In de Troonrede wordt een verlaging van de loonkosten aangekondigd voor banen aan de onderkant van de arbeidsmarkt. De schoonmakers worden in dit kader expliciet genoemd.
OSB voorzitter Piet Adema: “Ik ben erg positief over de aangekondigde verlaging op loonkosten. Dit voordeel komt vooral medewerkers ten goede met een salaris tot 120% van het minimumloon. Het salaris van schoonmakers ligt daar echter boven. Dus om deze regeling voor de schoonmaakbranche positief te laten uitpakken, zou deze loongrens moeten worden opgerekt tot 125%. De meeste schoonmakers verdienen nu zo’n 122% van het minimumloon en vallen dus eigenlijk buiten de boot. Wanneer het kabinet de grens iets opschuift wordt het voor schoonmaakbedrijven interessanter om meer mensen een baan aan te bieden.”
Om de regeling te verruimen, zodat deze ook positief voor de schoonmaakbranche uitpakt, gaat OSB met minister Asscher in overleg.
Asito directeur Charles Vinke neemt in De Volkskrant vandaag geen blad voor de mond en baalt van de stereotypering die in de Troonrede weer uitgesproken is over de schoonmaaksector. “Willem Alexander doet 150.000 van zijn onderdanen in de schoonmaakbranche ernstig te kort. Hun salaris ligt boven dat van onder meer hoveniers, supermarktmedewerkers, cateringmedewerkers en thuiszorgmedewerkers.