Tana: Klassiek blijft naast Green Care

 

Door Leon van Berg, redactieteamlid Clean Totaal  

 

“Op de beurs gaan we twee zaken prominent naar voren brengen”, aldus Van Raemdonck , “namelijk onze nadruk op de MVO-strategie en de richting die we daarmee de komende jaren opgaan. Op productniveau presenteren we onze nieuwe wasmiddelen. Om maar met het eerste te beginnen: ons bedrijf heeft zowel een klassieke lijn, als een milieusparend Green Care Lijn. Hoe is dat met elkaar te rijmen. Is milieu dan windowdressing voor ons, net zoals dat bij veel andere chemiefabrikanten ook wel is? Nee, zeker niet. We zijn al sinds 1989 bezig met maatschappelijk verantwoord ondernemen. Eigenlijk dus al lang voordat de term zelf in gebruik kwam. Al jarenlang is ons bedrijfsbeleid dat we bij productontwikkeling onze pijlen richten op minder milieubelasting. Toch zullen we ondanks onze aandacht voor het milieu onze traditionele schoonmaakchemie niet overboord gooien. Er zijn nu eenmaal toepassingen waarbij de inzet van agressievere middelen nodig zijn. Denk bijvoorbeeld aan grillreinigers voor de grootkeuken. Die kun je ook milieuvriendelijker schoonmaken, maar het ontbreekt in deze sector aan tijd om een middel lang te laten inwerken en daarna langdurig te schrobben.”

 

Toch zijn er voor een aantal klassieke middelen die nu nog door veel schoonmaakbedrijven worden gebruikt uitstekende vervangingen uit de Green Care lijn. Waarom worden die middelen dan niet uit de handel genomen? Van Raemdonck : “Een goede vraag, maar met een minder simpel antwoord. We zouden dat wel willen, maar hebben te maken met wat ik zou noemen de inertie van de branche. Bij kleinere schoonmaakbedrijven zou men best kunnen overstappen en we propageren dat ook. Met deze bedrijven hebben we een veel persoonlijker contact dan met grote bedrijven. Bij hen werkt de baas vaak nog mee op de werkvloer of kent die in ieder geval uit eigen ervaring. Hij is ook in staat om zijn medewerkers goed te instrueren als een ander product wordt gekozen. Bij grote bedrijven heb je vooral gewoonte en een groot taalprobleem. Schoonmakers herkennen het te gebruiken middel aan de verpakking omdat ze vaak niet of nauwelijks de landstaal beheersen. Die herkenning is ingegeven door instructies met plaatjes die de werkgever meegeeft en waarmee ook getraind wordt. Als we nu met een nieuw product komen, valt de bodem onder dit systeem weg. Schoonmaakbedrijven moeten dan investeren in nieuwe handleidingen en dat is een kostbare zaak, waarvan ik betwijfel of men daartoe bereid is. Maar, misschien ben ik te pessimistisch en meldt zich morgen een top-tien bedrijf dat die overstap wel wil maken.”

 

MVO houdt volgens Van Raemdonck meer in dan alleen milieuvriendelijkheid. “Je moet bijvoorbeeld kijken naar verpakking. Wij kiezen niet voor bioplastic op basis van suikerriet omdat we veel meer geloven in recycling van verpakking. Onze verpakkingen bestaan voor bijna zeventig procent daaruit. Daarnaast moet je ook kijken naar welke grondstof je gebruikt om je producten te maken. Belangrijk is dan vooral hoe die verkrijgbaar is. Heel vaak worden tensiden uit palmpitolie gebruikt. De vraag is enorm groot en nefast voor de natuur. Daarom gebruiken wij een mix van tensiden die uit kokosolie gewonnen worden, kokosbomen komen wereldwijd voor rond de evenaar. Door niet eenzijdig de grondstoffen te betrekken en de vraag het aanbod niet te laten overstijgen, respecteren wij de natuur in de betrokken streken. In het verhaal rond MVO spelen ook de keurmerken een rol. We hebben er vier, waarvan we het ecolabel het minst belangrijk vinden. Dat beperkt zich tot de samenstelling van een product en is professioneel gezien eerder een sta in de weg. Veel van onze middelen vallen niet onder het ecolabel omdat dit de hoeveelheid was-actieve stoffen beperkt. Als je juist zoals wij zorgt voor een geconcentreerd middel, kom je daar overheen. Veel belangrijker zijn de AISE charter en ISO 14001. Het meest belangrijk vinden wij echter het EMAS-keurmerk. Daarbij bekijkt een onafhankelijk instituut elk jaar opnieuw je milieuprestaties en je productieproces. In onze sector zijn we de enige producent die dit keurmerk hebben.”

 

Naast aandacht voor het milieu is er natuurlijk ook voortdurende aandacht voor het ontwikkelen en vermarkten van nieuwe producten. Op de ISSA introduceert Tana Profesional een nieuwe serie ecologische en sterk geconcentreerde wasmiddelen in poeder- tablet- en vloeibare vorm. Van Raemdonck: “Bij de ACTIV-producten komt onze aandacht voor het milieu weer naar voren. Uniek is dat deze universele Green Care wasmiddelen bij veel lagere watertemperaturen werkzaam zijn. Daarmee worden de energiekosten gemiddeld met een derde teruggedrongen. Bovendien is vanwege de concentratie de dosering lager. De poederversie wordt bijvoorbeeld geleverd in een navulbare 10 kg ton, die goed is voor gemiddeld 130 wasbeurten van 5kg. De verpakking is recyclebaar, het poeder zelf bevat geen fosfaten, EDTA, NTA of een van de 26 allergenen uit de Europese Detergentenverordening. Ook de tabletten voldoen aan deze normen. Het vloeibare wasmiddel is HRIPT- en dermatologisch getest en wordt ook geleverd in een navulverpakking. Voor alle wasmiddelen geldt dat ze geproduceerd worden in EMAS- en ISO 14001 gecertificeerde fabrieken. Bij deze wasmiddelen horen ook een fijnwasmiddel en wasverzachter met vergelijkbare positieve eigenschappen. Green Care SOFT natura is de eerste ecologische wasverzachter op de markt. Deze wasverzachter is ecologisch omdat hij volledig gemaakt wordt van natuurlijke grondstoffen en zonder toegevoegde kleurstoffen of conserveringsmiddelen. Vanzelfsprekend is een basisvoorwaarde voor de hele lijn een hoge graad van biologische afbreekbaarheid.”

 

www.wmprof.com