Na een gewoontegetrouw rustige eerste dag was het op dag twee van ISSA/INTERCLEAN weer een drukte van belang. Dat bleek niet alleen uit de waarneming van uw reporter, maar bij navraag aan standhouders ook uit hun reacties. Men had het al in de ochtenduren flink druk, terwijl de bezoekersstroom gisteren pas na de middag op gang kwam. Die drukte heeft soms ook wel een nadeel. In de meeste stands is wel iemand aanwezig die (ook) Nederlands spreekt, maar daarop moet je soms net iets langer wachten. Een eerste sfeerimpressie.
Door Leon van den Berg, redacteur Clean Totaal
In hal 9 bij de softwareleveranciers is het op het eerste gezicht veel van hetzelfde met graduele verschillen. Dat maakt het erg moeilijk om daaruit te destilleren wat nu echt van waarde is voor de branche maar daar komen we op een later moment uitgebreid bij u op terug. Vaak wordt ook van dezelfde soort devices gebruik gemaakt waarbij de man of vrouw op de werkvloer soms wel en soms niet zelf meldingen kunnen doen. Je kunt er in ieder geval veel mee in de sfeer van calculatie, rapportage en facturering. Opmerkelijk lijkt dat toch vooral veel nadruk ligt op de controle van de werkzaamheden of zelfs de aanwezigheid op de werkvloer van diezelfde medewerker. Vertrouwen is goed, maar controle toch nog altijd beter?
Voor velen lijken de standhoudersontbijten, -borrels of -party’s misschien wel belangrijker dan stands bezoeken. Niet zo gek, want netwerken is het op ISSA/INTERCLEAN wat de klok slaat en goede communicatie doe je nu eenmaal beter achter een vol bord dan voor een planbord. Dat geldt zeker ook voor Aziatische bezoekers. Tijdens mijn beursbezoek ving ik diverse malen bij hen de term happy hour op. De eerste score: rond 10.00 uur bij de opening van de beursvloer.
Leuk zijn de verschillende manieren waarop standhouders in hun stand actief zijn. Generaliserend natuurlijk, want dé standhouder bestaat niet. De Europese standhouders zijn in het algemeen heel druk in gesprek en proberen daarnaast de aandacht van passanten te trekken en hen de stand in te laten komen. Overigens gebeurt dat in tegenstelling tot andere beurzen, meestal zonder allerlei toeren uit te halen met goochelaars of spelletjes. Dat laatste zag ik alleen bij Tork, maar daar ging het wel om een virtuele beleving van de ideale washroom. Er was elders ook een tekenaar die mensen portretteerde.
De Angelsaksische standhouders zijn in het algemeen wat rustiger, maar als je eenmaal met ze in gesprek komt, zijn ze vaak wel heel erg bevlogen. Ze verkopen geen product, maar zíjn het bijna! De Aziatische stands ademen vaak een sfeer van algehele lethargie. Veel spullen aan de wand en twee appende medewerkers bij een tafel lijkt standaard. Dat komt misschien doordat beurzen in China anders werken. Daar meldt je jezelf als bezoeker aan de standbalie en wacht je netjes op je beurt tot er iemand tijd voor je heeft. Actief klanten werven is er daar dus niet bij.
Wat dit jaar bijzonder opvalt is het ontzettend vriendelijke personeel van de RAI. Goed gastheerschap is hier echt de norm en iedereen doet zijn of haar uiterst. Complimenten!