Recent verscheen het door Epsilon Research en Beleidsonderzoeksbureau Astri in opdracht van het Ministerie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) uitgebrachte rapport: “Praktijk en effecten bovenwettelijke cao-aanvullingen ZW, loondoorbetaling bij ziekte, wia en ww”. Het Ministerie SZW staat zoals bekend onder leiding van haar PvdA minister Lodewijk Asscher, die zich steeds meer opwerpt als voorstander van het inbesteden van schoonmaak bij rijksgebouwen. Het SZW rapport vermeldt een aantal bevindingen die ogenschijnlijk haaks staan op het belangrijkste pijnpunt in de gestrande cao onderhandelingen. Wat te denken van de conclusie “wanneer het totale inkomen (wettelijk en bovenwettelijk) inkomen van werknemers in geval van ziekte een bepaalde hoogte bereikt vergeleken met hun oude loon (100%) dan kan de prikkel om het werk te hervatten kleiner worden.” Clean Totaal was benieuwd wat de bonden FNV en CNV van de opmerkelijke bevindingen uit dit rapport vinden en of dit van invloed is op de door hun ingenomen standpunt over dit onderwerp.
Door Henk Cornelisse, redactielid Clean Totaal
Kader
In dit SZW onderzoek zijn de effecten beschreven op het thema wachtdagen en bovenwettelijke uitkeringen uit de grootste 100 cao’s betrokken samen goed voor ruim 5 miljoen medewerkers. Ter vergelijking: het eerdere brancheonderzoek in de schoonmaak vond specifiek plaats onder 184 schoonmaakbedrijven, regionaal gespreid en groot & klein. Dit laatste onderzoek ging voornamelijk over de gevolgen van (afschaffen van) wachtdagen bij ziekte.
Bevindingen
De meest in het oog springende bevindingen/conclusies uit het SZW rapport zijn:
- Een minderheid van 46,2% van de cao’s kent een bovenwettelijke aanvulling op doorbetaling bij ziekte, echter bij lange na niet tot 100% (in diverse gevallen betreft de aanvulling – naar de mening van de werkgevers – het deel om niet onder het minimum loon te komen, waarbij een deel van werkgevers zich niet bewust dat het alsdan om een bovenwettelijke aanvulling gaat);
- Er bestaat een afspraak tussen sociale partners over doorbetaling bij ziekte tot maximaal 170% (opgetelde inkomens bescherming) over de eerste 2 jaar. (“De sociale partners hebben afgesproken de loondoorbetaling bij ziekte te beperken. De opgetelde percentages inkomensbescherming van het eerste en tweede jaar van ziekte mogen niet boven de 170% komen”). Bij individuele arbeidsovereenkomst of per cao kan hiervan afgeweken worden. Uit een rapport uit september 2013 van SZW blijkt dit het geval te zijn in 62% van de onderzochte cao’s;
- Een meerderheid van 75,9% van de cao’s kent geen wachtdagen, van de resterende 24,1% kent 2,6% twee wachtdagen (zoals bij de schoonmaak). De overige kennen andere varianten, bijvoorbeeld vanaf de tweede dag of anders;
- Loondoorbetaling bij ziekte tot 95% in het 1e jaar betekent verlaging ziekteverzuim met 0,1 procentpunt. Geen significant verschil volgens het rapport;
- Aanwezigheid wachtdagen betekent verlaging ziekteverzuim met 0,31 procentpunt , wel een significant verschil volgens het rapport;
- Bij kleinere bedrijven in andere segmenten komen ook aanvullingen op wia uitkeringen (arbeidsongeschiktheidsuitkering na 2 jaar) voor en bij grotere bedrijven aanvulling op ww uitkering. (red: Dergelijke aanvullingen zijn echter geen inzet bij de cao onderhandelingen in de schoonmaak);
- Grotere bedrijven kennen de cao beter dan kleinere bedrijven:
Schoonmaak cao in zicht?
Als we af gaan op de genoemde feiten dan lijkt het of FNV wel gelijk kan stoppen met actie voeren. Immers, de sociale partners, waarvan de bonden deel uit maken, hebben afspraken gemaakt over maximale doorbetaling bij ziekte ad 170% over de eerste twee jaar. Hieraan wil de werkgeversorganisatie gevolg geven. In het huidig model van aanvulling tot 200% behoort zij immers tot de koplopers in cao land op het gebied van de hoogte van doorbetaling bij ziekte. Het toekennen van 2 wachtdagen bij ziekte komt slechts bij 2,6% in de cao’s voor. De bonden willen hier in de schoonmaak vanaf en de werkgeversorganisatie is hiertoe bereid.
Wel of geen effect?
Issue opgelost, zo lijkt het. Hoe kan het overigens bestaan dat uit het branche onderzoek blijkt dat afschaffen van de wachtdagen geen effect heeft op verlaging van ziekteverzuim en uit dit rapport blijkt dat het wel het geval is?
Reactie bonden:
FNV Bondgenoten
Ron Meyer (FNV): “Wij willen horen bij de meerderheid van de cao's. Dat hoort bij onze ambitie om de sector te professionaliseren. De conclusies uit het eerdere branche onderzoek (een zwaar uit-onderhandeld compromis met het herenakkoord met OSB om de conclusies hieruit over te nemen) luidt dat financiële prikkels niet helpen. Het afschaffen van strafkortingen door langdurig zieken daarvoor te laten betalen is inhoudelijk en moreel bizar. Het afschaffen van wachtdagen kan wat ons betreft uit onderhandeld worden maar niet op basis van louter sentiment door langdurig zieken te straffen.”
Uw redacteur kon de verleiding niet weerstaan Meyer er op te wijzen dat het rapport SZW juist aan FNV de uitgelezen kans biedt om aan haar gekoesterde wens om tot de meerderheid van cao’s te behoren tegemoet te komen. Immers, uit de feiten blijkt overduidelijk dat de schoonmaak cao thans tot de minderheid in cao land behoort, bij welke minderheidsgroep sprake is van een afwijkende (lees: hogere) doorbetaling bij ziekte! Uiteraard realiseert uw redacteur zich dat er ook andere zaken dan doorbetaling bij ziekte in een cao een rol spelen.
Meyer reageert: “Je probeert ons wederom in de OSB-koppeling te duwen. Het is een volstrekt willekeurige koppeling die geld weghaalt bij ernstig zieke mensen (ongeacht of ze wel of niet meewerken aan re-integratie) om een strafkorting van kortdurend zieken af te schaffen waar nota bene van is aangetoond dat het niet werkt. In het SZW onderzoek staat dat ongeveer 50% van de werkgevers de bovenwettelijke uitkering ziet als een kostenpost. Slechts 10% ziet het als een instrument om het ziekteverzuim te beïnvloeden.”
Meyer vervolgt: “We hebben niet alleen het branche-onderzoek, dat aantoont dat strafkortingen niet werken, maar ook een expert meeting georganiseerd waarin onafhankelijke deskundigen (nota bene bedrijfsarts van Asito, HRM'ers van grote opdrachtgevers, wetenschappelijke verzuimexperts, etc.) die de achterhaaldheid van strafkortingen, als middel om verzuim tegen te gaan, dubbel en dwars onderstrepen. Een beetje winkelen uit een SZW onderzoek haalt dit niet onderuit. We hebben een inhoudelijke en duurzame richting neergelegd die wel helpt, in grote lijnen: forse inzet op professionalisering van personeels- en verzuimbeleid met de leidinggevende als belangrijk middelpunt. Professionalisering komt er door fundamentele problemen in de sector aan te pakken. Hieronder versta ik niet het normaal doorbetalen van langdurig zieken die aan hun re-integratie verplichtingen voldoen, maar wel:
– het in stand houden van op de lange termijn onhoudbare perverse trucs om marge te verstoppen. Te scherpe afspraken met opdrachtgevers worden op talrijke manieren gecompenseerd. Een ervan: niet vervangen van zieken die wachtdagen hebben en de gespaarde kosten gebruiken om marge te compenseren. Wie daarvan de dupe is? De schoonmakers die het werk van de zieke er extra bij moeten doen.
– een gebrek aan serieuze aandacht voor duurzame en effectief personeel- en verzuimbeleid. De sleutel daartoe zit volgens de deskundigen bij leidinggevenden. Ontwikkel de leidinggevenden tot professionals die al vroeg kunnen signaleren. Er zitten pareltjes in de branche, maar er zijn ook heel veel leidinggevenden die aan hun lot zijn overgelaten en van de bedrijven slechts 1 middel in handen krijgen: straffen en opjagen. Dat kan en moet anders, zo toont onderzoek en ervaringen in diverse sectoren aan.”
CNV Vakmensen
Jan Kampherbeek (CNV) reageerde in eerste instantie, waarbij hij het rapport nog niet gelezen had, als volgt: “Het argument dat anderen slechte afspraken maken kan geen argument zijn om het ook te doen. Als ik vroeger iets deed wat mijn vader minder op prijs stelde werd het argument “anderen deden het ook” niet als een valide argument gezien. Toen vond ik dat jammer, nu ik ook zelf vader ben begrijp ik dat. Ook hier geldt: wat anderen doen is geen argument om deze regel in te voeren.”
Uw redacteur prikkelde Kampherbeek met de opmerking dat het altijd verstandig is wijze lessen van een vader op te volgen maar dat in dit geval “die anderen” de sociale partners betreft. Sociale partners, waaronder de bonden, die dus volgens de opmerking van Kampherbeek in de meerderheid van cao’s slechte afspraken gemaakt zouden hebben (lees: geen wachtdagen en een ander, lager, percentage dan 100% doorbetaling bij ziekte).
Na het rapport grondig bestudeerd te hebben kwam Kampherbeek snel met een meer inhoudelijke reactie: “Ik heb het allemaal nader bekeken. De verandering van percentages komen voort uit de Wet uitbreiding loondoorbetalingsverplichting bij ziekte. (Wulbz) (1996) en de wet verlenging loondoorbetalingsverplichting (2004), In die wet wordt aangegeven dat de minimum ziekengeld uitkering 70% moet zijn. Met de beperking minimaal het minimum loon. In 2004 hadden we volgens mij een vrij liberaal kabinet ( Balkenende II ( VVD, D66 en CDA). Bij de invoering van de Wet VLZ werd door het ministerie aangegeven dat men verwachtte dat sociale partners verdergaande afspraken zouden maken om vermindering van uitkering af te spreken. Anders zou een cao niet algemeen verbindend kunnen worden verklaart of zou er ingegrepen kunnen worden.”
Dit duidt erop dat de politiek destijds de sociale partners een zekere ruimte bood om onderling afspraken te maken over dit dossier, met dien verstande dat zij als stok achter de deur hield om als de aanvullende afspraken niet naar haar tevredenheid ingevuld zou worden een cao niet algemeen bindend verklaard zou worden. Dit leidde in de schoonmaak tot aanpassing van de formulering naar de politieke werkelijkheid. In de schoonmaak cao zijn voor en na 2004 namelijk geen andere inhoudelijke afspraken gemaakt over de doorbetaling bij ziekte.
Kampherbeek vervolgt: ”Zo zijn er in diverse cao’s afspraken gemaakt over doorbetaling van het hele loon als men zich voldoende inspande bij re-integratie. Dat was een uitkomst vanuit een sociaal akkoord waardoor sociale partners in konden stemmen met een vermindering van het ziekengeld. Deze afspraak is er toen ook in de cao schoonmaak gekomen. Omdat men niet wist hoe er vanuit de overheid gereageerd zou worden zijn er ook in andere cao’s afspraken gemaakt waarbij het beschikbare bedrag anders verdeeld zou worden. Zoals bijvoorbeeld een afspraak om ook het derde ziekte jaar de WW en/of WIA aan te vullen. Voor 2004 bestonden zulke afspraken nagenoeg niet. Het SZW rapport gaat ook op deze andere aanvullingen in. Verder zijn de in het rapport genoemde percentages de percentages die werkgevers zelf opnoemen. Juist kleine werkgevers geven aan dat ze volgens henzelf geen extra aanvullingen hebben. Van de grote bedrijven (> 100) geeft 88,7% aan wel afspraken te hebben. Een bijzonder verschil. Vele kleine bedrijven vallen wel degelijk onder een cao met aanvullende afspraken. In het rapport wordt zelf ook aangegeven dat grotere werkgevers de cao blijkbaar beter kennen dan kleine. Naar mijn ervaring is dat in de schoonmaaksector ook zo.”
Kampherbeek benadrukt dat dit SZW onderzoek een onderzoek betreft over veel branches. “Er is, zover ik weet, maar één branche waar een specifiek onderzoek naar het effect van wachtdagen voor de mensen in die branche was en dat is de schoonmaaksector. In de schoonmaak is er volgens dit branche onderzoek geen aantoonbaar effect van wachtdagen op het ziekteverzuim.”
Waarom dat effect er in andere sectoren wel is vindt Kampherbeek een interessante vraag. Als mogelijke verklaring noemt de CNV bestuurder dat het naar zijn idee in de schoonmaak gebruikelijk is dat medewerkers bij ziekmeldingen voor één dag (hoofdpijn of iets dergelijks) er voor kiezen een snipperdag op te nemen. Dit laatste wordt mede ter voorkoming van administratieve rompslomp geëntameerd door bepaalde leidinggevenden. Een dergelijk effect is als afwijking in het branche onderzoek gecorrigeerd.
Kampherbeek: “Belangrijk ook zijn de conclusies van het rapport. Wijzigt het verzuimpercentage en zo ja, van hoeveel naar hoeveel? Wijzigt als gevolg van de bovenwettelijke aanvullingen de gemiddelde duur van het ziekteverzuim en zo ja, van hoeveel naar hoeveel dagen? Bijna alle werknemers hebben recht op een bovenwettelijke aanvulling in geval van ziekte. Daarom is niet te zeggen wat het effect is van een situatie zonder bovenwettelijke aanvullingen. Voor werknemers die minder dan 95 procent doorbetaling krijgen in het eerste jaar zien we een niet significant verlagend effect op het verzuim van 0,1 procentpunt. Het effect dat duidelijker is dan de bovenwettelijke aanvulling is het effect van wachtdagen. De aanwezigheid van een of meer wachtdagen verlaagt het verzuim met 0,31 procentpunt. Het gaat hier om een significant effect. In het rapport wordt gesteld dat er geen aantoonbaar verlagend effect is op de hoogte van het ziekteverzuim door verlaging van de uitkering.”
Kampherbeek ziet geen reden om het standpunt van CNV te wijzigen: “Voor ons is dit SZW rapport geen reden om ons standpunt te wijzigen. Een verlaging van het ziekengeld zorgt er alleen maar voor dat er nog meer mensen financiële problemen krijgen die men niet op kan vangen. Ik heb bij collega cao onderhandelaars geïnformeerd of men ook cao’s had waar ziekteaanvulling of extra prikkels van wachtdagen op de agenda staan. Dit om te kijken of er nog andere argumentatie is. Mijn collega’s gaven aan dat het nergens een punt van aandacht is. Dit terwijl er wel in bijna alle cao’s afspraken over duurzame inzetbaarheid gemaakt worden.“
Kenmerkend verschil
Het kenmerkend verschil in het branche onderzoek en dit SZW onderzoek zijn dat het branche onderzoek zich vooral concentreerde op de effecten van het al dan niet toepassen van de wachtdagen binnen de schoonmaak sector. Het SZW onderzoek is breder en concentreert zich naast de wachtdagen op de praktijk en effecten van bovenwettelijke uitkeringen.
De FNV meeting van deskundigen betrof vooral de rol van de leidinggevenden met betrekking tot het verzuimbeleid. Zeker niet onbelangrijk. De gebezigde term van strafkorting klinkt in de retoriek weliswaar stoer maar dekt de lading niet. Het gaat om de hoogte van een uitkering, anders zou er in bij de meerderheid aan cao’s waarbij geen uitkeringspercentage van 100% is vastgelegd sprake zijn van straf . Een straf die sociale partners dan samen in meerderheid hebben goed gevonden.
OSB
Uiteraard hebben we ook de andere cao partner, te weten de werkgeversorganisatie OSB, om een korte reactie gevraagd. Deze reactie luidt als volgt: “Verzuim en beheersing van verzuim is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van werkgever en werknemer, daar begint het mee. In onze sector hebben we behoefte aan een integraal beleid dat zich richt op vitaliteit en gezondheid van mensen. Dat gaat dus om veel meer dan alleen de wachtdagen. Juist daarom hebben we als OSB in de cao onderhandelingen uitgebreide voorstellen gedaan voor zo’n integraal beleid. Het brancheonderzoek concludeert dat de wachtdagen geen significant effect hebben op verzuim. Het aangehaalde SZW-onderzoek laat echter zien dat wachtdagen blijkbaar wel degelijk een stevige invloed hebben. Blijkbaar zijn de wetenschappers het dus ook niet eens. Desondanks zijn we bereid om wachtdagen (geheel of gedeeltelijk) af te schaffen, maar dat kan niet zonder een substantiële verlaging van de loondoorbetaling bij ziekte. Geen wachtdagen en 100% loon bij ziekte past niet in de gezamenlijke verantwoordelijkheid èn belangen van werkgever en werknemer. Verzuimprikkels zijn dan ook niet voor niets zeer gebruikelijk in bedrijfstak-CAO’s. We vinden het in ons land ook volstrekt normaal dat risico’s worden verzekerd, maar dat de verzekerde daar zelf ook een bijdrage aan levert via een eigen financieel risico. Dat past in een gezamenlijke verantwoordelijkheid van werkgever en werknemer als sociale partners en dat zou ook een volwassen en professionele CAO moeten kenmerken. OSB staat daar voor!”
OSB-voorzitter Hans Simons voegt hier specifiek nog aan toe: “Het zou verstandig zijn nuchter naar dit rapport te kijken en een zakelijker gesprek te voeren over de goede prikkels die het ziekteverzuim beperken. Alle grote woorden van met name de FNV ten spijt liegen de feiten uit dit rapport er niet om. Het geeft tegelijk de kans om op een zakelijke wijze het meningsverschil te beslechten.”
Slotsom
Het thema wachtdagen en het percentage boven wettelijke aanvulling ziekengeld blijft beladen, en het pijnpunt in de cao onderhandelingen. Het branche onderzoek en het SZW onderzoek kennen een andere uitkomst over de kosten afschaffen wachtdagen. In de discussie wordt kortdurend en langdurend ziekteverzuim op een hoop gegooid. Heeft de ene partij het over verzuim prikkels en noemt de ander het een strafkorting. Treffender kan het verschil niet onder woorden gebracht worden. De vraag werpt zich op: Gaat het nu concreet om het kostenaspect of voert symboliek de boventoon? In het eerste geval zal er met veel goede wil en bereidheid tot concessies een oplossing gevonden (moeten) worden. In het andere geval past schaamte en mogelijk een cao-loos tijdperk.
Bekijk ook het schoonmaak cao debat tussen OSB, FNV en CNV waarin OSB voorzitter Hans Simons bij 26.30 minuut nadrukkelijk het SZW rapport aanhaalt.