Begin 2012 is het Nederlands Centrum voor Sociale Innovatie (NCSI) opgeheven. Als laatste uitgave is het boekje “Arbeidsverhoudingen in 2020” verschenen wat input wil geven aan de discussie over CAO-vernieuwingen. Het boek vertrekt vanuit de analyse dat CAO’s te weinig ruimte bieden voor sociale innovatie en gebaseerd zijn op traditionele arbeidsverhoudingen.
Jan Kampherbeek is bestuurder bij CNV Vakmensen
Dat lijkt heel nieuw maar dat is het slechts beperkt. In de Middeleeuwen waren er voor bepaalde beroepsgroepen al van dit soort regelingen. Binnen gilden (waar je alleen lid van kon zijn op basis van je vak) waren er al regelingen die alleen voor die vakbeoefenaars van toepassing waren. Dit is een leuk idee, maar naar mijn idee niet erg haalbaar. Zeker niet voor 2020 wat ver weg klinkt maar dat niet is. Acht jaar zijn snel om.
De vervaging van organisatiegrenzen constateer ik óók Zeker in onze sector. We zien verschillende joint-ventures en samenwerkingsverbanden ontstaan. Onlangs hebben het Admiraal De Ruyter Ziekenhuis, Facilicom en StruktonWorksphere nog aangegeven een nieuw bedrijf te gaan beginnen voor schoonmaak, technisch onderhoud, huisvesting etc..
Daarnaast breiden schoonmaakbedrijven hun dienstenpakket uit. In de huidige situatie heb je dan al gauw te maken met een aantal verschillende CAO’s. Dat geeft veel gedoe. Bij welke CAO moet je de mensen indelen? Hoe zit dat bij een contractwisseling? Welke gevolgen heeft het voor een werknemer als je van de ene CAO naar de andere gaat?
Ik pleit dan ook voor een andere oplossing dan in het boekje genoemd. Een bredere CAO waarin meerdere aparte CAO’s opgaan. Bijvoorbeeld de CAO schoonmaak, catering, beveiliging etc.. Je krijgt dan één brede CAO waarin alle facilitaire activiteiten zitten. We zouden er ook nog aan kunnen denken om die CAO dan weer uit te breiden met aanpalende diensten, zoals thuiszorg en misschien nog wel meer. Er moet dan ook één pensioenfonds komen. En natuurlijk ook één sociaal fonds.
Zo’n brede CAO heeft volgens mij grote voordelen. Bedrijven krijgen met minder verschillende regels te maken. Mensen kunnen binnen één bedrijf – maar ook buiten een bedrijf – makkelijker overstappen van de ene functie naar de andere. En ze kunnen makkelijker functies combineren. Dat heeft dan geen consequenties meer voor hun pensioen (nu loop je vaak overgangsrechten mis als je van het ene fonds naar het andere gaat enz.). Een ander voordeel: brede opleidingen zijn makkelijker te organiseren.
Vakbonden (ook CNV vakmensen) hebben zich lange tijd ingezet voor CAO’s die nauw aansluiten bij een bepaalde sector. Een sector wordt strak omschreven in werkingssfeer-artikelen. Alles wordt binnen de sector geregeld: CAO, opleidingen, pensioen, loopbanen, begeleiding naar nieuw werk enz.).
Tegelijkertijd zien we in de facilitaire sector nu al dat veel mensen onder verschillende CAO’s en pensioenregelingen vallen omdat ze verschillende banen hebben. Naar mijn idee zal dat in de toekomst nog meer gaan gebeuren. Ondanks de huidige crisis gaat er krapte op de arbeidsmarkt ontstaan.