Na de recente invallen bij fastfoodketens, waar we reeds uitgebreid over berichtten, was het begin januari jl. wederom raak. Belastingdienst en Inspectie SZW deden inval bij zeven schoonmaakbedrijven en acht hotels. Op forse schaal zouden deze schoonmaakbedrijven, en drie uitzendbureaus, het niet zo nauw nemen met de wet- en regelgeving. Het fraudebedrag wordt geschat op vijf miljoen euro. De redactie ging op onderzoek uit en sprak met twee betrokken hotelketens: PPHE Hotel Group (Park Plaza) en WestCord Hotels. Een van de betrokken schoonmaakbedrijven, Alfaklok uit Amsterdam, was bereid haar bevindingen en zienswijze exclusief met Clean Totaal te delen. Een verhaal over verontwaardiging en een Koninklijke Horeca Nederland die het niet logisch vindt hotelbedrijven te vragen de Code te ondertekenen.
Door Henk Cornelisse, redactie Clean Totaal
Op 6 en 7 januari zijn op een reeks locaties in Amsterdam, Lijnden en Haarlem controles gehouden bij uitzendbureaus, schoonmaakbedrijven, hotels en bij een aantal opdrachtgevers. Uit vooronderzoek bleek dat de betrokken uitzendbureaus en schoonmaakbedrijven mogelijk verschillende vormen van fraude pleegden. Zo zouden niet alle gewerkte uren worden verantwoord in de boekhouding.
Ook is er mogelijk sprake van een reeks overtredingen van arbeids- en fiscale wetten, en van uitkeringsfraude. Drie vreemdelingen zijn in voorlopige bewaring gegaan. De politie heeft zelfs een persoon meegenomen die gesignaleerd stond. Verder zijn er zeven werknemers aangetroffen die een uitkering hebben. De signalen van uitbuiting worden verder uitgezocht .Tijdens de actie heeft de Belastingdienst beslag gelegd op banktegoeden en tegoeden bij opdrachtgevers. Aan de actie werkten niet alleen de Belastingdienst en de Inspectie SZW mee maar ook het UWV, Dienst Werk en Inkomen van de gemeente Amsterdam, de politie en de vreemdelingenpolitie.
Geruchten
Gelijk na de aandacht in de media kwam de geruchtenmachine op gang. Als je toevallig een schoonmaakbedrijf bent kantoorhoudend te Lijnden, dan werd je gelijk, overigens volledig ten onrechte, als betrokkene bestempeld. Over de hotels werd gesteld dat zij willens en wetens tegen niet- marktconforme tarieven de schoonmaakdiensten zouden inkopen. Het management van de hotelketens zou, zo gingen geruchten, dergelijke bedrijfjes willens en wetens contracteren. Een ingebouwd risico werd het genoemd. Een eventuele boete en imagoschade zouden namelijk opwegen tegen de onrealistische inkoopprijzen. De betrokken hotelketens zouden, mede om die reden, zelfs de Code Verantwoordelijk Marktgedrag niet willen ondertekenen.
PPHE Hotel Group
PPHE Hotelgroup is één van de hotelketens waar een inval heeft plaatsgevonden. Onder deze groep vallen de Park Plaza hotels, met onder meer het Victoria hotel Amsterdam en Park Plaza Airport Lijnden.
Robert Henke, vice president marketing & branding reageerde met de volgende openhartige verklaring: “PPHE Hotel Group kan bevestigen dat zij zich bewust zijn van een lopend onderzoek dat rechtstreeks plaatsvindt tussen de in Amsterdam gevestigde autoriteiten en een derde housekeeping leverancier met wie zij momenteel een contractuele overeenkomst heeft.
Zoals gebruikelijk in het hotelwezen, contracteert PPHE Hotel Group een onafhankelijke derde partij voor de housekeeping services bij haar Nederlandse vestigingen. PPHE Hotel Group is op dit moment in gesprek met deze partij en met lokale autoriteiten om hen te ondersteunen in het onderzoek. De prioriteit van PPHE Hotel Group is en blijft het bieden van excellente service en welzijn van haar gasten en teamleden. Mochten er nog vragen zijn dan horen we dit graag.”
Wel, die vragen had de redactie zeker. Bijvoorbeeld hoe PPHE de marktconformiteit van de housekeeping services beoordeelt, of PPHE het systeem schoonmaakkosten per kamerprijs of op basisuurtarief hanteert, of PPHE bereid is de Code Verantwoordelijk Marktgedrag te ondertekenen. En, last but not least, of PPHE afscheid neemt van haar leverancier als blijkt dat de veronderstelde malversaties juist blijken te zijn. De reactie die hierop volgde was minder openhartig: “Wij werken volledig mee met de autoriteiten aan het onderzoek. Op dit moment blijven wij echter graag bij de eerdere verklaring.”
Ja, zo lusten we er nog wel een paar…
WestCord Hotels
Het contact met een andere betrokken hotelketen, WestCord Hotels, kwam aanvankelijk wat moeizaam tot stand. Uiteindelijk communiceerden we met eigenaar Harry Westers. Westers was ‘not amused’ en liet weten geschokt te zijn over de in zijn ogen onware aantijgingen uit het geruchtencircuit . Hij herkent zich volstrekt niet in de beweringen, maar erkende wel geschrokken te zijn van de invallen. “Pertinent onwaar zijn de beweringen dat wij willens en wetens zaken doen met ‘dergelijke bedrijfjes’, wat ‘dergelijke’ ook moge inhouden. Of dat wij risico’s inbouwen en eventuele boetes en imagoschade vinden opwegen tegen onrealistische inkoopprijzen. Wij werken alleen met marktconforme prijzen.“
Over de Code zegt Westers: “Het is onwaar dat wij de Code Verantwoordelijk Marktgedrag niet zouden willen ondertekenen. Wij zijn niet op de hoogte van het bestaan van deze Code . Deze is ons ook nooit voorgelegd. Mocht dit al over ons zijn beweerd, wat we ons niet kunnen voorstellen, dan zijn deze valse aantijgingen erop gericht om ons te beschadigen. WestCord Hotels is een bedrijf, dat volgens de regels onderneemt. Mochten de bedrijven waar wij zaken mee doen aantoonbaar een andere ethiek er op nahouden dan zullen wij passende maatregelen nemen.”
Na een toelichting van de redactie over de waardevolle betekenis van de Code en het OSB Keurmerk gaf Westers aan er open te staan om de Code te ondertekenen. Waarvan akte. Ook stelde Westers dat de beslagen van de fiscus inmiddels zijn opgeheven: “De actie van de gezamenlijke inspecties zijn voorbarig!”, aldus Westers.
Schoonmaakbedrijf Alfaklok
Na enig speurwerk kwamen we achter de namen van een aantal betrokken schoonmaakbedrijven. Een daarvan is Alfaklok Schoonmaakdiensten BV uit Amsterdam, onderdeel van de Alfa Group NV uit Utrecht. Alfaklok bestaat sinds medio 2013 en heeft inmiddels circa 500 medewerkers in dienst . De jaaromzet bedraagt 6 miljoen euro, voornamelijk binnen het housekeeping segment. Alfaklok was bereid tot het geven van openheid van zaken. We spraken met directiewoordvoerder Mehmet Parlak, operationeel manager Ashraf Ghaly, bijgestaan door hun advocaat mr. Lucien Nix.
Parlak en Ghaly toonden zich aangeslagen en verontwaardigd over de invallen. Parlak: ”Voor alle duidelijkheid, de inval had uitsluitend betrekking op Alfaklok Schoonmaakdiensten en niet op de andere werkmaatschappijen. We zijn geschokt door de onzorgvuldige en ongegronde manier waarop de inval plaats vond. Met 10 tot 15 mensen per locatie en ons kantoor binnenvallen heeft geen pas. Zelfs gasten van de hotels moesten zich identificeren, terwijl onze mensen duidelijk herkenbaar zijn aan hun werkkleding. Ook de wijze waarop onze opdrachtgevers gesommeerd werden hun administratie af te geven tart iedere beschrijving.”
De officiële richtlijnen met betrekking tot dergelijke invallen zijn volgens Parlak met voeten getreden. Of zoals advocaat Mr. Nix het kwalificeert: “De modus operandi klopte van geen kanten.”
Parlak vervolgt: “Al een half jaar na startdatum hebben we een boekenonderzoek gehad van de fiscus. Alles bleek toen prima in orde. Dit nieuwe onderzoek heeft veel weg van het schieten met hagel. De inval zou gebaseerd zijn op een onjuiste verhouding omzet en loonkosten. Er werd loonbelasting fraude vermoed. Hierbij werd voorbij gegaan aan het feit dat we ook met veel uitzendkrachten werken.”
Operationeel manager Ghaly vult aan: “We werken samen met vijf uitzendbureaus . De medewerkers van deze uitzendbureaus behandelen wij verder volledig gelijk aan onze eigen medewerkers. Per locatie hebben we een sluitende urenadministratie, waarvan iedere medewerker een afschrift heeft. De factuur van het uitzendbureau dient vergezeld te zijn van de loonstroken, zodat wij kunnen controleren dat de uitzendkracht het juiste aantal uren en uurloon uitbetaald gekregen heeft. Bovendien hebben wij van iedere medewerker een kopie van een geldig ID bewijs. Wij maken 40% naar de G rekening over. Met grote regelmaat controleren wij bovendien of de medewerkers hun ID bewijs bij zich hebben. Het aan het werk hebben van illegale medewerkers is uitgesloten.”
Onze gesprekpartners benadrukken dat hun bedrijf een kwaliteitsbedrijf is. Ghaly: “Als de tarieven niet- markconform zijn dan komt dit eerder doordat we wat hogere tarieven hanteren dan gemiddeld in de branche. Ook de productie is afgestemd op een aanvaardbare werkdruk en ligt lager dan gemiddeld. Er zijn aanvragen van hotels door ons geweigerd omdat deze een te laag prijsniveau voor ogen stonden.” Parlak: “Wij kiezen voor kwaliteit en continuïteit. Momenteel zijn we bezig met het behalen van de NEN4001 norm, daarna willen wij best de Code ondertekenen.”
Over de inval hebben Parlak en Nix geen goed woord over: “Waarschijnlijk komt dit doordat de schoonmaakbranche een makkelijk doelwit is. De beslagen die gelegd werden zijn drie dagen na de beslaglegging al voor een gedeelte terug gedraaid. Hierdoor konden wij onze medewerkers nog op tijd het loon betalen. In het kort geding liet de voorzieningenrechter zich nota bene ontvallen “zitten we hier niet te vroeg?”. Vervolgens werd er snel een schikking getroffen, waarbij een zekerheidsstelling gevraagd werd van nog geen 25% van het bedrag dat Belastingdienst aanvankelijk verwachtte te kunnen naheffen. Dat zegt genoeg!”
Gebruikelijk is dat binnen drie maanden door de fiscus vastgesteld moet worden in hoeverre er sprake is van een (na-) heffingsaanslag of te concluderen dat er ongegronde redenen voor de inval zijn geweest.
Advocaat Nix heeft voor zijn cliënt verzocht om een tussentijdse rapportage, teneinde ook de klanten van het schoonmaakbedrijf snel meer duidelijkheid te kunnen geven. Parlak: ”We worden nu neergezet als een mogelijk fraudeur, terwijl we eigenlijk gedupeerde zijn. Hier hebben we uiteraard last van. Vol vertrouwen zien we de tussentijdse rapportage tegemoet. Mocht blijken dat we ondanks alles toch een foutje gemaakt hebben, dan accepteren we de consequenties hiervan. Ik hoop van harte dat de fiscus ook zo sportief is als blijkt dat zij het bij het verkeerde eind hebben, zij hun excuses maken.”
De redactie wacht de tussentijdse rapportage uiteraard met belangstelling af , doch adviseren Alfaklok wel alvast het aantal uitzendmedewerkers terug te dringen. Dit percentage ligt zover wij begrepen hebben ruim boven de 7,5% die OSB als bovengrens stelt. Dit zal het tekenen van de Code en mogelijk het verwerven van het OSB Keurmerk in de weg staan.
Voor alle duidelijkheid merken we nog op dat Alfaklok het schoonmaakbedrijf is dat in dit kader in verband staat met Plaza Hotels. Een ander schoonmaakbedrijf, welke op hetzelfde adres in hetzelfde verzamelpand gevestigd is en werkzaam is voor onder andere WestCord Hotels, heeft volgens onze gesprekspartners geen enkele relatie met Alfa Group NV.
Belastingdienst
Uiteraard vroegen wij ook de Belastingdienst om een reactie. Persvoorlichter Adriaan Ros liet ons weten dat de Belastingdienst gehouden is aan de wettelijke geheimhoudingsplicht. Desalniettemin zegt hij volgende: “In reactie op jouw verzoek om een update kan ik je melden dat de onderzoeken nog lopen. De Belastingdienst verwacht deze binnen drie maanden af te ronden. Ik kan niet ingaan op jouw specifieke vraag over het beslag. In zijn algemeenheid kan ik je wel zeggen dat er verschillende redenen kunnen zijn om beslag op te heffen, bijvoorbeeld als belastingplichtige zekerheid heeft gesteld.”
Bepaalde opmerkingen camoufleren vaak een veel diepere betekenis…
Hoteldebotel…
Alle inspanningen ten spijt blijkt uit diverse reacties die wij ontvingen, dat de Code nog onvoldoende beklijft. Er is nog meer dan voldoende werk aan de winkel om het voor de branche zo belangrijke OSB Keurmerk en de Code bekend te maken en in een breder verband te verankeren. Het lijkt nu nog ieder voor zich en God voor ons allen.
Het is en blijft buitengewoon onplezierig dat de branche met regelmaat geconfronteerd wordt met (al dan niet vermeende) fraudegevallen. Het is om ‘hoteldebotel’ van te worden. Geluk bij een ongeluk is dat Inspectie SZW heeft aangegeven dat er geen OSB en SieV! Keurmerkhouders bij de zaak betrokken zijn. In die zin werpt dit keurmerk haar vruchten af. Hoogste tijd voor afspraken over horizontaal toezicht. Dat lijkt gerechtvaardigd en zal naar verwachting bijdragen aan verdere optimalisatie van het fatsoenlijk zaken doen.
Reactie OSB Platform Hotel
Naar aanleiding van de recente fraudezaken legden we het OSB Platform Hotel enkele vragen voor.
1) Wat vindt het platform van de recente invallen bij diverse hotels als gevolg van- vermeend- frauduleus handelen door enkele schoonmaakbedrijven?
OSB steunt de invallen die door de Inspectie worden gedaan. Het kan hier namelijk gaan om schijnconstructies. De schoonmaakbranche vindt in toenemende mate hinder van oneerlijke concurrentie van uitzendbureaus of soortgelijke organisaties. Deze bureaus gedragen zich als een regulier schoonmaakbedrijf, waarbij het (uitzend)bureau bijvoorbeeld ook materialen, middelen en/of leidinggevenden levert. Dit kan echter betekenen dat deze (uitzend)bureaus zich ook moeten houden aan de CAO Schoonmaak, wat niet altijd gebeurt. OSB heeft met sociale partners afspraken gemaakt om deze schijnconstructies in de hotelschoonmaak tegen te gaan.
2) Wat is de oorsprong van het oprichten van een specifiek Platform Hotel binnen OSB?
Het platform Hotel, begin 2013 gevormd, is specifiek voor leden die schoonmaakdiensten verlenen aan hotels. Gastvrijheid, hospitality, is in deze tak van schoonmaak het keyword. Bedrijven actief in het platform hotel hebben behoefte aan een verdere ontwikkeling van het D-deel, het CAO-deel voor hotels. In het licht van de Code Verantwoordelijk Marktgedrag en OSB-Keurmerk vinden deze bedrijven het belangrijk om een platform op te richten en zo een vuist te kunnen maken. Bedrijven in de hotelschoonmaak ondervinden veel concurrentie van de CAO Horeca. Inzet van het platform tijdens de komende CAO-onderhandelingen is het bewerkstelligen van verdere aanpassingen in het D-deel. Ook trekt het platform samen met de vakbonden op om schijnconstructies tegen te gaan.
3) Wat vindt het platform van het feit dat er prijsafspraken gemaakt worden over kamerprijzen in plaats van prijzen per uur?
Het is wettelijk verboden om de schoonmaak per kamer te factureren als hier geen tijdsregistratie onder hangt waaruit blijkt dat schoonmakers betaald zijn voor de gewerkte uren. Veel hoteliers maken wel een rekensommetje per kamer om de verschillende schoonmaakbedrijven met elkaar te vergelijken of uit te rekenen of uitbesteden goedkoper is dan het in huis regelen van de schoonmaak. Maar die cijfers zijn uitsluitend voor eigen gebruik.
4) Op welke wijze/maatregelen wil het platform dergelijke mistoestanden in het segment hotelschoonmaak zien te vermijden?
Nogmaals: de sociale partners hebben afspraken gemaakt om schijnconstructies aan te pakken. Verder streven de platformleden ernaar om meer hotels de Code Verantwoordelijk Marktgedrag te laten tekenen en de Code daardoor meer te laten leven in de hotellerie.
5) Wellicht nog een boodschap?
OSB vindt het goed dat gerommel en fraude worden aangepakt. Zowel de Inspectie als de sociale partners zijn daarmee bezig. OSB bedrijven willen het goed doen, samen met de hotels waarvoor zij werken. Met het OSB-Keurmerk in de hand, kunnen de OSB schoonmaakbedrijven in elk geval aantonen dat zij premies en belastingen betalen, netjes omgaan met hun personeel. En verder verwachten dat er komend jaar meer schoonmaakbedrijven die in de hotelbranche actief zijn, zich aansluiten bij het platform hotels van OSB.
Reactie Koninklijke Horeca Nederland (KHN)
Woordvoerder Joris Prinssen van Koninklijke Horeca Nederland (KHN) spreekt zijn erkentelijk ook voor de geboden gelegenheid om over dit onderwerp ook namens KHN meer duidelijkheid te geven.
Alvorens onze vragen te beantwoorden geeft Prinssen eerst het algemeen standpunt van KHN weer:
KHN vertegenwoordigt bijna alle hotels in Nederland. Negatieve berichten schaden het imago. De negatieve berichten gaan over schoonmaakbedrijven die de hotel facilitaire diensten leveren. Hotels besteden in heel veel gevallen schoonmaak van hotelkamers uit aan schoonmaakbedrijven. KHN signaleert wel dat hotels het schoonmaken ook weer in eigen beheer gaan doen. Over zaken die individuele hotels betreft, spreken deze hotels ook zelfstandig. KHN doet dan ook geen uitspraken over de bedrijfsvoering van individuele hotels en de afspraken die zij met hun leveranciers maken.
1) Wat vindt KHN van de recente invallen en de handelswijze van genoemde hotels?
Hotels maken rechtsgeldige afspraken met leveranciers en dus ook met schoonmaakbedrijven. De code en een (OSB-)keurmerk voorkomen geen fouten op de werkvloer en veranderen de wettelijke regels niet. Er zijn prestatie- en tariefafspraken tussen opdrachtgever hotel, en opdrachtnemer schoonmaakbedrijf. Die staan los van de plicht van de opdrachtnemer schoonmaakbedrijf zijn medewerkers correct per arbeidsuur te betalen. De stellingen over de handelswijze van hotels zijn suggestief en voorbarige conclusies.
Het is logisch dat de inspectie SZW op basis van signalen en voorbereiding gericht onderzoek doen. Dat richt zich op de relatie schoonmaakbedrijf en zijn werknemers. Elke onderneming, dus ook een hotel of schoonmaakbedrijf heeft de zorgplicht om alle werkzame personen binnen de onderneming zoals het hotel te toetsen op ID, verblijfstatus en eventuele tewerkstellingsvergunning. Het niet of niet goed nakomen van deze zorgplichten leidt tot beboetbare feiten. Deze zorgplicht geldt primair ook voor het schoonmaakbedrijf. Daar verandert code of keurmerk niets aan. Veel contracten kennen dan ook bepalingen voor het geval zich zo’n overtreding voordoet bij het schoonmaakwerk. Zoals gezegd voorkomt een code of keurmerk geen fouten op de werkvloer.
2) Hoe voorkomt KHN dat haar leden afspraken maken met schoonmaakbedrijven over een prijs per kamer schoonmaak in plaats van een ( fatsoenlijk) uurtarief?
KHN vindt dat er niets mis met een tarief per kamer. Het is ook dan aan de schoonmaakonderneming de arbeidsuren van hun medewerkers volgens de arbeidsregels te betalen, al dan niet met prestatiecomponenten voor een aanvullend beloningsbeleid. Nieuwe regels maken bovendien een opdrachtgever ook voor individuele schoonmaakwerknemers aansprakelijk ingeval van een evidente onderbetaling door het schoonmaakbedrijf. De overheid geeft veel voorlichting over deze nieuwe regels.
3) Welk percentage van uw leden heeft de Code Verantwoordelijk Marktgedrag ondertekent?
KHN ziet dat de code verantwoordelijk marktgedrag van en voor facilitaire diensten is. Het is niet logisch om van hotelbedrijven te vragen die code te volgen of te onderschrijven. Het schoonmaakbedrijf is eenvoudigweg de dienstverlener en verantwoordelijk voor de eigen bedrijfsvoering. Hotels hebben een eigen opdrachtgeversverantwoordelijkheid en die verantwoordelijkheid wordt in nieuwe wetgeving versterkt.
4) Op welke wijze is er een samenwerking met het platform Hotel schoonmaak?
Die is er niet. Het platform is een initiatief van OSB, niet van KHN. Het lijkt een logische ontmoetingsplek voor opdrachtgevers en opdrachtnemers, maar mag geen karteltrekjes hebben.