bedacht heeft is er al niet meer. De organisatie die nu is opgericht, is zijn plekje aan het verwerven. Het huidige kabinet maakt geen duidelijk ‘statement’, omdat de RSO niet belangrijk genoeg is om een statement over te maken. Ook dat houdt me bezig. Waarom gaan we toch door met het ‘verplaatsen’ van onze collega’s naar de RSO zonder aantoonbare voordelen? Er is een risico dat diezelfde overheid over een aantal jaren weer een volgend ‘symbool’ afgeeft! Waar onze collega’s vervolgens weer de dupe van worden. En wat dan? Dit moment zal komen. De overheid dient immers doelmatig te zijn en op dit vlak is ze dat (aantoonbaar) niet.
Laat schoonmakers bij het schoonmaakbedrijf
Laat ons de overheid de service geven die ze zoeken, met de medewerkers die ONZE collega’s zijn. Bij ons zijn ze thuis, bij ons zijn ze opgeleid, bij ons hebben ze duizenden collega’s, bij ons ontmoeten ze op grote schaal collega’s met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt en diverse nationaliteiten. Ze zijn immers onze collega’s! Bij ons zijn ze thuis!