Begin dit jaar schoof de Belastingdienst de inschrijving van ISS met betrekking tot de schoonmaak van haar gebouwen in een vroegtijdig stadium terzijde. De door ISS aangeboden m2 prestatie werd als te hoog beschouwd en de normeringen zouden knellen met de werkdruk paragraaf uit de Code Verantwoordelijk Marktgedrag. ISS reageerde als de gebeten adder en spande een kort geding aan wat jammerlijk verloren werd. De priemende vraag rijst wat hier aan de hand is. Wie is er hier dom? Clean Totaal’s Henk Cornelisse trok zijn eigen zwarte toga aan, deed de witte bef voor en ging op onderzoek uit.
Door Henk Cornelssie, redactieteam Clean Totaal
Het elixer heet Cleaning Excellence, een binnen ISS wereldwijd beproefde innovatie. Gestart in 2005 in Scandinavië echter,nog maar recentelijk geïntroduceerd in Nederland. ISS stelde in haar verweer voor de Rechtbank dat van een te hoge m2 prestatie geen sprake is en baseert haar normeringen dus op dit voor Nederland nieuwe concept. Daarnaast is volgens ISS het transparantiebeginsel vanuit de zijde van de Belastingdienst onjuist toegepast. De Edelachtbare had er weinig oren naar en oordeelde dat ISS onvoldoende duidelijk kon maken dat Cleaning Excellence een hogere m2 prestatie rechtvaardigt. Bovendien riep de efficiencyslag in het licht van de Code Verantwoordelijk Marktgedrag de nodige vragen op wat op zich de vraag doet rijzen of de Code innovaties in de weg kan doen staan. Lees hier de reactie van Code Commissie.
schoonmaken en bij de overige frequenties inspectie schoonmaken. De cyclus is: kijken, nadenken, doen en checken. Kijken naar de juiste breedte van de te gebruikte mop, bijvoorbeeld 60cm in plaats van 40 cm, en meer van dit soort zaken leidt volgens ISS ook tot een efficiencyverbetering.
eren. Dit wordt dan gelijk aangepast. In het Zuiden van Nederland zijn al vele locaties omgezet naar het Cleaning Excellence model. In het Westen moet deze slag nog gemaakt worden, daar concentreren wij ons nu op.”
Het laatste woord is aan u lezers: als leden van de jury!
Reacties schoonmaakbedrijven op ISS Cleaning Excellence
Zonder voorkennis van de inhoud van dit artikel vroegen wij een aantal grote en mkb schoonmaakbedrijven of zij van mening zijn dat het concept Cleaning Excellence een toename van de productienorm met circa 10-20% rechtvaardigt. Zeker ook gezien in het perspectief van een huidig maximale norm van 425-450 m2. Uit de reacties blijkt dat het fenomeen Cleaning Excellence veelal nog geen grote bekendheid bij de collega’s geniet. Wel blijkt er ruimte om, met enkele mitsen en maren, een hogere productienorm te hanteren zonder werkdrukverhoging of kwaliteit verlies.
CSU (R. van Swieten, commercieel directeur CSU):
De vraag is wat de norm is en wie dat bepaalt. CSU heeft de overtuiging dat niets onmogelijk is, maar wel gebonden aan de stand van (betaalbare) techniek enerzijds en de fysieke (maar ook psychische) beperkingen van ‘de mens’ anderzijds. De maximum prestatienorm en kengetallen zijn van veel factoren afhankelijk. Stel een locatie van een productieplant heeft op de productievloer een aantal kantoor/spreekruimten. De productievloer valt buiten het bestek, maar de kantoren niet. Als uit het informatie systeem (van Cleaning Excellence) blijkt dat
een aantal van deze kantoren niet is gebruikt en derhalve niet schoongemaakt hoeven te worden, is dit winst. Op de productie afdeling bekeken wellicht meer dan 20%, op het totale pand wellicht meer dan 10%. Wanneer er voor de overige kantoren wel een stofzuigbeurt staat gepland, zal ook de rugstofzuiger goede diensten kunnen bewijzen. Zo ook de microvezel die hoogglans en RVS afwerking in één keer smetteloos reinigt. Benoemd instrumentarium mag weliswaar in het concept van Cleaning Excellence) thuishoren, maar is niet aan exclusiviteit gebonden. Iedereen en zeker de schoonmakers zelf, zal zich bedienen van situationeel de beste, meest efficiënte oplossing. Op de vraag of 20% productie verhoging reëel is, past dus geen eenduidig antwoord. Hierbij zal minimaal helder dienen te zijn waarmee de vergelijking wordt gemaakt.
GOM (Marco Konter, manager marketing & sales):
Schoonmaakonderhoud is maatwerk. Vanuit opdrachtgeverzijde zijn veel factoren die de maximale m2-prestatie per uur bepalen: het gebouw, de gebruiksintensiteit, uitvoeringstijden, het gewenste schoonmaakprogramma of de gewenste reinheidsgraad zijn daar voorbeelden van. Daarom alleen al is een eenduidig maximum niet zomaar te bepalen. Deze factoren zijn vaak van grotere invloed dan alleen innovatieve materialen en middelen. Innovatie op het vlak van machines en materialen of middelen kan wel een productiviteitsverhoging met zich mee brengen. Maar wij realiseren ons dat er meer factoren op arbeidsproductiviteit effect hebben dan alleen materiele innovatie: de aspecten uit de Gom-werkdriehoek geven ons inziens een beter beeld: het gaat te ver om daar in een korte reactie volledig uitleg over te geven, maar de triple B-aanpak (Belasting, Beleving en Belastbaarheid) omvat factoren die van grote invloed zijn op de werkdruk die mensen voelen, en op hun productiviteit. Innovaties op technisch vlak, zoals ISS die aanvoert, kunnen wel van invloed zijn op de B van Belastbaarheid, maar ook weer uitwerken op de andere B’s. Wij kennen echter niet alle ins en outs van het Cleaning Excellence systeem van ISS, en Gom kan daarom geen gefundeerd oordeel vellen.
Hago (Ben ter Horst, directeur marketing & sales):
Omdat we de inhoud van het concept nog niet goed genoeg kennen is het lastig een antwoord te geven op de vragen. Het is best mogelijk een hogere m2 prestatie te leveren zonder dat de werkdruk toe hoeft te nemen. Dit kan bijvoorbeeld door het beperken van aantal of de frequentie van periodieke werkzaamheden. Een ander mogelijkheid is andere eisen stellen aan het eindresultaat. Het is dus vaak appels met peren vergelijken en dat maakt de discussie in onze branche lastig, niet in de laatste plaats voor onze opdrachtgevers.
EW (Bas Haagen, commercieel directeur):
EW Facility Services is van mening dat innovaties onontbeerlijk zijn. Voor de toekomst zien wij veel mogelijkheden, zowel op het gebied van product- als procesinnovaties. Hierbij richten wij ons niet zozeer op het verhogen van de huidige uitdagende m2 prestaties als wel op het verlagen van de totale facilitaire kosten. Aangezien er nog te veel “verkokerd” wordt gedacht, zit hier nog veel ruimte. In dit kader focussen wij ons op het verder doorvoeren van ICT oplossingen, het integreren van schoonmaaktaken met andere facilitaire taken en het maximaal flexibel maken van ogenschijnlijk vaste schoonmaakkosten. Vanuit de hotellerie zijn wij niet anders gewend. Alleen dan leveren wij als schoonmaakdienstverlener toegevoegde waarde en blijven wij goed werkgeverschap tonen.
De Groot & Geluk Schoonmaak (Erwin de Groot, directeur):
Wij zien een aantal initiatieven van schoonmaakbedrijven om de dienstverlening een ander jasje te geven Dit vooral om op kosten te bezuinigen of nieuwe omzet te scoren. Geen bezuinigingen maar service en aandacht en doen wat je beloofd is in onze optiek echter het sleutelwoord.
Van klanten die niet passen in deze filosofie is netjes afscheid genomen. Hierbij past optimalisatie dienstverlening bij bestaande klanten alvorens nieuwe klanten te benaderen! Ons advies naar bedrijven als ISS is om datzelfde te doen. Het branche imago verbeteren door kwaliteit te leveren en niet als prijsvechters door het leven te gaan. Omzet toename moet niet constant de drijfveer zijn. Behoudt van rendement en continuïteit wel.
HV Partners (Andre van de Heuvel, directeur):
Een verhoogde m2 prestatie met 10-20% ten gevolge van Cleaning Excellence is niet realistisch als je uitgaat van een normaal haalbare m² prestaties van gemiddeld 325 tot 475 m² per uur. Elke innovatie of efficiëntieslag kan de m² prestatie theoretisch gezien verhogen, maar niet met gemiddeld 15%. De door ISS afgegeven verklaring in de rechtszaak is zwak en slecht onderbouwd. Het werken zonder schoonmaakkar en alleen de horizontale vlakken schoonmaken is een utopie en niet werkzaam in de praktijk. De rug stofzuiger maakt ook het verschil niet. Dan heb ik het maar niet over het schoonmaakbeleving aspect. ISS is een zeer professioneel en serieus bedrijf. Dus het maakt mij nieuwsgierig naar het volledige concept . Ik kan mij niet voorstellen dat de afgegeven verklaring de totale onderbouwing is.
ISS heeft de afgelopen jaren de kantoren van de Belastingdienst onderhouden. Als geen ander kennen ze de ervaring cijfers. Tevens zijn ze gehouden aan het calculeren met marktverantwoorde uurtarieven. Ik veronderstel dat ze hebben ingeschreven op basis van hun gemiddeld en daadwerkelijk ingezette uren over de afgelopen jaren bij de Belastingdienst en dit hebben doorgerekend op basis van het huidige uurtarief. Dan moet je e.e.a. kunnen verklaren en n
oem je het “Cleaning Excellence” concept. Anders heb je iets uit te leggen over de ingezette uren ten opzichte van de in het verleden gecalculeerde uren. Uitgaande van een standaard kantoorgebouw, een normale bezettings-, vervuilingsgraad en werkprogramma kun je gemiddeld maximaal 475 m² per uur schoonmaken.
Asito (Harry Busger op Vollenbroek, manager national accounts):
De norm 425-450 als vertrekpunt nemend is reeds een scherpe norm. De toepasbaarheid van de genoemde middelen is beperkt. Bijvoorbeeld de rugstofzuiger is zwaar werk en werkt eigenlijk alleen in schoonmaak van treinen, collegezalen vliegtuigen etc.. Meerdere specialistische taken betekent dubbele looptijd. De verantwoordde norm ligt eerder bij 400.
Dolmans ( Albert van Wijk, algemeen directeur):
In zijn algemeenheid juich ik uiteraard innovaties in de branche toe, mits het geen cosmetische innovaties zijn. Vaak zie je dezelfde dienstverlening, maar dan anders verpakt. Slim, maar dat zijn marketinginnovaties en geen dienst- of productinnovaties. Organisaties moeten ook waken voor overenthousiaste calculatoren die denken het ei van Columbus gevonden te hebben, maar uiteindelijk de operationele uitvoering met een mission impossible opzadelen. Het lijkt mij ook wel de tijd voorbij dat innovaties gericht moeten zijn op productiviteitstijging. Innovaties moeten juist gericht zijn op kwaliteit verhoging in al zijn aspecten. Of het ISS-concept afwijkt van voorgaande kan ik niet beoordelen en heb daar geen mening over. Blijkbaar had de rechtelijke macht die wel.
FVH Facility Groep (Paul Fok, directeur/eigenaar)
ISS maakt in haar programma onder andere gebruik van het Reflex programma . Ik zie ook de mogelijkheden qua vloeronderhoud. Efficiënt onderhoud, minder belastend voor medewerker, en minder belastend voor milieu. Wij zetten nu een pilot programma met hem op, en n.a.v. daarvan maak ik een berekening voordeel werktempo en kwaliteit t.o.v. de reguliere methode.
ISS heeft op t oog hiermee een punt. Ook dat mag eens gezegd worden. Naar mijn gevoel leidt dat nog niet naar 750m2 per uur, maar ik ga er aan rekenen. Nu nog stoppen met die lage uurtarieven.
Victoria (Pieter Grootjes, commercieel manager):
In dit specifieke geval heb ik besloten niet inhoudelijk te reageren op de voorgelegde stelling aangaande het concept van ISS omdat ik vind dat het ongepast is om over inschrijvingen, normen of enigerlei andere zaken specifiek van een marktpartij in onze branche inhoudelijk te reageren via vakforums- & bladen. Wel kan ik meedelen dat wij verheugd zijn met de uitspraak van rechter. Met name het betrekken van de Code Verantwoord Marktgedrag in het vonnis geeft aan dat er maatschappelijk draagvlak aan het ontstaan is voor de code, zelfs binnen de rechtspraak!
Henk Cornelisse is directeur van Facility Specialists (www.facility-specialists.nl) en lid van het redactieteam van Clean Totaal.
Volg de discussie over dit onderwerp in de Clean Totaalgroep op LinkedIn.
Reacties:
Ik heb het stuk niet alleen met geduld maar ook met grote interesse gelezen. Met name ook de open reacties van de eigen medewerkers zijn verfrissend. Ik blijf sceptisch omtrent de “universele” haalbaarheid van algemene normen.