Het jaar zit er nagenoeg op. We zitten in het staartje van dit jaar. Als het laatste restje badwater dat wegloopt als de stop er uit is. Het slurpende geluid wat dan aangeeft; “bijna op”. Daar zitten we in, het slurpende geluid van 2015. Veel mensen hebben al vrij, zijn thuis of op vakantie. De telefoon rinkelt al minder vaak. Email verkeer tempert. Whatsapp houdt zich koest.
Ton Christianen (t.christianen@osb.nl) is bedrijfsadviseur bij OSB.
Tijd voor de onvermijdelijke overpeinzing. Een terugblik over het afgelopen jaar. Meerdere mensen heb ik er al over gehoord. Ik besef me eigenlijk nu pas dat het in veel gevallen ging over de gevolgen van ons handelen… Maar is dat nu waar het leven om draait? Donder toch op! Waar deze agressie nu vandaan komt? Is geen agressie, maar is frustratie. Onmacht, boosheid, ook op mezelf. Ik voel het nu.
Vanochtend op weg naar kantoor zag ik, net voor Vught, van een afstandje al verschillende blauwe zwaailichten aan de andere kant van de rijbaan. Hoe dichterbij ik kwam, hoe meer voertuigen ik zag, niet alleen politie, maar ook ambulance en brandweer. Oei, da’s wel serieus. Ik passeerde de plek van het ongeval en zag dat een vrachtwagen scheef in de berm stond, stevig beschadigd, lading over de rijbaan en veel, heel veel hulpverleners. Langs de kant lag iemand op de grond, diverse ambulanceverpleegkundigen om hem heen. Toch een rilling over mijn rug.
Toen besefte ik me te meer dat je toch maar donders veel respect moet hebben voor de hulpverleners. Want weer of geen weer, bij nacht en ontij staan ze wel voor je klaar. In dit geval om een chauffeur uit zijn cabine te halen en te verplegen. Zorgen dat hij in leven blijft. Geen idee wat er met de man of vrouw aan de hand is, maar er staan echt niet zoveel mensen om je heen als je een bloedneus en een tand door je lip hebt. Ik hoop toch echt dat hij/zij het overleeft. Je moet er toch niet aan denken dat er iemand straks het bericht krijgt ‘mag ik even binnen komen, ik heb helaas slecht nieuws voor u…’
Die hulpverleners aan de kant van de weg, de ambulancebroeders, de brandweermannen, politieagenten, die zijn er voor jou! Als mens. In de meest mogelijk kwetsbare, traumatische, mensonterende, pijnlijke situatie waar je je maar in kan bevinden, in al je zielende naaktheid, zijn ze er om je te helpen. Niet jij als bedrijfsadviseur, directeur, werknemer, journalist, wetenschapper of wat dan ook. Maar jij als mens.
En is dat niet de essentie van het leven? Hoe we als mensen in het leven staan en hoe we als mensen met elkaar omgaan? Is de rest dan eigenlijk geen bijzaak? Maar, terugblikkend over het afgelopen jaar, waar hebben we het dan niet met elkaar over gehad en vooral, waar hebben we ons niet heel erg druk over gemaakt? En wat hebben we wel niet gedaan om dat te bereiken? Of kan ik beter zeggen ‘wat hebben we de ander wel niet aangedaan om dat te bereiken’?
Ik wil geen oordeel vellen over wat voor u belangrijk is of is geweest. Daar gaat het niet om. Wel over hoe u als mens daar mee bent omgegaan. Hoe heeft u als mens de andere mens bejegend? En dan wel graag dicht bij huis, in uw directe omgeving. Niet verschuilen achter het feit dat de wereldvrede maar gerealiseerd moet worden door de regeringsleiders zodat u lekker kan verder gaan met wat u deed. Nee. Uw rol. In al uw hoedanigheden. Als mens. Ik ook…
Heb ik mijn vrouw altijd wel de aandacht gegeven die ze verdiende of was ik te druk met zakelijke emails (of maakte ik me te druk over zakelijke emails)? Was ik soms niet te kortaf tegen mijn (puberende) kinderen als ze weer eens niet deden wat ik had gevraagd? Of was ik in mijn hoedanigheid als collega niet altijd bereid genoeg om me te verplaatsen in de ander? Ik durf van mezelf te zeggen dat als mens ik daar steken heb laten vallen. Ik kan wel zeggen ‘ik heb mijn best gedaan’. Dat klopt ook. En ik heb nooit iemand moedwillig willen benadelen, in welke vorm dan ook.