De kip met de gouden eieren? Dat zou European Cleaning Machines Recycling (ECMR) op Urk kunnen zijn. Zover is het echter nog niet. Eigenaren André Vonk (foto) en Johan Van der Reest hopen dat producenten, distributeurs en eindgebruikers van reinigingsmachines, ook in het licht van strenge wetgeving vanaf 2018, de noodzaak tot recycling snel gaan inzien. Want het kan niet bij een olievlekje blijven…
Door Susanne Hellendoorn, lid redactie Clean Totaal
Mede-eigenaar en commercieel directeur André Vonk en eigenaar Johan van der Reest kennen elkaar al jaren. Ze sparden voorheen geregeld en onderzochten samen toekomstmogelijkheden in de reinigingsbranche. In 2011 richtten ze ECMR op, een bedrijf dat reinigingsmachines demonteert en zorgt dat ‘afvalstromen’ gerecycled kunnen worden.
Nichemarkt
Het idee om reinigingsmachines te demonteren en de diverse materialen aan te bieden voor recycling komt voort uit de gedachte die tot steeds meer mensen doordringt: de bevolking groeit, terwijl energie en grondstoffen schaarser worden. Zo ontstond zo’n vijf jaar geleden het begrip ‘circulaire economie’. Daarin vormen restproducten een grondstof voor nieuwe productieprocessen. Vonk en Van der Reest sprongen vier jaar geleden in het diepe en boorden de nichemarkt aan door een recyclingbedrijf voor reinigingsmachines te beginnen.
Vonk nam eind 2014 de directiefunctie van voormalig ECMR-man Frank Smit over. Vonk: “De organisatie stond intern goed, maar onze achilleshiel is het volume. In 2013 liepen we aardig in lijn met de verwachtingen, maar vorig jaar hadden we te maken met een terugval in de verwachte groeiontwikkeling. 2015 gaat gelukkig weer stukken beter.”
Over de bühne
De heren zijn en blijven positief. Vonk: “Cruciaal is dat de WEEE II-richtlijn wijzigt in 2018 voor de B2B-markt. Deze richtlijn bepaalt dat 45 procent van de reinigingsmachines vanaf dat jaar aantoonbaar moet worden ingezameld voor hergebruik. De vrijblijvendheid is er vanaf 2018 dus vanaf en slapende producenten zullen ruw wakker geschud worden. Tot die tijd zitten wij met ECMR in een soort vacuüm maar we zijn er klaar voor als het zover is.”
De naamsbekendheid van ECMR is inmiddels hoog binnen de branche. Die naamsbekendheid kreeg een boost toen de Urker onderneming in 2014 de ISSA Innovation Award 2014 in de categorie 'Cleaning Management and Training Solutions won.
“We moeten echter nog grotere stappen maken”, legt Van der Reest uit. “Dat ketens gesloten moeten worden, grondstoffen schaars zijn en dat duurzaam ondernemen telt, weet iedereen. De term ‘duurzaamheid’ is zelfs al aardig uitgekauwd. Er moet nu hoognodig handen en voeten aan worden gegeven. Het is tijd dat het begrip ‘afval=grondstof’ over de bühne wordt gebracht bij de producenten en distributeurs. Bij hen is winst te behalen. Zij moeten de reinigingsmachines inzamelen om ze vervolgens door ECMR op te laten halen voor verwerking.”
Olievlekje
In 2014 ontmantelde ECMR ruim 700 te recyclen reinigingsmachines. In het eerste half jaar 2015 noteerde men reeds datzelfde aantal, een duidelijke groei. Maar een snelle rekensom leert dat ECMR nog maar een fractie van de machines op de Europese markt binnen hengelt.
Vonk: “Op de Europese markt worden jaarlijks zo’n 350.000 machines verkocht. Daarvan wordt 60 procent in de noordelijke helft van Europa verkocht, waarvan een bepaald gedeelte naar de recycling gaat. Wij weten dat de Noord-Europese markt uit ongeveer 90.000 te recyclen reinigingsmachines per jaar bestaat. Het aantal dat wij krijgen is dus maar een olievlekje…”
Waar het overgrote deel belandt? Vonk: “Dat is voor ons nagenoeg onbekend. Het is niet te traceren, er wordt niets geregistreerd. Overal zitten kleine en lokale ijzerboertjes, via sommige kanalen verdwijnen de machines richting voormalige Oostbloklanden en in het ergste geval naar een Afrikaanse stortplaats. Dit moeten we met elkaar niet meer willen.”
Barbecuegeld
De ECMR ondernemers zijn van mening dat producenten innovatiever moeten gaan denken. Vonk: “Een aantal grote Europese producenten hebben nog steeds geen idee waar hun machines blijven. Er is vaak niet eens beleid op gemaakt, dat is toch raar? En in het licht van de vanaf 2018 verplichtende WEE II-richtlijn noem ik dat struisvogelgedrag.”
Vonk stelt dat er ook producenten zijn die wel graag hun te recyclen machines richting Urk zien gaan maar het op de één of nadere manier niet voldoende prominent op de MVO agenda krijgen. “Vaak stokt het dan bij de communicatie intern. Medewerkers op de vloer zien de noodzaak van inzameling vaak niet. Intern wordt een afgeschreven machine vaak als koffie- of barbecuegeld gezien maar die gedachte is achterhaald. Bedrijven moeten intern en op alle echelons bewuster worden van de inzameling van reinigingsmachines. Iedereen weet inmiddels wat duurzaamheid betekent, maar er is nog een wereld te winnen. Het frustrerende is dat wij dat niet in handen hebben. Wij kunnen alleen maar laten zien dat we er zijn en dat bedrijven bij ons terechtkunnen.”
Out-of-the-box
Uiteraard zijn er producenten die de noodzaak van gecertificeerde verwerking wel zien. Zo rijdt ECMR geregeld naar Scandinavië en door andere Europese landen om machines bij onder andere Hako, Nilfisk en Kärcher op te halen. Onlangs heeft het Zweedse SCA contact opgenomen met ECMR. De handdoekdispenser-producent fabriceert zes miljoen dispensers van polycarbonaat en verspreidt ze wereldwijd. Vonk: “SCA zoekt een manier om de handdoekdispensers in te nemen en te recyclen. In het beste geval verdwijnen ze nu in een afvaloven, maar waarschijnlijk belanden er velen op een stortplaats. Ook SCA weet dus niet waar de stroom uiteindelijk blijft en streeft naar een duurzame oplossing. Aangezien wij ‘out-of-the-box’ willen denken, zouden we hier best in willen duiken. Eigenlijk ben je op zo’n moment meer een laboratorium en onderzoek je gezamenlijk de mogelijkheden. De centrale vraagt blijft hoe we de cirkel gesloten kunnen krijgen en daar een verantwoord verdienmodel aan kunnen koppelen.”
Naast zorgen voor de broodnodige aanvoer houdt ECMR goed in de gaten of de reinigingsmachines die ze binnen krijgen volledig zijn. Vonk: “We plaatsen bij de producenten containers en halen die geregeld op. Toch ontbreken er af en toe onderdelen, zoals accu’s. Die genereren echter 40 procent van onze omzet. De restwaarde van accu’s is redelijk stabiel. Dat kan niet worden gezegd van een aantal grondstoffen. Het verdienmodel dat ECMR hanteert is echter wel mede gebaseerd op de opbrengst daarvan. Daar zit momenteel een spanningsveld. De opbrengsten van sommige grondstoffen zijn drastisch gedaald. De prijzen zijn erg afhankelijk van de wereldmarkt en kunnen ineens flink kelderen.”
100% recycling
ECMR is ISO 26000 en ISO 14001 – de internationale norm met eisen voor een milieumanagementsysteem – gecertificeerd. Bedrijven die samenwerken met het Urker bedrijf ontvangen na afsluiting van de duurzaamheidsovereenkomst een ECMR-certificaat van iedere ingenomen reinigingsmachine, waarmee wordt aangetoond dat de afvalstroom van bedrijven verantwoord wordt verwerkt. “De machines worden compleet gedemonteerd. Geen enkel onderdeel verdwijnt richting de onderhoudsafdeling van Van der Reest’s andere onderneming: Van der Reest Machines, gevestigd naast ECMR”, verduidelijkt Vonk. “Hier waren sommige partners in aanvang angstig voor, maar we tonen het tegendeel uiteraard aan. Het afvalwater belandt in een eigen zuiveringssysteem, het slib vangen we op en alle stromen, onder meer rvs, ijzer, aluminium, kabels, accu’s en elektrische motoren, vinden hun weg naar recyclingbedrijven waarmee hernieuwde grondstof wordt verworven. Dat wat overblijft en niet geschikt is voor hergebruik, wordt verbrand. Dit percentage schommelt tussen de 2,5% en 5%. Nagenoeg alle materialen zijn dus voor verantwoorde recycling of hergebruik geschikt.”
Inmiddels hebben de beide heren na overleg met verschillende politici en ervaringsdeskundigen uit de markt gekeken naar het volledig sluiten van de keten in de circulaire aanpak. Zo is er meer aandacht voor onderdelen die voorheen nog volledig werden gerecycled, maar ook nog eenvoudig als onderdeel een tweede leven kunnen hebben. Deze onderdelen worden nu op verzoek ter beschikking gesteld, nadat ze volledig door ECMR zijn gecontroleerd en goedgekeurd voor hergebruik.
Zware dobber
Bang dat andere recyclebedrijven ook kansen zien liggen in de recycling van reinigingsmachines zijn de heren niet. Vonk: “We hebben samen zo’n vijftig jaar ervaring in de reinigingsmarkt en kennen elke producent, elk management en alle producten tot in onze vezels. Als je hier als buitenstaander in wilt springen, heb je daar een heel zware dobber aan. We moeten het echt hebben van onze naam, kennis en ervaring. Daar vertrouwen we ook op”.
Tegelijkertijd is er een ambivalent gevoel over de politieke wil van de EU in Brussel die wel sterk streeft naar een circulaire economie, maar haar molens traag laat draaien. Vonk: “We zien een verdubbeling aan binnengekomen reinigingsmachines ten opzichte van 2014, maar we blijven worstelen tot wetgeving in 2018 van kracht wordt binnen de EU. We trekken momenteel aan de grote markten in Duitsland, Engeland en Frankrijk, maar dat verloopt nog moeizaam. We hebben hierdoor soms gevoelens van onbehagen en daarom richten we onze pijlen ook op de politieke agenda in Brussel. We voeren gesprekken met politici die een voortrekkersrol spelen om de circulaire economie sneller tot speerpunt van haar Europees beleid te maken, juist nu Nederland het aankomende voorzitterschap gaat dragen. We weten dat we op de goede weg zitten. We geloven in ons concept en zijn ervan overtuigd dat we een belangrijke bijdrage leveren aan de reinigingsmarkt naar een circulaire economie.”