Voor diverse branches bestaan er servicepunten waarin de publieke sector en de branche elkaar vinden om vraag en aanbod op de arbeidsmarkt en scholing daarvoor af te stemmen. Ze zijn (mede) ontstaan op initiatief van het UWV Werkbedrijf. Ook voor de schoonmaakbranche zijn er plannen voor dergelijke servicepunten maar het wil (nog) niet zo vlotten. Landelijk bedrijfsadviseur Patricia Oosthof vertelt er meer over.
UWV Werkbedrijf is de opvolger van het voormalig CWI, het Centrum Werk en Inkomen ofwel het arbeidsbureau. “Doel van het Werkbedrijf is om zoveel mogelijk mensen aan een voor hen geschikt baan te helpen, maar daarvoor moet je wel weten wat er in een bepaalde branche speelt”, aldus Oosthof. “Dat kan alleen maar als je een groot netwerk hebt waar je elkaar in spreekt en belangeloos ideeën en kennis uitwisselt. Dat is dan ook de essentie van een branche servicepunt. Het heeft geen zin om de kar te laten trekken door UWV Werkbedrijf. Alleen met een gezamenlijk commitment kan je toegevoegde waarde bieden en resultaten boeken.”
Nu nog geen krapte
Waarom zijn resultaten nodig? Kan de schoonmaakbranche niet uitstekend haar eigen boontjes doppen. Dat hangt volgens Oosthof ervan af hoe je het bekijkt. “Als je naar de huidige arbeidsmarkt kijkt lijkt er nog weinig aan de hand. Zeker door de crisis zijn mensen bereid om in branches te werken die een onaantrekkelijk imago hebben. Dat geldt voor callcenters, catering en ook voor schoonmaak. Die mensen hebben op het moment gewoon niet veel keuze. Er is bijvoorbeeld onvoldoende werk in hun eigen branche of ze missen vaardigheden waardoor hun toegang tot de arbeidsmarkt beperkt is. Denk bijvoorbeeld aan niet afgemaakte schoolopleidingen of een minder goede beheersing van de Nederlandse taal. Deze mensen bieden wij een laagdrempelige opstap.
Vooruitkijken
Als ondernemer moet je echter vooruit kijken. Die crisis gaat voorbij en dan gaan alle bedrijven die lager geschoold personeel nodig hebben in dezelfde vijver vissen. De concurrentie tussen de diverse branches op de arbeidsmarkt zal dan heel groot worden. Dan moet je als werkgever van goeden huize komen om nog geschikt personeel te vinden. Daarnaast zitten we nu op de top van onze bevolkingspiramide. Er vindt tot 2040 vergrijzing en ontgroening plaats: meer ouderen en minder jongeren. Concreet betekent het dat we in dat jaar een miljoen minder mensen hebben die actief aan het arbeidsproces deelnemen. Het lijkt allemaal nog ver weg, maar de effecten zullen al jaren eerder voelbaar zijn. Misschien zijn ze dat nu al wel, maar hebben we dat nog niet goed door. Een branche die niet tijdig op de veranderingen inspeelt heeft straks het nakijken. Door samen te werken in een branche servicepunt speel je beter in op de toekomst.”
Succes hangt af van branche
Hoe succesvol zijn branche servicepunten dan? Dat blijkt van de branche afhankelijk te zijn omdat het nauw samenhangt met de manier waarop een branche georganiseerd is. Oosthof: “Inmiddels zijn er 25 branche servicepunten voor de detailhandel. Die branche heeft al een traditie van samenwerken in winkeliers- en andere verenigingen, heeft een sterke branchevereniging en bestaat ook nog in hoofdzaak uit mkb-bedrijven die op bepaalde locaties geconcentreerd zijn. Voor de horeca en de techniek (respectievelijk vijf en zes servicepunten) geldt iets soortgelijks. Maar inmiddels zijn er ook twee branche servicepunten voor de logistiek en ook twee voor de landbouw.
Schoonmaak blijft achter
Voor de schoonmaak zouden we er ook meer kunnen opzetten. De regionale verschillen in de arbeidsmarkt rechtvaardigen dat, maar op het moment hebben we jammer genoeg ons eerste servicepunt nog niet gerealiseerd.” Op de vraag waarom dat in deze branche minder goed lijkt te lukken, is het antwoord eigenlijk verbijsterend. “Je kunt er wel omheen draaien, maar uiteindelijk lijkt er op het moment toch een gebrek aan commitment te bestaan. Op zich ziet men in de branche wel dat het een belangrijk initiatief is, maar zodra het op actief deelnemen aankomt staan schoonmaakbedrijven niet te trappelen. Wij vragen van de branche een tijdsinvestering en het delen van kennis en inzichten. Van onze kant komen ervaringen in andere branches, een goed inzicht in beschikbaar personeel en de kwaliteit daarvan en kennis van scholingsmogelijkheden en eventuele subsidies. Ik hoop dat de branche de meerwaarde van publiek-private samenwerking gaat inzien en dat we toch iets zullen neerzetten samen.
Commitment nodig
Waar gaat het dan precies om bij dat commitment? “Ieder bedrijf dat ook in de toekomst bestaansrecht wil houden, zal moeten investeren. Niet alleen in bedrijfsmiddelen, maar vooral ook in mensen. Bij het branche servicepunt gaat het met name om een tijdsinvestering. Je moet bij elkaar komen om de ontwikkelingen in de markt bespreekbaar te maken en vervolgens meedenken om tot branche-brede oplossingen te komen. Meedoen betekent dat je visie hebt die het eigen directe bedrijfsbelang overstijgt. Dat is zinvol, want als het goed gaat met de branche, gaat het ook goed met het eigen bedrijf. Ook een concrete investering in middelen, zoals een flyer of het open stellen van een website, zijn waardevolle bijdragen. Al met al wil ik ook niet al te dramatisch doen. We zijn nog maar net begonnen met de gesprekken met vertegenwoordigers uit de schoonmaakbranche. Misschien moeten we elkaar gewoon nog weten te vinden.