Wat is de toegevoegde waarde van nanotechnologie voor schoonmaakmiddelen? Clean Totaal benaderde een aantal fabrikanten met een verrassend resultaat.
Door Leon van den Berg, redactielid Clean Totaal.
Ecover
Johan Tops, B2B manager van ecologisch fabrikant Ecover heeft zijn bedenkingen rond het thema nano. “De term “nano technologie” omvat een zeer breed scala van oplossingen waarover het onmogelijk is een absoluut statement te formuleren. Er zijn toepassingen die vanuit een voorzichtigheidsprincipe beter niet vermarkt worden, terwijl er andere zijn die een enorme meerwaarde kunnen bieden op het vlak van gezondheid en milieu. Over het algemeen genomen is nano echter een evolutie die niet te stoppen valt.”
Tops ziet voorlopig nog onvoldoende meerwaarde om nanotechnologie toe te voegen in de producten van Ecover. “Gezien de nog redelijk beperkte kennis van sommige lange termijn effecten, lijkt het ons nog geen goed idee dit in producten te gebruiken die in grote hoeveelheden ‘verbruikt’ worden. Voordat we in deze context een nieuw type technologie introduceren, moet de meerwaarde zeer grondig worden afgewogen tegen de mogelijke milieurisico’s. Dit is niet alleen gelinkt aan de technologie zelf, maar meer aan het nu gebruikte type (voornamelijk TiO2 en silver nano particles). Als semipermanente behandeling van oppervlaktes zien we wel een mogelijk potentieel (easy cleaning of self cleaning). Als via permanente oppervlaktebehandeling het aandeel detergenten serieus kan worden teruggedrongen, kan dit een goede zaak zijn.”
Op de vraag of Ecover de meerwaarde van nanotechnologie ook wetenschappelijk kan onderbouwen en zo ja hoe dan antwoordt Tops: “We hebben zelf een studie gedaan waarbij al het wetenschappelijk onderzoek is gescreend over de mogelijke gezondheidsrisico’s van de toepassing van nano-TiO2. De gezondheidsrisico’s bleken redelijk beperkt te zijn, met de absolute uitzondering bij gebruik in een emulsie die wordt verneveld. Dit vanwege mogelijke inademing van de nanodeeltjes.”
Pen Chemie
Rob de Graaf van Pen Chemie, dat zowel eigen merken als private labels maakt, is geen voorstander van het toepassen van nanotechnologie in schoonmaakmiddelen. “Toen de eerste middelen op de markt kwamen, riep ik dat dit het toekomstige asbest is en zo denk ik er nog steeds over. Dat zegt overigens niets over de werking van middelen waarin nanotechnologie verwerkt is. Ik zie heel goede resultaten in lagen op ruiten, vloeren en schilderwerk, maar er is nog niet genoeg bekend over langetermijneffecten. Wel is er eenduidigheid over mogelijke risico’s bij het sprayen. Maar dat is volgens mij maar een deel van het probleem.”
“Iedere laag die je opbrengt slijt na verloop van tijd en verstoft dan. Dat geldt dus ook voor nanolagen waarbij ultrakleine deeltjes in de lucht vrijkomen. Nu is er de laatste tijd veel te doen over de gevaren van fijnstof die groter zijn dan we lange tijd dachten. Nanodeeltjes maken als kleinste deeltjes deel daarvan uit. Stel dat je nu een huis moet schilderen dat behandeld is met een nanocoating. Dan moet zowel die laag als de geschilderde laag verwijderd worden en krijg je dus gevaarlijker fijnstof dan nodig is. Op dit moment vinden we bij Pen Chemie dat nanotechnologie een toegevoegde waarde heeft, maar dat die niet opweegt tegen de gezondheidsrisico’s. Het is daarom onwaarschijnlijk dat wij op korte termijn zulke middelen gaan produceren.”
Helichem
Productmanager Charles Peters van private label fabrikant Helichem: “We passen nanotechnologie niet toe omdat er gewoon geen vraag naar is bij schoonmaakmiddelen. Rond 2002/2003 was het een hype en wilden alle fabrikanten wel iets leveren waar nanotechnologie in zat. Het is ons eigenlijk nooit duidelijk geweest wat er nu precies nano aan die producten was en ook niet wat de meerwaarde daarvan is geweest. Hans Sinnige, de lezers van jullie blad wel bekend, heeft daar destijds nog wel iets over de zin en onzin van zo’n toevoeging geschreven. Inmiddels is de hype voorbij voor wat betreft schoonmaakmiddelen en omdat wij reageren op wat de markt vraagt, maken we zulke middelen dus ook niet.”
“Het uitblijven van vraag komt niet in de laatste plaats omdat fabrikanten terughoudend zijn geworden vanwege de nog grotendeels onbekende negatieve gezondheidseffecten op termijn. Je kunt ook denken aan een echte toegevoegde waarde. Nanotechnologie is met name gericht op afpareling van vloeistof, met name water en het niet kunnen hechten van vuil op een oppervlak. Bij schoonmaakmiddelen wil je juist niet dat het water snel van het oppervlak verdwijnt, want dat is het transportmiddel om vuil af te voeren. Voor wat betreft schoonmaakmiddelen is het daarmee wat mij betreft ‘case closed’, tenzij zich nieuwe ontwikkelingen of inzichten voordoen. Iets anders is een toepassing in bijvoorbeeld autolakken of glas. Daar zie ik wel een meerwaarde, maar dat ligt buiten ons werkingsgebied.”
Conclusie
De meerwaarde van nanotechnologie in schoonmaakmiddelen is zeer twijfelachtig en daarom zijn fabrikanten terughoudend of zelfs afwijzend met het toepassen ervan. Iets anders is de toepassing in vloer- of glasbehandeling. Ook daar zijn er echter vragen over eventuele schadelijke lange termijneffecten op de gezondheid van medewerkers.
Argwaan terecht
Dat nanotechnologie verdacht blijft, blijkt uit het feit dat in het rapport Europese prioritering voor arbeidsveiligheid- en gezondheidsonderzoek 2013 – 2020, nanotechnologie hoog op de agenda staat. Er is voldoende kennis die aantoont dat blootstelling aan nanomaterialen tot nadelige gevolgen kan leiden. Het kennisverschil tussen de technologische vooruitgang en het veiligheidsonderzoek naar nanomaterialen wordt momenteel geschat op twintig jaar en neemt verder toe.
Volgens het rapport is er behoefte aan nieuwe toxiciteit testmethoden en risicobeoordelingsmodellen voor een veilig ontwerp van producten en/of materialen. Verder is er behoefte aan gestandaardiseerde meetmethodes om blootstelling te bepalen. Vanwege de kennisachterstand wordt in het rapport geadviseerd het voorzorgsprincipe toe te passen bij activiteiten met nanomaterialen. Concreet betekent dit voor werkgevers dat de blootstelling moet worden gereduceerd. Dat moet bijdragen aan de bevordering van een veilige werkplek voor iedere werknemer.
Lees ook: Nano in de schoonmaak – deel 1