De Antonius Zorggroep in Sneek en de Zorggroep Groningen in de gelijknamige stad nemen afscheid van de schoonmakers van ISS Healthcare. Niet omdat ze ontevreden over de kwaliteit zijn, maar om hun boventallige thuiszorgmedewerkers werk te kunnen bieden. Kwestie opgelost zou je denken. Jan Kampherbeek, bestuurder CNV Vakmensen, is het daar niet mee eens. “Het probleem wordt niet opgelost, maar verschoven.”
Door Susanne Hellendoorn, lid redactie Clean Totaal
Kampherbeek kreeg eind vorig jaar te horen dat de Antonius Zorggroep het contract met het professionele schoonmaakbedrijf op wil zeggen. Ruim een maand daarna ontving hij een zelfde soort bericht uit Groningen. “Dat zijn ontwikkelingen die je liever niet wilt horen.” Hij begrijpt echter wel hoe ze ontstaan. “Zorginstellingen zijn steeds vaker onderdeel van een zorggroep of conglomeraat, waar ook de thuiszorg onder valt. Doordat gemeenten flink op huishoudelijke hulp bezuinigen ontstaat boventalligheid.” Bij Zorggroep Groningen zijn bijvoorbeeld ruim honderd van de 1100 medewerkers boventallig verklaard. Ook in Sneek hebben ze met deze problematiek te maken.
Drijfveer
De zorggroepen willen de boventallige medewerkers passend werk aanbieden. Zo kan het overbodig thuiszorgpersoneel straks in de Groninger hoofdstad als schoonmaker aan de slag in verzorgings- en verpleeghuis Maartenshof. “Voor de korte termijn lost Zorggroep Groningen een financieel probleem – ontslagkosten – op. Op de langere termijn werkt dat natuurlijk niet”, veronderstelt hij. “Geld besparen was een paar jaar geleden juist de drijfveer om de schoonmaakwerkzaamheden uit te besteden.” Volgens Kampherbeek ontbreekt nu juist een goede achterliggende visie.
In Sneek speelt hetzelfde. Hoeveel mensen daar boventallig zijn, is hem echter nog onduidelijk. Wel verliezen straks vijftien ISS-medewerkers hun werk in het ziekenhuis. Antonius had het contract met ISS per 1 april opgezegd, “maar de thuiszorgmedewerkers wisten nog van niets”, weet Kampherbeek. “De maatregel was dus al genomen, zonder alles in kaart te hebben gebracht. Sneek heeft de overgang om die reden nu uitgesteld tot 1 november.” Kampherbeek denkt er het zijne van: “Ik krijg het gevoel van ‘take it, or leave it’ voor de thuiszorgmedewerkers. Wil je niet schoonmaken? Dan kun je gaan. Dat is de drive.” Voor Kampherbeeks gevoel is het ’t afschuiven van de problemen naar de zwakste groep. “Tja, daar wordt de maatschappij niet beter van.”
Verschillende belangen
Kampherbeek schuift graag in Groningen en in Sneek aan tafel om samen te kijken naar de beste oplossing en mogelijkheden. “In Groningen worden we echter niet uitgenodigd.” Directeur van de Zorggroep Groningen, Margriet Hommes-Medendorp, wil niet reageren. De CNV-man betreurt het dat er geen openlijke discussie wordt aangegaan. “Ik vind het verbazingwekkend dat instellingen – die door de overheid worden gefinancierd – geen uitleg over hun besluiten geven. Ze nemen de verantwoordelijkheid niet. Dan is er toch iets niet in de haak.” In een schriftelijke reactie (zie onder) aan Clean Totaal reageren Elli van Eijk, directeur Thuiszorg Zuidwest Friesland, en facilitair manager Robert Meyer wel namens Antonius Zorggroep Sneek.
Voorbode
Procederen tegen de beslissingen die door de zorginstellingen worden genomen, heeft volgens Kampherbeek weinig zin. “Dat duurt jaren. En wat hebben de schoonmakers er uiteindelijk aan?”
Wel plaatst hij nog een belangrijke kanttekening waarvan de boventallige thuiszorgmedewerkers waarschijnlijk geen weet hebben. “Bij inbesteden hoef je als opdrachtgever niemand mee te nemen, is de algemene opvatting. Bij uitbesteding wel.” Hij legt uit: “Stel dat de zorginstellingen de schoonmaak na een aantal jaren toch weer willen uitbesteden, dan worden de schoonmakers overgenomen door het schoonmaakbedrijf. Het aannemen van ‘passend werk’ als thuiszorgmedewerker houdt dus nogal wat in. Voor je het weet ben je professioneel schoonmaker in plaats van dat je in de zorg werkt.”
Of de gebeurtenissen in Groningen en Sneek een voorbode zijn van een nieuwe trend, weet Kampherbeek niet. “Andere schoonmaakbedrijven in de zorg komen het nog niet tegen, maar zijn er wel beducht voor.” ISS wil niet op het artikel reageren. Kampherbeek loopt tegen hetzelfde probleem aan: “De schoonmakers in Groningen zijn bang en durven geen actie te voeren.”
Van werk naar werk
Elli van Eijk, directeur Thuiszorg Zuidwest Friesland, en facilitair manager Robert Meyer reageren namens Antonius Zorggroep Sneek: “De fundamentele veranderingen en de langdurige ontwikkelingen in de zorg – waarbij er voor huishoudelijke hulp thuis minder financiering is – vragen om aanpassingen in iedere organisatie. Zo ook bij ons. De veranderingen zijn niet iets van gisteren, maar resultante van een langdurig traject. Daarover is veelvuldig gecommuniceerd met de betrokken medewerkers, de OR, gemeenten én met de vakbonden. Wij streven ernaar dat onze medewerkers aan het werk kunnen blijven: van werk naar werk is onze insteek. Dat kunnen we doen door hen binnen de Antonius Zorggroep in dienst te blijven houden. In plaats van schoonmaakwerk bij de mensen thuis, verrichten ze in de nieuwe situatie schoonmaakwerk op onze eigen locaties. Op deze manier kunnen we medewerkers aan het werk houden die anders wellicht boventallig zouden raken.”